'S|
'Een stad zonder brouwerij is toch geen stad'
In de gistkuipen ontstaat
in zeven dagen het bier
'Wie niet in 'n eel op't
Kraantje
geen bur
ft gezeten, is
van Delfshaven'
Hgiii
■Mill
De Pelgrim Rotterdams enige bierbrouwerij
1* IK
ML III
Pete rim- 5*
In het proeflokaal trekken
houten balken strepen over
het plafond. Op de ongelakte,
houten vloer staan donker-
bruine houten stoelen en ta-
fels. In het midden van de bar
steunt een houten balk het
plafond. Uit de biertaps
wordt pelgrimbier geschon-
ken. De muren zijn behangen
met foto's waarop allerlei ge-
beurtenissen zijn te zien; een
huwelijk in Stadsbrouwerij
De Pelgrim, een bevroren en
besneeuwd Oud-Delfshaven,
een lange, gedekte tafel in de
Gildezaal. Een reportage van
Stadsbrouwerij De Pelgrim
en Delfshaven; het oudste
deel van Rotterdam.
Schaapsvoer
Een ander oud gebouw aan
de Aelbrechtskolk is het Zak
kendragershuisje. De oor
spronkelijke benaming van
het Zakkendragershuisje was
het Kraanhuis. De naam her-
innert aan de hijskraan waar-
mee een sluisdeur tussen
Kolk en Achterwater, die
zich onder het kraanhuis be-
vond, kon worden opgehe-
sen.
Woensdag 27 november 2002
SfsowJiw-
v*«W
Harry v.d. Wiel (I) en bierbrouwer Sander Maassen achter de tap.
Gerst is de belangrijkste grondstof voor het maken van bier.
De bierbrouwerij was vroeger een kerk en werd later een raadhuis.
CX75
Door Erika Haisma
Foto's Dick Sluijter
Delfshaven ontstond in 1389
toen de Delfshavense Schie werd
gegraven om de stad Delft te ver-
binden met de Nieuwe Maas.
Delft had in die tijd twee belang-
rijke industrieen: bierbrouwen
en de lakennijverheid. Delft kon
wel van de Rotterdamse sluis ge-
bruik maken, maar de stad
moest hier tol voor betalen.
Daarom zorgde Delft voor een
eigen verbinding met de Nieuwe
Maas en probeerde zo de con-
currerende stad Rotterdam een
slag voor te blijven. Rondom de-
ze sluis ontstond het havenstadje
Delfshaven.
Willem 111 een standbeeld van hem
onthuld dat vandaag-de-dag nog in
Delfshaven is te zien.
Delfshaven is 00k bekend doordat
de Pelgrimvaders vroeger in deze
voorhaven van Delft hebben ge-
woond. Dit waren puriteinse pro-
testanten die in Engeland werden
vervolgd om hun geloof. Een deel
van deze Engelse protestanten
vluchtte in 1609 naar Amsterdam.
Holland stond immers om zijn to-
lerante houding bekend. Na een
halfjaar vertrokken deze Pelgrim
vaders naar Delft waar ze elf jaar
lang een eigen gemeenschap
vormden. Ze werden toen niet ver
volgd om hun geloof, maar moch-
ten niet elk beroep uitoefenen.
Daardoor verkeerde een deel van
de Engelse vluchtelingen in ar-
moedige omstandigheden. Ameri-
ka lokte. Na elf jaar in Delft te heb
ben gewoond, vertrokken zij naar
het land met de onbegrensde mo
gelijkheden. Deze Pelgrimvaders
waren de voorouders van president
Roosevelt en president Bush.
Bierbrouwerij De Pelgrim was
vroeger een raadhuis. Het pand
werd vanaf 1554 bewoond door
stadsdienaren en kasteleins. Deze
functie van stadskastelein was een
combinatie van rentmeester, direc-
teur van gemeentewerken en ge-
meentes.ecretaris. Na de annexatie
in 1886 door Rotterdam verloor
het raadhuis zijn functie. De ge-
meente wilde in 1994 Oud-Delfs
haven levendiger maken. Inmid-
dels waren uit het oude raadhuis de
politie en het bureau Oudheidkun-
dig Onderzoek vertrokken.
Toen kwam horecaondernemer
Harry van der Wiel met een idee;
we maken het raadhuis tot bier
brouwerij. Dit zou daarmee de eni
ge brouwerij in Rotterdam worden.
Van de Wiel: „Een stad zonder
bierbrouwerij is toch geen stad."
Bierbrouwerij De Pelgrim opende
op 9 mei 1996 haar poorten.
De sfeervolle bar van De Pelgrim
Stagiaire Wouter Heuvelman neemt een keurende teug van het brouwsel.
Na toevoeging van gist gaat het vocht in de gistkuipen.
Stadsbrouwerij De Pelgrim
maakt drie verschillende bieren:
een amberkleurig bier van hoge
gisting (Pelgrim Speciaal), May
flower Tripel; een blond bier
waaraan gember is toegevoegd
en diverse seizoensbieren zoals
herfstbok. Gerst is de belang
rijkste grondstof voor het maken
van bier.
Dit graanproduct wordt vermengd
met water zodat het zaad ontkiemt.
Hierdoor wordt het zetmeel in de
gerstekorrel omgezet in moutsui-
ker. Deze moutsuiker kan in tegen-
stelling tot zetmeel gisten. Als de
korrel te lang ontkiemt, ontstaat
een plantje. Om dit proces te stop-
pen verhit de brouwer de ontkiem-
de gerst met hete lucht. Er ontstaat
mout. De mout wordt geplet en
vermengd met water. In een filter-
vat wordt het vocht van de resten
gescheiden en ontstaan er twee
producten: wort (moutextract) en
bostel (afval). Het wort gaat naar
de hopketel, waar er hop aan wordt
toegevoegd. De hop geeft het bier
l zijn bittere smaak. Het bier wordt
langzaam afgekoeld en na toevoe
ging van gist, gaat het naar de gist
kuipen, waar in zeven dagen een
bier ontstaat. De gist zet namelijk
de suikers om in alcohol. De twee-
de gisting en rijping duurt drie we-
ken en vindt plaats in grote lager-
tanks. Voordat het bier kan worden
gedronken, gaat het vocht door
verschillende filters en pas dan in
het vat.
Het afvalproduct van het bierbrou
wen (bostel) wordt door Stads
brouwerij De Pelgrim gebruikt als
schaapsvoer. Wekelijks komt een
herder de bostel ophalen. Zijn
schapen, die onder de Van Brie-
nenoordbrug grazen, doen zich te
goed aan de eiwitrijke resten. Vlak-
bij Rotterdams enig bierbrouwerij
staat de Oude Kerk of Pelgrims-
kerk. Deze kerk werd in 1417 ge-
bouwd als een kapel die was opge-
dragen aan de heilige St. Antho-
nius. Tijdens de beeldenstorm in
1572 werd de kapel omgedoopt tot
een hervormde kerk. In 1761 werd
het gebouw aanzienlijk verhoogd
en vernieuwd, waardoor het nu
met recht een kerk mag worden ge-
noemd. Uit dat jaar stammen de
barokgevel en het klokkentorentje.
Eigenaar van Stadsbrouwerij De
Pelgrim Harry van de Wiel had zo
zijn redenen van het oude raadhuis
een bierbrouwerij te maken. „Ik
heb altijd bierbrouwer willen wor
den." Van de Wiel was al in het
bezit van bierlokaal Locus Publi-
cus en het Doelencafe. Daarvoor
reed hij naar Frankrijk en Belgie
om de bieren te halen. „Ik belde de
brouwerijen op, en ging langs.
Sommige mensen gaan op vakan-
tie naar het strand, en anderen gaan
langs bierbrouwerijen." Op het
waarom zegt hij: „Ik vind bier lek-
ker." Van der Wiel vertelt dat hij
in 1970 met zijn lelijke eend de
Duvel, Belle Vue en Mort Subile
uit die landen heeft gehaald. Nu
zijn die bieren hier overal te koop.
De Pelgrim dient niet alleen als
brouwerij. Sinds 1996 trouwen
echtparen in het voormalige raad
huis en kan er worden gegeten.
Ook verzorgt de stadsbrouwerij
bedrijfsuitjes waarbij een rondlei-
ding wordt gegeven, en worden er
afscheidsfeesten, en veijaardagen
gegeven. Er worden zelfs galafees-
ten voor studenten en gemeente-
vergaderingen gehouden. „Een an-
dere sfeer kan nog weleens zorgen
voor openheid en goede gesprek-
ken," legt de bedrijfsleider van De
Pelgrim uit.
Sander Maassen is de bierbrouwer
die sinds een jaar de scepter zwaait
over het bier in Stadsbrouwerij De
Pelgrim. Hij groeide op tussen het
hop. Al van jongs af aan was het
zijn droom bierbrouwer te worden.
Op de universiteit volgde hij mi
crobiologic. Voor een tijd leverde
hij de gist voor Stadsbrouwerij De
Pelgrim en toen hij hoorde dat ze
zochten naar een bierbrouwer
dacht hij: „Dat kan ik ook wel."
Maassen zegt al 17 jaar ervaring te
hebben met het bierbrouwen.
Bierbrouwer Sander Maassen
wordt geholpen door Wouter Heu
velman. Hij is stagiaire van hbo-
opleiding levensmiddelentechno-
logie in Delft. Wouter weet nog
niet of hij zich in het bierbrouwen
gaat specialiseren. „Ik kijk eerst
hoe ik dit vind.' 'In oktober presen-
teerde Stadsbrouwerij De Pelgrim
een van zijn seizoensbieren: de
herfstbok. Het was vroeger al een
gebruik het bier na het binnenhalen
van de oogst te bereiden. 's Zo-
mers hadden ze daar geen tijd
voor, en zouden er alleen maar
vliegjes op de brouwsels afkomen.
Dit herfstbier is vaak een wat
zwaarder bier (5,5 procent alcohol)
.In winkels en groothandels is het
bier uit De Pelgrim niet te koop.
„Daar is het te duur voor." Verder
zou dat veel te veel tijd in beslag
nemen. Stadsbrouwerij De Pelgrim
kan maar 60 flessen van 0,45 liter
per uur produceren. Het Rotter
damse bier wordt wel geschonken
in Locus Publicus en het Doelen
cafe. Verder is het weleens 'bier
van de maand' bij verschillende
cafe's. Daarnaast verkoopt de
brouwerij flessen aan toeristen.
In die tijd had Delft 230 bierbrou
werijen en Rotterdam 48. In dit
aantal is te zien dat Rotterdam toen
nog niet zo veel voorstelde. De Ne-
derlandse bevolking dronk 450 li
ter bier per hoofd per jaar. Dat is
nu 85 liter. Dat kwam omdat kof-
fie, thee en jenever nog niet be
kend waren. Water dronken de
mensen ook liever niet; daar kon-
den ze ziek van worden. Inmiddels
zijn alle bierbrouwerijen in Rotter
dam verdwenen met als uitzonde-
ring Stadsbrouwerij De Pelgrim.
Het stadje aan de Schie heeft om
verschillende redenen bekendheid
gekregen. Als eerste is hier Piet
Heyn geboren en opgegroeid. Hij
werd geboren in de Kerkstraat; wat
tegenwoordig de Piet Heynstraat
heet. Zijn ouders waren arm. Het
liefst had zijn moeder dat Piet een
veilige baan zocht aan de wal. Des-
ondanks koos hij, net als zijn vader
Pieter, voor de zee. Daar werd hij
gevangen genomen door de Span-
jaarden. Ongeveer 4 jaar moest hij
voor hen als galeislaaf (boten roei-
en) werken. Na zijn vrijlating werd
hij schipper, en nadat hij een tijdje
als eigen baas had rondgevaren,
trad hij in dienst bij de West-Indi-
sche Compagnie (WIC). In 1626
zond de WIC Piet Heyn uit om een
Spaanse zilvervloot te veroveren.
Inmiddels was hij admiraal gewor-
den. Hij kon de vloot echter niet
vinden. Daarop voer hij naar de
baai van Mantanzas waar hij bij
toeval de zilvervloot aantrof. De
buit bestond uit 12 miljoen gulden;
een immens bedrag voor die tijd.
Door deze verovering is hij in de
huidige geschiedenisboeken be
kend. 150 Jaar later (in 1870) heeft
De oorspronkelijke naam van
het Zakkendragershuisje was
Het Kraanhuis
In een vitrine is het brouwproces in beeld gebracht
De sluis was afgesloten door een
grote schuifdeur, die door raderen
werd opgetrokken. Dit gebeurde
door de sluisknechten, die beiden
in een soort tredmolen liepen,
waardoor de grote raderen in be-
weging werden gebracht. Door het
optrekken van de schuifdeur kon
het water in de Achterhaven bin-
nengelaten worden. In 1836 is de
tunnel dichtgemetseld. Er kwam
ruimte voor een brandspuit, een lo-
kaal voor de nachtwacht en de zol-
der werd ingericht als gevangenis.
Deze cellen waren vooral bedoeld
als ontnuchteringsplek. Een oud
volksgezegde luidt dan ook: 'Wie
niet in een eel op 't Kraantje heeft
gezeten, is geen burger van Delfs
haven.' Nu is het een dependance
van het Historisch Museum waarin
een tingieterij is gevestigd.