maasstad ET@p® f Muskusrattenpopulatie groterdan 1 r STREEK - Rattenvangers, we kennen het eigenlijk al- leen nog maar uit het sprook- je: de rattenvanger die een bijzondere aantrekkings- kracht op kinderen uitoefen- de. Of van die oude televisie- serie: de rattenvanger van Hamelen. In de Krimpener- waard worden de komende maanden wel 70 rattenvan gers en het complete manage- mentteam dat daarboven staat actief. Ze zijn in dienst van de provincie Zuid-Hol- land. Een uitstervend be- roep? Helaas niet, de mus kusrattenpopulatie in deze streek in Zuid-Holland is gro- ter dan ooit. Jachtreis Verdrinken Zwaar 'IDE CX33 Grote actie moet in een keer 39.000 muskusratten doden Door Jorina Haspels Momenteel worden er allerlei voorbereidingen getroffen om straks in de maanden november en decembereen grote klapper te kro nen slaan. De muskusrattenvan- gers hopen in deze twee maanden zo'n, schrik niet. 39.000 van deze beestjes te vangen en te doden. Tot nu toe zijn er in de Krimpener- waard al meer dan 10.000 gevan- gen. Daar komen deze 39.000 nog eens bij. De ratten worden bestre- den omdat ze bijna direct zodra ze geboren zijn, begiroen te graven. „Het is bijna niet te geloven, maar een volwassen rat graaft gemid- deld voor zijn bouw (zijn huis, red.) een kuup grond weg", legt rattenvanger Harry Bernen uit. „Dat doet hij aan slootkanten, de dijk. Hij ondermijnt daarmee de hele oever en daar waar wij onder de waterspiegel leven, wat vooral in Zuid-Holland het geval is, is het dus heel gevaarlijk wat hij doet." „De muskusrat zwemt aan het wa- teroppervlak", is zijn collega Ger- rit Schut nog wat gedetailleerder, „maar hij begint met het graven van zijn hoi net onder de waterlijn, zit hij goed onder vaste land dan graaft hij weer omhoog tot boven de waterlijn. Je kunt je wel voor- stellen dat de oevers min of meer van gatenkaas worden. Land- bouwmachines zakken ineens weg, terrasjes storten in en een dijk wordt zwak. Daarnaast is het zo dat die grond die zij weggraven in de sloot terechtkomt. De sloot wordt erg modderig, minder diep. Als in de winter de gemalen extra water kwijt moeten via de watergangen, gaat dat niet. Ik kan wonen dankzij waterbeheersing in de polder. Hierdoor komt mijn huis niet onder water te staan. De muskusrat zet al- les op zijn kop en daarom moeten die beestjes bestreden worden." Het beestje zelf ziet er lang niet zo gevaarlijk uit in vergelijking met de sehade die de rat toebrengt. Er bestaan allerlei sterke verhalen over de agressiviteit van het dier. In de sterkste zou de rat je ongeveer opeten. Dat is allesbehalve waar. Het dier eet alleen plantaardig voedsel. Het liefste gras. Aan de vingervan rattenvanger Hans heeft in de 23 jaar dat hij dit werk doet nog maar twee keer een muskusrat gehangen. De benaming van 'rat' is eigenlijk al verkeerd. In Belgie staat het dier op de menukaart als waterkonijn en officieel is de mus kusrat geen rattensoort, maar valt het dier onder de woelmuisachti- gen. Het beestje is heel schoon, in tegenstelling tot de bmine rat, het beest waar hij vaak mee verward wordtDit dier houdt zijn staart niet schoon en vreet alles wat hem voor de voeten komt zoals afval. Door- dat aan die staart allerlei viezigheid blijft kleven, zijn het daarmee ook voortbrengers van vervelende ziektes. Een muskusrat zorgt dat zijn staart schoon is en is in dat op- zicht minder gevaarlijk. Oorspronkelijk komt het dier niet voor in Europa. Ruim tachtig jaar geleden bracht een Tjechische graaf het dier nvee van een jachtreis door Alaska. Hij zette vijf prachti- ge donkerbruine exemplaren met een glanzende vacht uit op zijn landgoed. Binnen korte tijd schoot hij er dertig. Achteraf blijkt dat dit nog maar een schijntje moet zijn geweest van de populatie. Slechts tien j aar later schatte men het aantal diertjes in een straal van honderd kilometer al op ongeveer twee mil- joen. Waarschijnlijkkon hij niet zo goed schieten, of hij wist niet waar hij moest zoeken. Dat laatste zal wel het geval zijn want de muskus rat laat zich niet zomaar vangen. Op stap met rattenvanger Hans leer je op de tekenen te letten. Sporen op de kant van zo'n tien centimeter breed is wellicht het eerste wat op- valt. „Nukaneeneenddatookheb- ben gedaan", vertelt Hans de Groot, „maar kijk, hier zie je dat het gras tot aan de grond is opgege- ten en een muskusrat eet dat graag. En als we nu verder kijken.Hans staat inmiddels met zijn lieslaarzen al in de sloot. „zien we dat hier wat blauwachtigeolie op het water ligt. Muskusolie wat een mannelijke rat achterlaat als hij seksueel actief wordt. Hij bakent zo zijn territori- um af." Dat was al even eerder aanleiding voor heel wat grapjes. De muskusolie zou hetzelfde zijn als de musk die in veel woest aan- trekkelijke parfums wordt ge- bruikt..Kijken hier", gaat hij ver der, „zie je in het water een pol grond liggen. Al die grond die hij weggraaft voor zijn bouw komt hier terecht. „En hier", hij blijft kleine details aanwijzen waar een willekeurige voorbijganger volledig aan voorbij ziet, „eenplaatsje waar hij zij n uit- werpselen deponeert en hier liggen wat plukjes 'wol'." De conclusie is duidelijk: hier zit een bouw van de muskusrat. Even later staan we boven een ander nest. Het lijkt wel een moeras. De grond veert zodra je maar even een hupje maakt, zo ondermijnd is de bodem. Het grootste hoi wat de rattenvangers hebben gevonden, ging wel zes meter landinwaarts. Normaal ge- sproken is dit ook precies wat een muskusrat moet doen: zorgen dat het moeras niet dichtslibt maar openblijft zodat speciale planten en beestjes kunnen blijven leven. Daarom komen ze oorspronkelijk ookhelemaal niet in de Krimpener- waard voor. Het is niet de bedoe- ling dat Zuid - Holland weer veran- dert in een moeras of een groot wa ter wat bij een dijkdoorbraak het geval zou zijn. Hans doet nu verder niets aan dit hoiZe zij n bezig om voorbereidin gen te treffen voor de grote actie in november en december. Doorgan- gen in de grote watergangen die langs de weg lopen en dus makke- lijk bereikbaar zijn voor de van- gers, worden nu hermetisch afge- sloten. Metdeminstdiervriendelij- ke methode die de rattenvangers kennen, komen deze ratten aan hun einde. Een klem, die een dier in een keer doodt, is bij een grote water- gang niet effectief. Er zwemmen te veel ratten langs. Als een klem een- maal gebruikt is, ontstaat een gat waar de rest gewoon langs kan. Er worden nu kooien gebruikt waar de ratten wel in kunnen zwemmen, maarnietuitkunnen. „De valhangt onder water en het beestje kan dus niet meer naar boven om adem te halen. Ze verdrinken. Normaal ge- sproken kunnen ze wel tien minu- ten tot een kwartier onder water blijven, maar door de paniek laten ze hun adem veel eerder los en is het zo gebeurd'zegt Hans. Hij geeft toe dat het niet de meest vriendelijke manier is, maar zowel hij als zijn collega's zijn overtuigd van de noodzaak. De populatie is nu zo groot.dat er ineens veel meer ratten gevangen moeten worden voor de veiligheid van iedereen in de Krimpenerwaard. En dat gaat alleen maar met deze vailen. In de twee actiemaanden wordt er uit- slui tend nog met klemmen gewerkt en gaan de bestrijders alle kleinere sloten dieper het land in langs, en hopen ze de populatie een grote slag toe te brengen. Een zodanig grote slag dat na nog eens vier jaar bestrijden het aantal kooien terug- gebracht kan worden van 1800 tot 30 en komt aan deze dieronvrien- delijke methode min of meer een einde. Je moet het wel groots aan- pakkenzegt Harry, „ik zeg altijd maar dat als je een kennel hebt met 12 honden die onder de vlooien zit- ten. Als je de eerste vijf ontvlooit hebt, zit de eerste er al weer on der." Een leuk detail is overigens dat de klemmen voldoen aan alle ISO-normeringen. Fijn voor de beestjes om te weten dat ze met een veiiige klem gedood worden. De populatie in de Krimpener waard is danig uit de hand gelopen. Drie zachte winters, mkz, weinig natuurlijke vijanden en het gecom- bineerde gras - waterrijke iand- schap van de Krimpenerwaard op zich heeft voor deze populatie ge- zorgd. „Voor ratten is de Krimpe nerwaard de hemel", zegt Gerrit kort samengevat. „Veel water, ge- noeg te vretenengeen vijanden. Ze jongen hierdoor het hele jaar door." Vier, vijf keer per jaar zet een rattenstelletje een stuk of zes jonkies op de wereld. De ratjes die vroeg in het jaar al worden gebo ren, werpen in hetzelfde jaar al voor het eerst. In Noord-Amerika, waar ze oorspronkelijk vandaan komen, is het in de winter zo koud dat ze dan seksueel op nonactief staan. De afgelopen winters is het nauwelijks koud geweest, en hoe- wel de mannetjes niet zo snel op de vrouwtjes kruipen, het gebeurt wel. „Een ander nadeel van zo'n zachte winter is dat we ze minder goed kronen vangen", zegt Harry. „Als er een dun laagje ijs op de slo ten ligt, kunnen we ze onder het ijs zien gaan, luchtbellen, plukjes gras, en hebben we ze zo te pakke- n.'„En dat is heel jammer", voegt hij er nog aan toe, „want in de pe- riode dat ze zo min mogelijk ver- meerderen willen we de populatie een zo'n groot mogelijke slag toe- brengen, zodat in de zomer de po pulatie niet kan herstellen of zelfs groter worden. We willen zo min mogelijk dierenleed veroorzaken. Elk dier dat doodgaat is dierenleed en hoewel we overtuigd zijn van de noodzaak omdeze dieren te bestrij den, willen we geen oroodig leed veroorzaken." De uitbraak van de mkz in ons land had voor de muskusrattenvangers veel nadelige gevolgen Sterker nog: drie maanden lang mochten ze het land niet op om jacht te ma- ken op de schadebrengers aan dijk en weiland. Ratten hadden echter geen boodschap aan de mkz en ble- ven uit solidariteit heus niet van hun partner af. Ze fokten lekker door en de populatie werd groter en groter. De in zwang zijnde eco-oevers ma- ken het de rattenvangers nog eens extra moeilijk omdebeesten te vin- den. „Alsjetotjeknieeninhetgras staat, vindtzedan maar eens'zegt Hans. Ook eco-oevers kennen dus nadelen, hoe goed voor het milieu ook, het betekent voor de ratten een lekker hapje en zezijn moeilijkerte vinden. Waterschappen die deze oevers aanleggen, betalen de prijs hiervoor. Enerzijds steken ze geld in het maken van deze oevers, an- derzijds betalen ze mee in de be- strijding van de muskusrat. In de Krimpenerwaard zijn ook geen natuurlijke vijanden die een einde kunnen maken aan deze gro te populatie. In Alaska wil een otter of bunzing nog wel eens een einde maken aan het leven van de mus kusrat, die komen hier niet voor. „En natuurlijke vijanden inbren- gen zal niet gaan", weet Hans. „Dat heeft nog nooit gewerkt. De otter eet bijvoorbeeld behalve de muskusrat ook andere dieren en planten en zo zouden ze die popu latie weer aantasten. Het werk van een muskusratten- vanger is zwaar. „Dat hebben veel mensen niet in de gatenzegt Ger rit. „Maar de watergangen in de Krimpenerwaard hebben geen vaste bodem, we zitten steeds vast in de modder. En dat geeft een heel divers beeld aan klachten. Het kan de achillespees zijn, de rug, eigen lijk het hele bewegingsapparaat gaat er vroeg of laat aan. Het mana gement is daarom bezig met func- tioneel leeftijdsontslag (flo), net als bij brandweer, politie en het le- ger. Als je wat ouder wordt gaat het niet meer zo gemakkelijk. Het is nu al zo dat vanaf 43 jaar de vangers een kleiner gebied krijgen toege- wezen." Er gaat nog meer binnen de pro vin- ciale dienst muskusrattenbestrij- ding veranderen. Het manage- mentteam is bezig met het opzetten van een eigen IVN cursus. „Tot nu toe volgden beginnende bestrijders de jachtcursus", vertelt Harry. „We willen echter de bestrijding uit de jachtsfeer halen. Het is echt bestrijden en geen jagen." „Hoe- wel je die combinatie nog al eens ziet", vult Gerrit aan, „maar dat is uit eigen interesse en heeft niets met onze dienst te maken.„In de cursus willen we meer aandacht aan de natuur geven", vervolgt Harry. „Eerbied voor de natuur is een pre voor onze vangers. Bij sol- licitatiegesprekken worden sollici- tanten hierop gescreend. Het is echt heel belangrijk. In de cursus willen we ze meer kennis geven, ook al omdat we betrokken zijn bij zoogdierenonderzoek. We zijn toch al in het veld, dus we kunnen direct kijken welke dieren er nog meer zijn." „Monitoren van faunapassages, heet dat officieel", zegt Harry er grinnikend achter aan, „ik vind dat toch zo'n mooie term." Hij is een beetje te nuchter voor dit soort mooie termen, en dat past wel bij de organisatie. Die is heel plat. Veel rattenvangers en slechts een klein managementteam daarboven. In Zuid-Holland is dat om precies te zijn: 70 vangers, 9 rayonmanagers en 2 stafmedewerkers. Het zijn of ficieel ambtenaren omdat ze in dienst Zijn van de provincie. Vroe- ger waren de rattenvangers pre- miejagers. Voor elke gevangen muskusrat kreeg je een premie van vijf gulden en later zeven gulden vijftig. „Het probleem daarvan was dat rattenvangers een bouw nog wel eens wilde laten zitten. Anders zou je het andere jaar wel eens zonder inkomsten kunnen ko men te zitten. Daarom is het in Ne- derland anders opgezet en onder provinciaal beheer gekomen." Elke provincie pakte dat op een ei gen manier op. Lange tijd heeft in Zuid-Holland de muskusrattenbe- strijding achter de feiten aangelo- pen, met als gevolg dat de ratten hier welig tierden. "Nu is onze dienst een van de best georgani- seerde in Nederland en zorgen wij ervoor dat Noord-Holland nauwe lijks nog een rat vangt. We hebben alles al weggevangen en geen rat kan de grens tussen Noord en Zuid- Holland oversteken. De enige rat ten die ze nog vangen, hebben er op de een of andere manier in weten te slagen de afsluitdijk over te steken Verder houden de natuurlijke bar- rieres van het IJsselmeer en de Noordzee de beestjes tegen." Het is de bedoeling dat in Zuid- Holland in 2005 nog maar 0,10 vangst per velduur gedaan wordt, wat in gewone taal inhoudt dat als een rattenvanger tien uur in het veldloopt, hij slechts een rat vangt. Het aantal muskusrattenvangers kan dan teruggebracht worden naar 50. De overige twintig zullen dan ingezet worden bij de bestrij ding van de beverrat. Deze popula tie is momenteel ook erg aan het groeien. Te veel, dus ook deze beestjes moeten bestreden worden met meer mensen dan tot nu toe. In Engeland heeft men het mus- kusrattenprobleem op een andere manier opgelost. Daar heeft de re- gering gezegd dat de vangers vijf jaar lang een gegarandeerd inko- men krijgen om de muskusrat uit te roeien. Lukt het in minder tijd, dan was het inkomen tot die tijd gega randeerd. En inderdaad, binnen vier jaar was het probleem opge lost. In Belgie heeft men een soortgelijk systeem als in Nederland proberen op te zetten. In overheidsdienst, maar het werkte niet, of beter ge zegd: ze werkten niet. Nu zijn de rattenvangers slechts onder con- tractbasis in dienst. Voldoen ze niet, dan wordt eenvoudigweg het contract niet verlengd. En in Duits- land doen sommige deelstaten er helemaal niks aan. „Op het mo ment dat een deelstaat voorname- lijk uit bergen bestaat", zegt Ger rit, „is de muskusrat ook geen pro bleem. Dus, zo hebben de Duitsers gedacht, we gaan niet te veel geld uitgeven aan het bestrijden ervan. Met als gevolg dat wij met de ge- bakken peren zitten. De beesten houden zich niet aan landsgrenzen en rukken op naar ons waterrijke landje." 5\VVli - - x

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Maaspost / Maasstad / Maasstad Pers | 2002 | | pagina 12