V Poen Invoering euro houdt Maasstad-lezers bezig 'Dat prutswerk is niets vergeleken met hoe ik het nu aanpak natuurlijk' Europroof 4 Nog even zeuro, Over die verdraaide euro. Ook al wordt hij straks van ons allemaal, Mijn enthousiasme is niet optimaal. En wat moet je nu met zo'n liedje doen, Van poen, poen, poen, poen? Dat leuke vers van Wim Sonneveld, Ook al is zijn piek al lang uitgeteld. Straks zal dit historie zijn, De komst van de euro lijkt mij niet fijn. Het hoeft eigenlijk gewoon niet van mij, Met de gulden was ik blij. Die was er al toen ik werd geboren, En nu gaat ook dit verloren. Misschien ben ik wel ouderwets... Hecht ik te veel aan vertrouwde dingen, Doch er is al zo veel dat ze vervingen. Het een ria het ander krijgt een nieuwe naam, En dan de oude gebouwtjes die eraan zijn gegaan. Ach, weet je wat het is, Mijn hele leven lijkt al geschiedenis. Ben ik de enige die uit de vorige eeuw stamt, En zich een beetje aan de gulden vastklampt? Veel mensen zijn er eigenlijk ook tegen, Toch wordt hij je door de strot geregen. Tussen ons gezegd en gezwegen, Ik zit (nog niet) om de euro verlegen. H-"c- N£ Tonia van der Sluis llf* Woensdag 2 januari 2002 tx51 Aftellen naar de euro door Michelle van Dijk „Die euro is het ergste wat me is overkomen sinds ik in de business zit. En dat is al zeker 45 jaar." De man tegenover me kijkt nors voor zich uit. Hij zucht diep en rolt een sjekkie, zijn handen rustend op zijn bierbuik. „Uiteindelijk mag ik misschien nog van geluk spreken dat 't nog zo lang geduurd heeft. Ze waren van plan dat rotding al in 1993 in te voeren. De ecu, heette die toen, weet je dat nog? Ja, jij bent zo jong, misschien weet je dat niet eens." Ik knik begrijpend. „Nu is het dan eindelijk zover. Ik kan niet meer wachten", bromt hij sarcastisch. Hij steekt z'n sjekkie op en kijkt me aan. Het wordt tijd om door te vragen, om me in mijn journalistenrol in te leven en meer te weten te komen over de hevige afkeer die deze man heeft van de euro. Zoals altijd heeft mijn hoofd- redacteur me er weer op uit ge- stuurd zonder me vooraf wat infor- matie over de zaak te geven. Ik weet niet eens wat deze man voor beroep uitoefent. Hij stelde zich voor als 'Sjaak, en m'n achter- naam wil ik niet in de krant.' Eerst heeft hij mfj trouwens uitge- hoord. Wie ik wel niet was, of ik wel betrouwbaar was. Uiteindelijk geloofde hij wel dat ik een on- schuldige journalist was, of eigen- lijk journalist in opleiding, als sta ge voor een kleine krant op zoek naar het verhaal achter de euro. Maar ik hoef weinig te vragen, want Sjaak zit op de praatstoel. In onvervalst plat Rotterdams doet hij zijn verhaal. „Ik begon er in 1957 mee. Net van Sschpol, maar de banen lagen niet voor het oprapen. Ik werd hulpje in een bakkerszaak, sjouwen en be- zorgen, dat soort werk. Verdiende natuurlijkniks." „Het begon als een grap. Stelde ei- genlijk niets voor. Een collega was jarig maar we waren allemaal weer eens blut. Dus m'n maat zegt tegen mij: 'Heb 'ie een geeltje?' Dus ik zeg: Ja, heb ik wel, maar ik ga die gast geen geeltje geven en jou al helemaal niet!' Maar m'n maat pakt gewoon brutaal m'n 25 piek uit handen, loopt het kantoortje binnen terwijl hij naar de secreta- resse iets roept van: 'Effe kopie- ren!' Komt 'ie vervolgens terug met een gekopieerd briefje van 25 gulden. In zwart-wit. Leek voor geen meter natuurlijk. Het was in die tijd al een ongekende luxe als je als eigen bedrijf een kopieerap- paraat kon aanschaffen, maar de kwaliteit was nogal ver te zoeken. Maar wij - ja, het was maar een geintje - kleurden het plaatje ge woon in en verdomd, het begon er nog aardig op te lijken ook." „Ja, dat prutswerk is niets vergele- ken met hoe ik het nu aanpak na tuurlijk. De echt goeie apparaten bouw je zelf, of je koopt ze in het illegale circuit. Kost klauwen met geld, dat wel. Maar dat heb je er zo In de ruimte liggen stapels papier, wit of gekleurd, ongebruikt, maar ook gedrukte briefjes liggen in de ruimte verspreid alsof het oude kranten zijn. „M'n buren denken dat dit mijn wasmachine is. Dat zeg ik altijd, als ze vragen waar die herrie toch vandaan komt. Als m'n buuffie zegt: 'Wat moest je veel wassen dit weekend?!' antwoord ik dat het mijn wasbeurt was voor m'n voet- balelftal. Ik doe het alleen in het weekend, overdag. Anders vraag je d'rom dat ze gaan klagen, en je weet het nooit, da'lijk bellen ze de politie. En doordeweeks werk ik trouwens ook gewoon. Nog steeds vooi; de bakker, ja, ik ben m'n baas wel trouw hoor. Nog een paar jaar, dan ga ik met pensioen. Het liefst was ik hiermee ook iets langer doorgegaan,' zegt hij, wijzend naar de geldmachine, 'maar ja, die euro dwingt me nu eigenlijk tot een soort van VUT, zo kun je het weer uit, hahaha, letterlijk zelfs. Een ding is zeker: het is vakwerk. Je moet wel verstand van zaken hebben. Een groentje moet nog heel wat leren voor hij zover is als ik. Het is net als wanneer je Van Gogh of zo naschildert, maar vol- gens mij is dit zelfs nog moeilijker. Gepriegel op de millimeter, be- grijp je. Mensen noemen ons val- semunters, ik noem mezelf mees- tervervalser. Het is een kunst die je moet beheersen." We komen in zijn kelder. Het geld komt hier letterlijk uit de grond groeien, bedenk ik me, onvoorstel- baar. Een reusachtig apparaat vult bijna de hele kelder. Een inval van de politie, een tip en hij is er ge- weest, schiet het door mijn hoofd. wel zeggen, ja. Het is onmogelijk. Die euro, bedoel ik." Hij loopt naar een klein kastje naast het kopieerapparaat en trekt een laatje open. Er liggen wat eu- robriefjes in. Nep, denk ik, de euro is nog niet te verkrijgen. Ik weet ook nog niet zo goed hoe de echte euro eruit ziet. „Het lukt niet zo goed", zegt de meestervervalser. „Kijk, zo moet het worden." Hij laat een briefje van 20 euro zien. „Een echte?", stamel ik. Hij knikt nonchalant. „Ja, nam een maat voor me mee." „Hoe komt hij eraan?" „Daar vragen wij nooit naar in de ze business. Wie niet vraagt, wie niet weet. Anders gezegd: je ken maar beter niks weten, dan ken je ook niet medeplichtig zijn. En re- ken maar dat er regelmatig colle ga's de bak in draaien hoor. Ik niet. Ik kijk wel uit. Sommigen pakken het niet goed aan. Ze zijn te on- voorzichtig. Te brutaal. Kijk, je moet niet naar de bank gaan met tien vervalste duizendjes en dan zeggen: 'Dit wil ik op mijn reke- ning storten'. Dat is debiel, nai'ef, gevaarlijk." „Maar het probleem is nu dus die euro. Is niet te doen. Ik liet je die echte zien, nou, hier zie je wat ik ervan gebakken heb. Dat werkt dus niet. Veel te veel echtheidsken- merken." Sjaak laat mij zo'n vijf versies zien van het 20-eurobiljet. Het is een 'zoek-de-verschillen'- plaatje, en Sjaak wijst mij de ver- schillen aan. Alleen zichtbaar voor een geoefend oog. „Kijk, dit is het rottigste: die vei- ligheidsdraad. Als je het papiertje tegen het licht houdt, zie je een draadje zitten. Dat is weer een hele nieuwe techniek. Kan ik best ma- ken, maar daar heb ik weer andere apparatuur voor nodig. Een hele investering, en op mijn leeftijd vind ik dat niet meer de moeite waard. En dan nog iets: ze noemen het de iriserende baan. Hierzo, dat kleurverschil in het licht en dan de waarde van het briefje erin, dat is die iriserende baan. Ja, ik heb er goed naar gekeken en laten inlich- ten. Dat gaat heel gemakkelijk, je kijkt gewoon op Internet, vraagt een Euro-infopakket aan, en je weet precies hoe alles eruit gaat zien. Dat hebben ze in Den Haag toch mooi voor mij geregeld, vind je niet? Trouwens, er schijnt ook al het een en ander op de markt te zijn, apparaten begrijp je, om tegen die nieuwe technieken op te bok- sen. M'n maat vertelde erover. Een of andere briljante gozer heb het verzonnen, de techniek. Hij noemt het apparaat de 'Euromaat'. Errug prijzig natuurlijk. Nee, dat vindt Sjaak de moeite niet meer." Ik weet geen vraag meer te stellen. k* Stomverbaasd sta ik te kijken hoe Sjaak de briefjes weer in het laatje legt, en ik volg hem terug naar bo- ven. Ik begrijp niet hoe hij dit werk zonder enige gewetenswroeging kan doen. Als ik daar voorzichtig naar vraag, zegt hij: „Kijk, in het begin vond ik het natuurlijk lullig. Andere mensen werken keihard voor maar errug weinig centen, en bij mij leg het opgestapeld in de kelder. Maar zo moet je het niet zien. Zie je, het is een kunst. En wie een kunstje beheerst, ken nou eenmaal goed verdienen. Zo is het toch ook met goeie schilders, pop- artiesten, voetballers, offe, tennis- sers? Je moet mij zien als zo'n voetballer die de hele wedstrijd op de bank zit, en daar toch miljoenen voor vangt. Ik hoef alleen maar warm te lopen en het geld stroomt al binnen, snap je?" „Trouwens, uiteindelijk gaat het bij mij niet anders als bij andere mensen. Moet je bedenken in wat voor een pensioengat ik val! En ik heb nog wel een paar duizend gul den hier in m'n bureau, maar die raak ik mooi niet meer kwijt." Hij opent een schoenendoos op z'n bureau en gooit me een stapeltje vijftigjes toe. „Misschien ken jij het wel kwijt, gewoon je bood- schappen mee betalen, in de super- markt hebben ze het niet door." Ik val van de ene verbazing in de an dere. Enigszins ongemakkelijk be- kijk ik de briefjes. Net de zonne- bloemen van Van Gogh, ieder briefje een meesterwerk. En alle maal identiek. „Er zitten twee echte in. Haal jij ze d'rmaar eens uit." Ik kijk hem aan. Een leuke uitda- ging. Ik ga ervoor zitten op de le ren bank die ook met nepgeld be- taald is. Sjaak biedt me een loep aan en belooft me nog een stapeltje als ik het goed heb. Hoewel ik het nepgeld nooit uit zou durven ge ven, speel ik mee. Ik ben ervan overtuigd dat het verschil toch er- gens te zien moet zijn. Buiten zet een krantenjongen zijn fiets tegen een lantaarnpaal. Even later wordt er aangebeld. „Zal wel voor de kersttip zijn", mompelt Sjaak en hij loopt naar de deur. De volgende ogenblikken gaan zo snel dat ik niet besef wat er gebeurt. Ik hoor het geluid van Sjaak die de deur van de knip haalt en open illustratie: Marco van der Wielen doet, en in mijn herinnering staat in diezelfde seconde nog een poli- tie-agent voor m'n neus. Ik kijk hem onbegrijpend aan wanneer hij het geld uit m'n handen rukt en me in de boeien slaat. Sjaak begint me verrot te schelden, ervan overtuigd dat ik hem erin heb geluisd. Ik heb eerder het idee dat het complot te gen mfj is. Tegensputteren heeft geen zin. Als ik me op mijn krant beroep, zijn ze bereid de redactie te bellen, maar de hoofdredacteur is afwezig en al leen hij is op de hoogte van mijn stage. Op het politiebureau staat de radio aan en het lijkt wel of ze hem speciaal voor mij harder zetten wanneer in het bekende Postbus 51-bericht klinkt: 'De euro komt eraan'. Nou, ik heb het geweten. Winkelen met de euro ROTTERDAM - Dat de lezers van Maasstad weekbladen de verhalen- wedstrijd gemist hebben, bleek uit de vele readies die wij de afgelo- pen weken ontvangen heb ben. „Ik heb mijn 'op- dracht' vorig jaar echt gemist. Reden des te meer om goed mijn best te doen", schreef mevrouw A.C. Visser uit Krim- pen aan de Lek. Helaas voor haar is ze niet de winnaar geworden van de Maas stad weekbladen verhalen- wedstrijd 2001Dat werd Michelle van Dijk uit Rotterdam, wiens ver haal op deze pagina te lezen valt. Geschreven, getypt op een oude machine of verzonden via e-mail. Vele tientallen verhalen kwamen in de afgelopen weken binnen op de redactie van Maasstad weekbla den. De invoering van de euro en daarmee het verdwijnen van de gulden, maakt kennelijk een hele- boel los bij onze lezers. Op alle mogelijke manieren werden de ge- dachten hierover aan het papier toevertrouwd. Nostalgie voerde duidelijk de boventoon. Veel men- sen betreuren het verdwijnen van de gulden, al zien opvallend veel mensen toch wel de voordelen van de nieuwe euromunten. Winnaar Michelle van Dijk heeft door W. Bockman Ze had zich er al maanden lang ze- nuwachtig over gemaakt: de euro. In december had ze de gratis eu- rokit bij de bank afgehaald en het bijgevoegde boekje goed bestu- deerd. Moeilijk hoor, zo veel nieu we munten waar je weer mee moest leren omgaan. Ze had de tijd nog meegemaakt dat er halve cen ten, centen en vierduitstukken in omloop waren. Later waren die ge- lukkig verdwenen. Maar nu kregen we weer acht verschillende munten en al die nieuwe bankbiljetten. Wat haar betreft had de gulden mogen blijven. Ze werd over een week 69 en al die veranderingen hoefden voor haar zo nodig niet meer. Maar op 2 januari 2002 moest ze toch gaan winkelen met het nieuwe geld. Met een gloednieuw biljet van 20 euro en de euromunten in haar portemonnee, ging ze naar de op een originele wijze de invoering van de euro gebruikt voor haar ver haal. Aan het begin lijkt het een nostalgisch verhaal te worden, maar gaandeweg wordt duidelijk wie de hoofdpersoon wer- kelijk is. Het ver haal wordt mooi opgebouwd en eindigt met een aardige climax. En ondertussen kom je boven- dien het een en ander over de euro te weten. Michelle wint met haar verhaal 'Af tellen naar de euro' een reis voor twee personen naar Londen of Pa- rijs. Het tweede verhaal op deze pagi na, 'Winkelen met de euro' van W. Bockman, is weliswaar geen win naar, maar wel zeer de moeite waard om af te drukken. In dit ver haal komt een heel andere kant van de nieuwe munt aan de orde, na- melijk de praktische kant. Deson- danks gaat dit verhaal niet over winkelen met de euro, maar meer over normen en waarden. Daarmee geeft W. Bockman een originele draai aan dit verhaal. Vanaf deze piek willen we nog even alle in- zenders van verhalen bedanken voor hun bijdragen. En graag tot volgend jaar bij onzer verhalen- wedstrijd. supermarkt in de buurt waar ze al jaren kwam. Het was hier goed- koop, alles was van prima kwaliteit en het personeel was vriendelijk. Ze zette haar boodschappenkarre- tje bij de inpaktafel en maakte haar onafscheidelijke hondje daar vast. Een ordinaire vrouw met fel geel haar mopperde chagrijnig 'Er mo gen hier helemaal geen honden binnen', maar ze negeerde haar. Het personeel vond het altijd goed, dus waar bemoeide zij zich mee? Toen ze haar boodschappen had gedaan en in de rij stond bij een van de vier kassa's, zag ze dat er een nieuwe bediende achter zat. Hij zag er vriendelijk uit met blo- zende wangen en helder blauwe ogen. Ook moeilijk voor die jon- gen dacht ze: een nieuwe baan en dan met die euro's. Het was druk in de winkel. Voor iedere kassa stond wel een rij, maar het ging ge- lukkig snel. Het viel haar wel op dat mensen hun kassabonnen veel nauwlettender nakeken dan an ders. Vanwege de euro natuurlijk en of het klopte met het wisselgeld dat ze terugkregen. Toch was er iets vreemds. Als mensen hun kas- sabon hadden bekeken, lachten ze een beetje in zichzelf, pakten snel hun boodschappen in en liepen dan snel, ietwat schuw de winkel uit. De rij bij haar kassa schoot op en snel was ze aan de beurt. De nieu we bediende was snel. Vlot schoof hij haar boodschappen over de lo- pende band. Ze had deze week aar dig wat extra ingeslagen, omdat ze volgende week jarig was. Eigenlijk kon ze het niet betalen van haar AOW, maar eenmaal per jaar moest het kunnen. Koekjes, een slagroomtaart, een lekker flesje wijn, bonbons en dan nog haar ge- wone boodschappen: appels, brood, groenten en koffie. „Dat is dan 10 euro 88 mevrouw", zei de jongeman en vriendelijk overhandigde hij haar de kassabon. Voordat ze haar boodschappen in- pakte keek ze de bon op haar ge- mak goed na. Tien euro 88, dat is ongeveer 25 gulden, rekende ze moeizaam. Klopt dat wel, het leek haar zo goedkoop. Ze liep de hele bon precies na. O kijk, dacht ze toen, de wijn, bonbons en de taart zijn niet gerekend. Ze kwam bijna in de verleiding om er niets van te zeggen. Ze had het immers niet breed en moest ieder dubbeltje tien keer omdraaien. Was het nu trou wens: iedere eurocent tien keer omdraaien? Ze kende echter nog normen en waarden. En bovendien duurt eer- lijkheid nog steeds het langst. Ze stapte resoluut naar de kassa en zei: „Jongenman, je hebt je vergist met de rekening." Vriendelijk lachend pakte hij de te- lefoon en vroeg naar de bedrijfslei- der. Even later kwam deze keurige heer op haar af en zei: „Wilt u even met mij meekomen?" sj Ze reageerde geschrokken: „Heb ik iets verkeerd gedaan?" Maar de man voerde haar mee naar het kantoortje, waar ze op een stoel werd gezet. Ze kreeg koffie met een groot stuk taart en een prachti- ge bos bloemen. Nog geheel ver- bouwereerd stamelde ze: „Wat heeft dit allemaal te betekenen?' „Ik zal het u uitleggen", ant- woordde de bedrijfsleider. „Ter ere van de eerste winkeldag met de euro houden wij vandaag een actie. Wij vergeten bij iedere klant moedwillig enkele boodschappen te rekenen om zo te testen of er nog eerlijke mensen bestaan. Nou ik moet zeggen dat er bitter weinig zijn. Tweehonderd mensen zijn tot nu toe de kassa's gepasseerd en niemand heeft zijn mond openge- daan. U bent de eerste. Daarom krijgt u als beloning een grote mand met levensmiddelen en als klap op de vuurpijl: een cheque ter waarde van 1000 euro!" 'Dank je wel, mama', zei het mannetje. Eerder had hij toe staan kij ken hoe zijn moeder twee eurokits in ontvangst had genomen van de bankdame achter de balie. Meteen had zijn moeder het plastic ver- wijderd en zijn eurokit aan hem overhandigd. Gei'nte- resseerd bekeek hij de mun ten in het vierkante mapje. Het mannetje - die gezien zijn leeftijd maar net binnen de eurokitdoelgroep viel - vond het wel wat. En daar om bedankte hij zijn moe der. 'Je hoeft mij niet te bedan ken', kaatste zij terug. 'Maar jij hebt ze toch be- taald?' Al keuvelend over het eu- rokitje met inhoud veriieten moeder en zoon de bank. Ze waren niet de enigen die hun eerste euromunten op kwamen halen. Een mooi gebaar van onze overheid. Op die manier hebben we met z'n alien toch mooi een paar weken kunnen oefenen met die nieuwe euromunten. In hoeveei huishoudens zal de kit op die manier op tafel zijn gekomen? 'Dat is dan twee euro 97.' 'Alsjeblieft.' 'Dankjewei, dan heb je hier drie eurocent terug.' 'Dankjewei.' Om vervolgens een glaasje wijn erbij te pakken om te concluderen dat het alle maal best meevalt met die nieuwe munten. Want sommige mensen ga- ven je de afgelopen tijd een beetje de indruk alsof de af gelopen jaarwisseling nog kritieker zou worden dan de millenniumwisseling. Toen bleken we met z'n alien be- hoorlijk millenniumproof. Maar zouden we nu ook eu roproof zijn? Vandaar het 'Overlevingspakketje van Zalm', zoals wij die eurokit zijn gaan noemen. Nee, de voorbereiding ging best. En nu maar afwachten hoe we de eerste weken doorkomen. Want spannend is het allemaal wel. En com- mercieel gezien nog interes- sant ook. Naast de eurokit, kon je in de winkels ook gul- denkits kopen. Een bakje waarin je alle guldenmunten kwijt kan - leuk als bewaar- object voor later. Of als vangnet. Want als we de komende weken toch vast blijken te lopen met die euro's, hebben al die mensen die een gul- denkit gekocht hebben toch mooi een noodrantsoen ach ter de hand. Misschien dat je gulden dan pas echt een daalder waard is. Vincent Wernke illustratie: Marco van der Wielen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Maaspost / Maasstad / Maasstad Pers | 2002 | | pagina 15