maasstad
Hoe Dordt minder rot werd door een
wandeltocht langs voorbije tijden
mi
tf(
I
ii i!
Hoe dichter bij Dordt, hoe rotter het wordt. Hoe vaak heeft de-
ze uitspraak de laatste eeuwen niet op de lippen van de Hollan
ders gelegen? Schattingen buiten beschouwing gelaten, het
moet ongetwijfeld vaak zijn voorgekomen. Niet zonder reden
overigens. De stad kent genoeg zwarte bladzijden om een mid-
delgrote novelle te vullen. Wat bijvoorbeeld te denken van het
zogeheten Dordtse stapelrecht? Decennia lang kon geen schip
de stad passeren zonder tol te betalen. Degenen die het toch
probeerden, konden binnen mum van tijd uitleggers in hun
kielzog vinden. Bootjes met gewapende mannen, die er wel
voor zorgden dat er betaald werd. Nee, Dordrecht viel niet echt
te omschrijven als 'the place to be'.
FastFerry
Vader Tijd
L
Woensdag 8 augustus 2001
CX44
Ami
Er is geen ontkomen aan, Dordt is een eiland met rondom het
onvermijdelijke water.
door Ilja Post
foto's VW Zuid-Holland-Zuid
Als iemand al een bezoek aan de
stad pleegde, was dat voor za-
ken. Niet voor de lol. Daarente-
gen, dit was in de tijd dat de
FastFerry nog niet bestond. Rot-
terdammers konden zich in de
13e eeuw nog niet prinsheerlijk
over het water laten vervoeren
naar een pittoresk stadje waar
de poep en pies geuren al sinds
jaar en dag verdwenen zijn.
Een persoon hoeft niet eens te be-
schikken over oog voor detail. Het
valt iedereen op. Nederland heeft
de afgelopen eeuw ongekende ver-
anderingen doorgemaakt. Op het
gebied van ruimtelijke ordening;
langs de Maas worden nog maar
weinig weilanden niet overscha-
duwd door flats, bedrijven of hui-
zenhoge kranen. Maar ook qua
koopkracht, mobilisatie, mechani-
sering, de latere automatisering en
wat nog meer is ons land veran-
derd. Lees geschiedkundige boe-
ken er op na. Pak Geert Maks best
seller 'De eeuw van mijn vader'
erbij en het bewijs wordt geleverd.
Het Nederland anno 2001 staat
mijlenver af van ons Lage Landje
uit 1900.
Verschillende zaken zijn echter in
al die jaren hetzelfde gebleven.
Kinderen zien spruitjes nog altijd
het liefst vandaag dan morgen van
de aardbodem verdwijnen, voetbal
is oorlog en Dordt is rot. Het is al-
leen nergens voor nodig om zo
koppig aan deze denkbeelden vast
te houden. Spruiten zijn, mits ze
vergezeld gaan van wat spekjes, ui
en champignons, ook voor kinde
ren best te pruimen. Voetbal is te-
genwoordig alleen nog maar oor
log voor opgefokte ME-peletons.
En Dordt? Dordrecht is lang niet
meer zo verrot als iedereen denkt.
Zelfs Rotterdammers kunnen er
een leuke tijd beleven. Hoe?! Heel
simpel. Volg gewoon het Rondje
Dordt en ook de Maasstedeling zal
verrast worden door de rijke histo
ric van dit Zuid-Hollandse eiland.
Zelfs de laatste drempel -hoe er te
komen- heeft onze schone natie
weggenomen. Om de drie kwartier
meert er aan de Willemskade een
futuristisch uitziende catamaran
aan de Willemskade. Zo goed zelfs
dat wanneer de FastFerry geruis-
loos heeft aangemeerd de wach-
tende reiziger altijd weer ruw uit
zijn dagdroom wordt wakker ge-
schud. Eenmaal het dek van de
Witte de With, of de Piet Hein -de
namen van de twee FastFerries-
opgelopen, de schuifdeuren naar
het zitgedeelte gepasseerd, wordt
pas duidelijk hoe modern en com-
fortabel dit futuristische pontje ei-
genlijk wel niet is. Drie rijen met in
totaal zo'n 150 stoelen, toiletten
voor beide seksen, een koffiebar
en drie televisietoestellen waarop
is te zien wat de kapitein vanuit
zijn kajuit ziet. Nadat alle passa-
giers op hun gemak een plekje
hebben kunnen uitzoeken, begint
het water rond de catamaran te
borrelen en stijgt er een zacht ge-
rommel onder hun voeten op. Een
halve minuut later schiet de Fast
Ferry onder de Erasmusbrug door
vallen. Begrijpelijk, want het enige
uitzicht waar ze op dit moment nog
van kunnen genieten is het Drie-ri-
vieren-punt, de schepen die daar-
over varen, de eveneens weinig in-
spirerende Riedijkshaven en een
appartementencomplex aan de
rand van het kale Otto Dickeplein.
„Tot zo ver niet echt de moeite
waard. Of wel?-", zal de meest pes-
simistische toerist tot zichzelf
brommen. En ook al is de aan-
drang misschien groot om meteen
de pont terug te pakken, of stads-
lijn 20 te nemen naar het station,
bijt even op de kiezen en volg de
bordjes Rondje Dordt. Het eerste
historische punt zal zich snel aan-
dienen.
De Merwekade tot het eindvol-
gend, sommeert de plattegrond van
de stad de voetganger naar links te
gaan. Na dit kleine straatje te zijn
uitgelopen en de Boomstraat
rechtsaf gevolg te hebben, ver-
Ook al liggen er dan misschien lijken onder de grond, het is goed toeven op de rustieke
Pottenkade.
Tussen paal 19 en 24, schuin onder
Rotterdams trots de Zwaan, dob-
bert aan de Willemskade het
ponton van de FastFerry op het iets
te veel zware metalen bevattende
water van de Maas. Op de achter-
grond het Zeemanshuis en het in
aanbouw zijnde appartementen
complex (lees: juppenwalhalla) de
Hoge Heren. Aan de overkant van
de rivier de skyline van de Wilhel-
minapier met ergens daarin verbor-
gen het nieuwe Luxortheater. Zit-
tend op een van de vier bankjes die
het ponton rijk is, al wachtende op
het supersonische pondje, zal het
weinig mensen ontgaan: hier is
nog te horen hoe het oude Holland
klonk. Kabbelend water, piepende
vlonders en langzaam voorbij tuf-
fende bootjes. Met de ogen dicht of
de ogen open; het is goed toeven
en laat hij de drukte van de stad
achter zich.
Ridderkerk en Alblasserdam ge
passeerd hebbend, doemt aan de
rechterkant van het schip, zo'n drie
kwartier na vertrek, de andere,
meer historische skyline van Dor
drecht op. De Grote Kerk, het
Dordtse antwoord op de scheve to-
ren van Pisa, verwelkomt de aan-
staande bezoekers als een statige
oude man. Steeds meer snelheid
minderend gaat de FastFerry voor
bij aan de Hooikade met de daarop
gelegen Catherijnepoort, tientallen
oude gevels en ten slotte het
Groothoofd. Het is alsof de stad al
vast een voorproefje wil geven van
hetgeen zij aan sfeer en verhalen te
bieden heeft. En terwijl de goed
voorbereide stappers zich nog eens
verdiepen in hun plattegrond, gooit
de eerste stuurman de touwen om
de palen.
Voor degenen die nooit eerder
voet op Dordtse bodem hebben ge-
zet, kan het uitzicht hier aan de
Merwekade buitengewoon tegen-
schijnt al slechts na enkele meters
de beroemde Groothoofdspoort.
Een poort die, volgens de VVV
brochures, oorspronkelijk is ge-
bouwd tussen 1440 en 1450. Waar
in 1617/1618 een nieuwe renais-
sancepoort om de laatgotische
poort is heen gebouwd, zodat al
leen het gewelf in de onderdoor-
gang nog herinnert aan de laatgoti
sche bouw. En wiens toren in 1692
door een koepel is vervangen. Leu-
ker om te weten is echter dat door
deze poort belangrijke historische
figuren als Maximiliaan van Oos-
tenrijk, de graven en stadhouders
van Holland en Philips II Dor
drecht zijn binnengekomen.
De eerste geschiedenisles achter
zich latend en de poort doorgelo-
pen, staat de dagtoerist weer met
zijn neus in de wind naar het water
te koekeloeren. Het Rondje Dordt
tot op de letter nauwkeurig vol-
gend, leidt de route nu naar links
en de daaropvolgende Kuipersha-
ven. Vanaf deze plaats begint de
historische tocht pas echt goed.
Als het weer het toelaat kan, in plaats van het wandelrondje, ook een watertocht door Dordrecht
worden gehouden. Een tocht over de rivier en de smalle kanalen van Neeriands eigen Venetie.
tig jaar bereikt. Niet dankzij de in-
spanningen van de allereerste bou-
wers trouwens. Toen de brug
slechts twee weken de Kuipersha-
ven met de Wolwevershaven ver-
bond, stortte hij in elkaar. Een jon-
gen kwam eronder en verloor daar-
bij het leven. Nee, de tweede po-
ging van de bouwers is wat dat be-
treft heel wat meer succesvol ge-
bleken. Aan de overzijde van de
plek waar de kuipers in vroeger tij
den de vaten vervaardigden voor
de wijn, die via Dordrecht verhan-
deld werd, gaan we linksaf de
Wolwevershaven op. Was deze ka-
de ooit het decor waar ambachts-
lieden zwetend hun werk uitoefen-
den, al snel raakte deze plek in
zwang bij de gegoede burgerij.
Rijke Dordtenaren lieten er de
mooiste huizen bouwen compleet
met een sjieke trap naar de voor-
deur en versieringen aan de gevel.
Het zou een trend worden die zich
tot in deze nieuwe eeuw zou voort-
zetten. Nog steeds zijn de meeste
panden door de 'rijkere' Dordtena
ren geannexeerd. Maar, ook al lig
gen in de haven naast de kade
vooral veel plezierjachten, oude
zeilschepen hebben er eveneens
hun rustplek. Zware touwen bin-
den hen aan de stad die nog altijd
de herinnering draagt van de zilte
zee, ruwe arbeiders en handen met
een driedubbele eeltlaag.
Het grootse pakhuis van Dordrecht
gepasseerd hebbende, het in 1730
door de Zweedse koopman Johan
Anthony Bruyn gebouwde Stok-
holm, dirigeert de route ons aan het
eind van de Wolwevershaven naar
links. We bevinden ons nu op het
Vlak. Het immense pand dat daar
aan de rechterhand vanuit de grond
oprijst dateert uit 1728. In het zich
daarin bevindende timpaan kijkt
Vader Tijd met een gevleugelde
zandloper op het hoofd al die jaren
al uit over Dordt. Op de hoek van
Vlak en Nieuwe Haven staat het
'Huis met de koppen'. Het is ver-
moedelijk het woonhuis geweest
van Gillis Huppe, die met het
beeldhouwwerk aan de Groot
hoofdspoort zijn meestertitel be-
haalde. Halverwege de Nieuwe
Haven, op nummer 29, doemt we-
Na zo'n veertig minuten in de FastFerry doemt aan de horizon
de historische skyline van Dordrecht op met als meest markante
punt: de Grote Kerk.
Vanaf nu breekt een periode vol
fraai gerestaureerde panden en
wonderlijke, veelbetekenende ge
vels aan. Het is dan ook aan te ra-
den om het hoofd af en toe de
hoogte in te bewegen om zo de ve-
le wapens die boven de panden
hangen in ogenschouw te nemen.
Doe dit echter alleen in stilstand en
op het trottoir, want hoe idyllisch
het er hier dan ook uit mag zien:
Dordrecht is met haar 120.000 in-
woners toch echt een stad. Wat be-
tekent dat er rekening moet wor
den gehouden met het ontwijken
van hondendrollen en langsrazen-
de auto's. Na enkele minuten op de
Kuipershaven te hebben vertoefd,
beginnen we nu aan de 'beklim-
ming' van de Damiatebrug. Of lie-
ver, de Diamantenbrug, want zo
wordt de officiele naam vaak in de
volksmond verbasterd. Deze op-
haalbrug heeft inmiddels de res-
pectabele leeftijd van honderdvijf-
derom een belangrijk historisch
markeringspunt op. Het Museum
Mr. Simon van Gijn. Dit huis werd
in 1729 gebouwd in opdracht van
de Dordtse magistraat Johan van
Neurenberg, die het achttien jaar
later tot burgemeester van de stad
schopte. De laatste bewoner, de
bankier en kunstverzamelaar Mr.
Simon van Gijn, leefde hier van
1864 tot 1922. Na zijn dood
schonk hij Dordrecht zijn huis
compleet met inboedel en kunst-
verzameling, met als doel er een
museum van te maken. Zoals ge-
bruikelijk is zijn laatste wens inge-
willigd, zodat iedereen zich vanaf
die tijd kan vergapen aan zijn col-
lectie. Vooral het tentoongestelde
antieke speelgoed is een aanrader.
Momenteel wordt het museum ver-
bouwd, maar in September 2001
zullen de deuren weer open gaan.
Al naar gelang de toerist zijn kwa-
liteiten om rustig dan wel snel alle
bezienswaardigheden in zich op te
nemen, laat het verhaal zich beter
vertellen als we ons meteen naar de
Grote of Onze Lieve Vrouwekerk
spoeden. Deze kerk kan zonder
overdrijven het gezicht van Dor
drecht worden genoemd. De stich-
ting ervan, althans de kapel die er
aan vooraf ging. heeft zijn oor-
sprong in 1064. In het derde kwart
van de 12e eeuw begonnen de
Dordtenaren met de bouw van de
huidige kerk. Een kleine driehon-
derd jaar later brandde de kerk ge-
heel af, maar de toren werd groten-
deels gespaard. Spoedig daarna be-
gon Dordrecht met de herbouw.
Alleen moest men dit keer de plan-
nen voor een spitse toren laten va
ren. De toren zakte langzaam op-
zij. De twaalf miljoen kilo stenen
bleken een te grote aanslag voor de
slappe grond van Dordt. Deson-
danks is de kerk met zijn 72 meter
het hoogste gebouw van de stad.
Links langs de kerk lopend, de
Pottenkade inslaand, valt nog iets
op aan het twee meter uit het lood
staande godshuis. De gebrand-
schilderde ramen. Toegegeven, het
is beter om de ramen van binnen af
te bewonderen, maar wanneer de
Grote Kerk is gesloten, is het bui-
tenaanzicht ook zeker de moeite
waard. Zo zijn er voorstellingen
van de Sint Elisabethsvloed, de
brand van de Grote Kerk en de
Dordtse Synode (het geschil tussen
twee geestesvaders over de refor-
matie en de contrareformatie).
Minder mooi zijn de 'geheimen'
die onder de grond rond de kerk
begraven liggen. Vroeger fungeer-
de de Pottenkade als kerkhof. Bij
een opgraving zijn vijf meter onder
het maaiveld lijkkisten ontdekt.
De Pottenkade loopt over in de
Grotekerksbuurt -met op nummer
21/23 de gevelsteen die herinnert
aan het geboortehuis van raads-
pensionaris Johan de Witt- die op
zijn beurt weer uitkomt op het
Stadhuisplein. Een pand dat in
1383 in de gotische stijl is ge
bouwd, maar tussen 1835 en 1845
een neoclassicistische gevel aange-
meten heeft gekregen. Met dank
aan stadsarchitect Itz die gotiek als
ouderwets bestempelde en meer
zag in de herkauwde bouwkunst
van de oude Grieken en Romeinen.
Het stadhuis wordt nu gebruikt
voor officiele ontvangsten, raads-
vergaderingen en trouwerijen. Bij
binnenkomst in het gebouw kan de
bezoeker zich vergapen aan onder
meer de trouwzaal van Reinier
Kennedy, de jachtkamer in Lode-
wijk XV-stijl en de 18de-eeuwse
gevangeniscellen op zolder.
De Grotekersbuurt en het Stad
huisplein laten we achter ons, we
lopen nu via de Groenmarkt naar
het Scheffersplein. Onderweg pas
seren we de Vleeshouwersstraat,
met daarin tientallen ambachtelijke
winkeltjes en het als bibliotheek
fungerende, 478 jaar oude Gulden
Os. Het standbeeld dat over het
Scheffersplein uitkijkt is zowel een
herinnering aan een van de zwart-
ste dagen in onze vaderlandse ge-
schiedenis, als een ode aan een van
de glorieuste. Zo waren het de
Dordtse gebroeders Johan en Cor-
nelis de Witt die samen met de
Hollandse vloot een deel van de
Engelse vloot vemielden. Een gro
te triomf voor het Holland van de
15e eeuw. Ze vielen echter niet bij
iedereen in de smaak. Comelis
werd opgesloten in de Gevangen-
poort in Den Haag en toen zijn
broer hem daar kwam bezoeken,
sleurden honderden woedende
mensen het tweetal naar buiten en
trokken de broers uiteen.
Vanaf het Scheffersplein onze weg
vervolgend, verdwijnt het rustieke
Dordrecht van zo net. De stille
straatjes, de ruisende bladeren, het
kabbelende water. Allemaal ver
vangen door dichte drommen win-
kelend publiek, ongeduldige auto-
mobilisten en -mits het weer het
toestaat- gezellige terrasjes. In de
Wijnstraat, waar we nu lopen, valt
het met de drukte nog wel mee,
maar toch. Stil wegdromen in
Dordts rijke historie is er even niet
meer bij. En dat is jammer, vooral
voor een straat waaraan het oudste
huis van Nederland is gelegen. Te-
gen het eind van de Wijnstraat,
praktisch naast de Bonifatius Kerk,
staat het Zeepaert namelijk al ruim
vijfhonderd jaar fier rechtop. De
zojuist kwijtgeraakte serene at-
mosfeer vinden we echter weer te
rug in de kleine, stille wereld van
het Hof. Alhoewel. Stil? Als dit
pleintje en de oude gebouwen er-
omheen konden spreken zou het
snel gedaan zijn met de rust. Op
deze plek kwamen in 1572 de lei-
ders van twaalf Hollandse steden
in het geheim bij elkaar en besloten
de Spaanse overheerser het land uit
te gooien. En ook al bleek dit pas
na een tachtig jarige oorlog gerea-
liseerd te kunnen worden, het was
hier dat de staat Nederland zijn
oorsprong heeft.
Na 't Hof zoeken we de stadse be-
drijvigheid eventjes weer op. Het
rondje Dordt verzoekt ons nu om
koers te zetten naar de Museum-
straat en om daar te geraken, zullen
we toch echt eerst de altijd rumoe-
rige Nieuwstraat en het daaraan
gelegen Statenplein moeten passe
ren. Hier eenmaal aangekomen,
wordt de toerist, in een pand dat
aan zijn rechterhand opdoemt, ver-
gast op een nog rijkere historie dan
de Dordtse. Zo staan in het Dor-
drechts Museum tientallen afbeel-
dingen van Griekse Goden en Hel-
den geexposeerd. Een tentoonstel-
ling die tot en met 6 mei iedere
dag, behalve maandag, van 11.00
tot 17.00 uur te bewonderen is.
Het museum achter ons latend,
slaan we snel de Steegoversloot in
om even later op de Voorstraat een
drietal interessante bezienswaar
digheden op rij te bekijken. Aller-
eerst is daar het pand van de oudste
tekenclub van Nederland, Pictura.
Direct daarna stuiten we op een
oud poortje, waarachter een straat
je ligt met een grote deur. Die deur
verspert de ingang van een ge
bouw waar ooit de eerste guldens
van Nederland gestagen werden.
Voordat het pand als toonkunst-
muziekschool in gebruik werd ge-
nomen, was De Munt eeuwenlartg
de geldfabriek van heel het land en
daarbuiten. De derde bezienswaar-
digheid op rij is de zogeheten Zak-
kendragersstraat. Dit straatje, ge
noemd naar de mannen die vroeger
zware zakken van de schepen naar
de pakhuizen sjouwden, is met zijn
80,5 centimeter het smalste straatje
van Dordrecht.
Voor degenen die zich in de Zak-
kendragersstraat hebben gewaagd
en er niet klem zijn komen te zit-
ten, begint nu de aftocht. Nog even
en ze kunnen hun vermoeide lijven
weer trakteren op de zachte, com-
fortabele stoelen van de FastFerry.
Maar voor het zover is, zal eerst de
Voorstraat moeten worden uitgelo
pen. Het gedeelte waar we nu lo
pen, behoort tot het leukste stuk
van de 1200 meter lange winkel-
straat. Kunsthandels, antiquaria-
ten, 'rommelwinkels'. Als het
aparte snuisterijen zijn die de dag
toerist mee naar huis wil nemen, is
hij hier aan het goede adres. Een
maal de Voorstraat uit en de
Boomstraat ingeslagen, verraden
de geur van het water en de
schreeuwende meeuwen dat de
Merwekade njet ver meer is.
Slechts enkele tientallen meters
scheiden ons nog van de superso
nische terugtocht. Met een beetje
geluk ligt de FastFerry al klaar om
'geenterd' te worden. Maar, mocht
dit niet het geval zijn, wanhoop
dan niet. Op de hoek van de kade
staat een eettentje waar degenen
die nog geen terrasje of MacDo-
nalds hebben gepakt, kunnen aan-
sterken voor de aankomende reis.
En zich kunnen buigen over de
volgende vraag: „Hoe dichterbij
Dordt, hoe rotter het wordt?"
Twee meter uit het lood en dus zo scheefals maar zijn kan,
maar desalniettemin is de Grote Kerk Dordts oudste en hoogste
gebouw: Dordts trots.
Uitzicht op het Drie-Rivieren-Punt en een koud biertje in de
hand. Dat is toch moeilijk rot te noemen.
Een weddenschap tussen drie broers over wie de mensen op
straat het meest zou kunnen laten schrikken en het huis De
Onbeschaamde was geboren. Vanaf die dag lopen de
Dordtenaren de kans door het jongetje met zijn blote piemeltje
besproeia te worden.
De eerste historische bezienswaardigheid op het Rondje Dordt:
De Groothoofdspoort.