www.stadsreqio.info
NIEUWE HUISVESTINGSRICHTLIJN
STADSREGIO ROTTERDAM 2002
Verandering huur- en inkomensgrens en
nieuw urgentiesysteem per 1 januari 2003
Nieuw urgentiesysteem per 1 januari 2003
SUBSIDIE VOOR PARTICULIERE WONINGVERBETERING EN
woon/werkwoningen
Openbare kennisgeving
NADERE REGELS BEOORDELING AANVRAGEN
SUBSIDIE STEDELIJKE VERNIEUWING
Openbare kennisgeving
PUB LI CAT IE MANDAATBESLUITEN
>-
STADSREGIO
ROTTERDAM
Bekendmakingen algemene wet bestuursrecht
Stadsregio.info
Bekendmakingen algemene wet bestuursrecht
Het bestuur van de Stadsregio Rotterdam heeft in September
de nieuwe Huisvestingsrichtlijn voor de stadsregio vastgesteld.
Deze nieuwe richtlijn bevat nieuwe inkomens- en huurgrenzen
en een aangescherpt urgentiesysteem.
Vanaf 1 oktober 2002 gelden voor alle achttien regiogemeen-
ten dezelfde regels voor toewijzing van woningen. Vanaf 1 janu-
ari 2003 is bovendien een nieuw urgentiesysteem van kracht.
Op deze pagina staan de belangrijkste wijzigingen samengevat.
Voor welke gemeenten geldt de Huisvestingsrichtlijn?
De nieuwe richtlijn geldt
voor alle gemeenten in
de stadsregio Rotterdam:
Albrandswaard
Barendrecht
Bergschenhoek
Berkel en Rodenrijs
Bemisse
Bleiswijk
Brielle
Capelle aan den IJssel
Hellevoetsluis
Krimpen aan den IJssel
Maassluis
Ridderkerk
Rotterdam
Rozenburg
Schiedam
Spijkenisse
Vlaardingen
Westvoorne
Om welke woningen
gaat het?
De Huisvestingsrichtlijn is van toepassing op alle zelfstandige
woningen van eigenaren waarmee de gemeente een overeen-
komst heeft op grand van de Huisvestingswet.
Voor toewijzing van deze woningen gelden de toewijzingsre-
gels zoals omschreven in de huisvestingsrichtlijn. De regels gel
den voor:
Woningen met 4 kamers of minder met een huurprijs die
minder bedraagt dan de maximale grens voor een een- of
.tweepersoonshuishouden van 440,12 per maand (per
1 juli 2002)
Woningen met 5 kamers of meer met een huurprijs die maxi-
maal bedraagt de bovengrens voor een drie- of meerper-
soonshuishouden van 471,67 per maand (per 1 juli 2002)
Regionale Overeenkomst Woonruimteverdeling
De nieuwe Huisvestingsrichtlijn is een volgende stap op weg
naar verdergaande regionale samenwerking op het terrein van
woonruimteverdeling. De gedachte achter deze regionale
samenwerking is dat de gemeenten in de regio solidair zijn met
elkaar en gezamenlijk de lusten en de lasten delen.
In het geval van woonruimteverdeling komt het erop neer dat
mensen zelf kunnen kiezen in welke gemeente ze willen wonen.
Omdat het aanbod aan goedkope woningen nu eenmaal klei-
ner is dan de vraag er naar, zijn hiervoor afspraken gemaakt tus-
sen stadsregio, regiogemeenten en corporaties die een recht-
vaardige verdeling van de beschikbare woningen regelen.
Per 1 juli 2003 geldt voor de hele regio een aanbodmodel:
de Regionale Overeenkomst Woonruimteverdeling.
Daarna zijn er geen gemeentelijke
woonruimteverdelingsregels meer.
Uitzonderingen
Tot 1 juli 2003 heeft een aantal
gemeenten het recht om tijdelijk
van de afspraken af te wijken. Een
aantal gemeenten mogen de eis
van sociale of economische bin
ding stellen.
Bleiswijk mag economische of
sociale binding aan de gemeen
te eisen;
Bemisse, Brielle, Hellevoetsluis,
Voorne-Putten, Rozenburg en
Westvoorne mogen economi
sche of sociale binding aan de
subregio eisen;
Bindingseisen mogen niet wor-
den gesteld aan bijvoorbeeld
gepensioneerden, ernstig invali-
den, langdurig werklozen of
echtscheidingsgevallen.
Lokaal maatwerk
Naast deze uitzonderingen is afgesproken dat het mogelijk
moet zijn om in bijzondere gevallen afwijkende afspraken te
maken voor specifieke projecten. Over dit zogenoemde 'lokaal-
maatwerk' bevat de richtlijn een paragraaf.
Nieuwe inkomensgrens
Om voor bovengenoemde woningen in aanmerking te
komen mag het inkomen niet boven de ziekenfondsgrens van
30.700 uitkomen (fiscaal inkomen per 1 juli 2002) De rijks-
overheid stelt jaarlijks per 1 juli de nieuwe ziekenfondsgrens
vast;
Voor de periode 1 juli 2002 tot 1 juli 2003 is de ondergrens
van de huurprijs voor woningen met vier of minder kamers
verlaagd tot 390,27. Dat betekent dat huishoudens met
een inkomen boven de ziekenfondsgrens ook in aanmerking
komen voor een woning met een huurprijs tussen de
390,27 en 440,12 per maand.
eigenaar van de woning af. De herhuisvestingsverklaring
geeft dezelfde voorrang op de woningmarkt als de urgen-
tieverklaring. De desbetreffende eigenaar (woningcorpo-
Urgentie
Een huishouden dat wegens een persoonlijke noodsituatie
zeer dringend andere woonruimte nodig heeft, kan in aan
merking komen voor een urgentieverklaring. In de nieuwe
Huisvestingsrichtlijn zijn de eisen waaraan men moet vol-
doen om in aanmerking te komen voor urgentietoeken-
ning verscherpt. Alleen zo is het aantal urgent woningzoe-
kenden in evenwicht te brengen met de mogelijkheden
die er zijn om noodgevallen te huisvesten. In het verleden
bleek dat aangeboden woningen te vaak werden afgewe-
zen. De urgentieverklaring werd - onbedoeld - gebruikt
als voorrangsbewijs voor die ene zo gewilde woning.
Urgentieverklaring
In de volgende gevallen kan men in aanmerking komen
voor een urgentieverklaring.
1. Medische gronden
2. De huidige woonruimte is onbewoonbaar
3. De woonlasten zijn te hoog
4. Er is sprake van geweld of bedreiging
5. Men is afhankelijkheid van een instelling of persoon
6. Bij doorstroming uit een opvanginstelling
7. in geval van resocialisatie
In alle gevallen dient men aan een aantal strikt omschre
ven eisen te voldoen. Informeer daarnaar bij uw gemeen
te, de betreffende woningcorporatie, of kijk voor de exac-
te regels op site van de stadsregio: www.stadsregio.info
Een aantal urgentiegronden is in de nieuwe richtlijn ver-
vallen: ruimtegebrek, inwoning en echtscheiding zijn op
zich geen grand meer voor het verkrijgen van een urgen
tieverklaring. Terwijl voor een aantal andere gronden de
regels zijn aangepast: medisch, geweld of bedreiging, jon-
geren in opvang en resocialisatie.
Herhuisvesting
Herhuisvesting is geen reden meer voor urgentietoeken-
ning. Een huishouden dat wegens een ingreep aan zijn
woning moet verhuizen, kan in aanmerking komen voor
een herhuisvestingsverklaring. Deze verklaring geeft de
ratie) mag echter ook een andere woning aanbieden bui-
ten het aanbodmodel om.
Statiegeld
Vanaf 1 januari 2003 brengen regiogemeenten voor iede-
re urgentieaanvraag 45 in rekening. Als de aanvraag
leidt tot urgentietoekenning, krijgt de aanvrager dit
bedrag terug. Met het invoeren van dit 'statiegeld' zal de
aanvrager voor het indienen van de aanvraag een zorgvul-
dige afweging moeten maken. De verhouding tussen het
aantal aanvragen en afwijzingen kan erdoor verbeteren.
In een aantal regiogemeenten is met deze regeling goede
ervaringen opgedaan.
Geldigheidsgebied
ledere regiogemeente erkent een door een andere
regiogemeente afgegeven urgentieverklaring. Alle
regiogemeenten hanteren dezelfde regels, werkwijze
en procedures.
Uitzondering
De gemeenten waarmee afwijkende afspraken zijn ge
maakt mogen eisen dat de urgent woningzoekende eco-
nomisch of maatschappelijk gebonden is aan de gemeen
te of de subregio.
Informatie
Meer informatie over dit onderwerp kunt u krijgen bij
uw gemeente. De volledige tekst van de huisvestingsricht
lijn en de bijlagen is te raadplegen op de website:
www.stadsregio.info
Deze tekst is met veel zorg samengesteld. Toch is het
slechts een globale samenvatting van de belangrijkste ver-
anderingen uit de regionale Huisvestingsrichtlijn 2002. Wij
raden u aan om bij twijfel de integrale tekst van de
Huisvestingsrichtlijn Stadsregio Rotterdam 2002 te raad
plegen. Aan de tekst van deze rubriek kunnen geen rech-
ten worden ontleend.
Op grand van de Verordening Stedelijke Vernieuwing kan het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam een stimu-
leringsbijdrage subsidie verlenen voor o.a. onderhoud aan particuliere woningen en het realiseren van woon/werkwonin
gen, binnen de stadsregio Rotterdam.
13.500 voor onderhoud aan particuliere woningen
De eigenaar van een woning waaraan onderhoud wordt gepleegd kan in aanmerking komen voor subsidie indien o.a:
De woning is gebouwd tussen 1 januari 1946 en 1 januari 1968;
De OZB-waarde niet hoger is dan 150.000;
De woning deel uitmaakt van een vereniging van eigenaren;
De vereniging meer dan vijf met een maximum van veertig woningen omvat;
De vereniging een meerjarig onderhoudsplan heeft opgesteld.
De subsidie bedraagt 45% van de goedgekeurde kosten, met een maximum van 13.500 per woning. In totaal is er voor
particuliere woningverbetering in de periode tot en met 2004 2,27 miljoen subsidie beschikbaar.
7.500 subsidie realisatie woon/werkwoningen
Het dagelijks bestuur verleent subsidie voor de realisatie van woon/werkwoningen indien o.a:
De stichtingskosten van de woon/werkwoningen bij de gereedmelding niet grater zijn dan 225.000;
Het woon- en werkdeel ieder van een aparte voordeur zijn voorzien en door een zelfde natuurlijke persoon worden
gebruikt.
De subsidie bedraagt 10% van de goedgekeurde kosten van het werkdeel met een maximum van 7.500. Met een
woon/werkwoningen worden panden bedoeld die bestaan uit een woon- en bedrijfsruimte, welke afzonderlijk ontsloten
worden en door een zelfde eigenaar/huurder worden gebruikt. De eigenaar/huurder verwerft een belangrijk deel van zijn
inkomen vanuit deze bedrijfsruimte. Initiatiefnemers voor de realisatie van woon/werkwoningen kunnen zijn: projectont-
wikkelaars, verenigingen van eigenaren en particuliere woningbezitters. Voor de periode tot en met 2004 is voor
woon/werkwoningen 1,36 miljoen subsidie beschikbaar.
Indien er meer aanvragen zijn dan een budget toelaat, zal de Stadsregio de budgetten in het voorjaar van 2003
herverdelen.
Meer informatie over de overige speerpunten (gebouwde parkeervoorzieningen, kinderspeelplaatsen en planvoorberei-
dingskosten voor kleine gemeenten), de budgetten, het aanvragen van de subsidie en de bepalingen per subsidiecate-
gorie is te vinden in de Verordening Stedelijke Vernieuwing vastgesteld door de regioraad op 13 maart 2002.
De Verordening en het subsidieaanvraagformulier zijn te vinden op de website:
www.stadsregio.info, onder Volkshuisvesting.
Het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam heeft besloten nadere regels te stellen met betrekking tot het beoor-
delen van aanvragen op grand van artikel 33 van de Verordening Stedelijke Vernieuwing.
Artikel 33 biedt de mogelijkheid subsidieaanvragen voor activiteiten in andere postcodegebieden dan die in artikel 6 van
de verordening zijn aangegeven te honoreren. Uit het oogpunt van rechtsgelijkheid heeft het dagelijks bestuur de vol
gende criteria voor aanvragen op grand van artikel 33 vastgesteld:
bij parkeervoorzieningen en kinderspeelplaatsen moet sprake zijn van leefbaarheidsproblemen of sociaal-economische
problemen;
bij woon/werkwoningen moet sprake zijn van sociaal-economische problemen;
bij particuliere woningverbetering moet sprake zijn van woningmarktproblemen;
de bevoegheid met betrekking tot de uitvoering van artikel 33 te mandateren aan de secretaris;
de in het besluit van 22 mei 2002 genomen uitzonderingsbepaling ten aanzien van artikel 33 in te trekken.
Het aan de secretaris toegekende mandaat zal worden gesubmandateerd aan de directeur van de
Dienst Stedebouw en Volkshuisvesting Rotterdam.
Het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam heeft besloten voor de navolgende bevoegdheden de secretaris van
de stadsregio Rotterdam te mandateren.
1.de beslissingsbevoegdheid met betrekking tot aanvragen voor schadecompensatie voor Trampluslijnen en de
Beneluxlijn, met uitzondering van aanvragen waarbij voorgesteld wordt de hardheidsclausule toe te passen;
2. het verlenen van de subsidie voor de uitvoering van bedrijfsvervoer.
De bevoegdheden met betrekking tot de Nadeelcompensatieverordening TramPluslijnen, de Nadeelcompensatie-
verordening Beneluxlijn en de Subsidieverordeningt Stimulering Bedrijfsvervoer worden op grand van
artikel 36 lid 2 van de Gemeenschappelijke Regeling gemandateerd aan de secretaris.
Voor meer kunt u ook terecht op
onze website: www.stadsregio.info.