'Het is een kwestie va
de trekker overhalen'
Schietverenigi
lige sportclub
q
ROTTERDAM - De schietsport
wordt vaak vergeleken met een ge-
vaarlijke en snelle sport. Maar dat
is het eigenlijk niet. Juist concen-
tratie, rust en evenwicht zijn de
elementen voor een schot in de
roos. Voorzitter Herman Prenger
van Postschutters 63 kan dat be-
amen „Veel mensen komen hier
binnen met een grote mond: 'In
dienst was ik de beste schutter'.
Maar ze gaan vaak met de staart
tussen de benen weer weg. Het
schieten met luchtdruk is niet zo
gemakkelijk als dat het lijkt."
Goede
conditie
Geschiedenis
Dinsdag 23 december 2003
*1*
Luchtgeweerschieten vrije hand
Foto Dick Sluijter
Door Stella Schaper
Het is gezellig druk op de clubavond van
de schietvereniging Postschutters 63. De
mensen aan de bar wachten tot er een
schietbaan vrij is en kletsen met elkaar.
De kantine doet denken aan een stam-
cafe. Deze is ingericht met een stamtafel,
een biljard, dartborden en een flipperkast.
Het mag duidelijk zijn dat niemand zich
er zal vervelen. Er staan asbakken met
PTT erop die nog stammen uit de tijd dat
de vereniging er alleen voor postbodes
was.
De sfeer is gemoedelijk. Geen 'rambo-
praktijken' te bekennen, die vaak toch
wel onbewust opborrelen als men denkt
aan een schietvereniging. Met dat imago
wil de vereniging dan ook niet graag ge-
associeerd worden. „De schietsport is een
serieuze sport, die wel degelijk lichame-
lijke en geestelijke activiteit vereist", be-
nadrukt Prenger nog maar eens.
Bij de vereniging wordt geschoten met
luchtgeweren en luchtpistolen. Het lucht-
geweer wordt tegen de schouder ge-
plaatst en wordt vastgehouden met twee
handen en met het pistool wordt gescho
ten vanuit de losse hand met lichtgebo-
gen arm. De meeste leden hebben een ei-
gen geweer of pistool die volledig is aan-
gepast aan het lichaam. Ze zien er ge-
avanceerd uit en bestaan voor een gedeel-
te uit hout en aluminium. Er zitten allerlei
verstelknopjes op om het geweer hele-
Luchtpistool schieten
Foto Dick Sluijter
Van links naar rechts
jeugdleden van Postschutters
63: Dave Bergwerff, Michael
de Vries en Richard de Vries
Foto Dick Sluijter
maal op maat te maken. Iedereen heeft
bijvoorbeeld een andere oogafstand.
De belangrijkste elementen voor een suc-
cesvolle schietcarriere weet Prenger
moeiteloos op te noemen. „Een goede
concentratie, dat is een van de belangrijk
ste dingen. Je moet niet letten op je buur-
man. Maar ook een goede conditie is be-
langrijk. Je moet goed kunnen richten en
je moet de techniek van het schieten be-
heersen." „En dat is niet gemakkelijk",
vervolgt Dirk van Loopik, bestuurslid
(wedstrijdleider) „Er zijn namelijk 150
punten waar je op moet letten voordat je
een schot lost. Veel van die punten doe je
op den duur automatisch en dan houd je er
toch nog vijftien over. Maar ook gevor-
derden vergeten de technieken wel eens.
Twee keer in de maand houden wij name
lijk een trainingsavond. En dan zie je toch
dat ook de gevorderden gecorrigeerd
moeten worden om het niveau hoog te
houden."
Het klinkt raar maar
voor het schieten is
een goede conditie
vereist. „Een ge
weer weegt gemid-
deld 5 kilo. Waar-
door het wel dege
lijk fysieke inspan-
ning vereist om het
geweer vast te hou
den. Daardoor
wordt het steeds
moeilijker om het
stabiel te houden.
Een schietronde be-
staat namelijk uit
veertig tot zestig
schoten. Hiervoor
moet je een goede
lichaamsbeheersing
hebben en daar zijn
speciale trainingen
voor", zegt Van
Loopik.
Bij de schietsport
gaat het vooral om
het fijne werk. „Het
duurt bijvoorbeeld
eentiende seconde
voordat je de trek
ker overhaalt na het
richten van het ge
weer. Eerst zie je
het beeld, dan wordt
er een impuls naar de hersenen gestuurd,
dan naar de vinger en weer terug. Dan pas
haal je de trekker over, dus je moet echt
heel stil staan. Je moet bedenken dat de
baan tien meter is en het geweer een me
ter. Dat betekent als je naast de tien schiet
in het kaartje, dat is 2 millimeter ernaast,
heb je een afwijking van twee tiende mil
limeter. Dat is een heel klein verschil.
Sommige mensen beseffen dat niet", legt
Van Loopik uit. „Ook moet de schutter
letten op de ademhaling en de hartslag.
De hartslag moet rustig zijn en tijdens het
overhalen van de trekker is het verstandig
als de schutter de adem even vasthoudt.
De schietsport is dus inspannend, maar na
het schieten werkt het ook weer ontspan-
nend."
De veiligheid staat hoog in het vaandel bij
Postschutters 63. „Wij zijn daar erg alert
op. Beginnende schutters gaan altijd on-
der begeleiding de baan op. Wij laten ze
niet alleen schieten. Je schiet wel met
luchtdruk, maar het is toch levensgevaar-
lijk. Een kogeltje wordt afgevuurd met
een snelheid van 177 meter per seconde.
Als er ook maar iets gebeurd dat niet in de
haak is, wordt de betreffende schutter van
de baan verwijderd. De ongelukken die
gebeuren met luchtdruk schieten zijn ni
hil. Wij hebben bijvoorbeeld een keer ie-
mand gehad die in zijn vinger schoot door
stommiteit. Deze man wilde weten hoe
sterk de terugslag was van het geweer en
schoot dus met de vinger op de loop, maar
vergat dat er een kogeltje inzat. Die
schoot dwars door zijn vinger heen, maar
niet tijdens het beoefenen van de sport."
Voor de schietsport is er speciale kleding.
Een schietpak is voornamelijk gemaakt
van canvas, leer en rubber. Het pak is vrij
stijf en zorgt ervoor dat het lichaam in de
juiste houding blijft. Er zitten antislip
stukken op die ervoor zorgen dat het ge
weer beter op zijn plaats blijft. Bij het pak
horen speciale schietschoenen. Deze heb
ben een vlakke, zachte zool, waardoor de
schutter ook weer stabieler staat. Sommi
ge schutters hebben een beertje achter aan
hun pak hangen, zodat je kunt zien of men
stabiel staat of niet.
De vereniging is in 1963 opgericht als
ontspanningsvereniging van de PTT, van-
daar de naam Postschutters 63. De PTT
had allerlei verenigingen om het perso-
neel in de vrije tijd bezig te houden. Zo is
de schietvereniging ook ontstaan. „Wij
zijn met vijftien leden begonnen boven
het postkantoor aan de Soetendaalse weg.
Het was in die tijd nog heel primitief. Wij
hadden nog geen transportband voor de
kaarten, dus moesten wij zelf de kaarten
erin zetten. De rozen op de kaarten waren
groter. De geweren waren minder ge-
avanceerd en je had geen schietkleding."
De vereniging was in die tijd alleen voor
personeelsleden. „Toen was het nog geen
aantrekkelijke kijksport, maar meer een
doesport. Na twee jaar mochten er ook le
den van buitenaf lid worden, tachtig pro-
cent waren personeelsleden en twintig
procent van buitenaf. Later werd dat vijf-
tig procent. Na de privatisering werden
alle verenigingen opgedoekt, omdat het
alleen maar geld kostte. Er zaten haast
geen leden van het bedrijf meer bij de
vereniging, dus het was bijna particulier
ge worden."
„Het postagentschap werd verkocht en
wij verhuisden naar een nieuwe locatie,
namelijk aan de Ratelaarweg bij de oude
rolschaatsbaan in Hilligersberg/ Schie-
broek. Wij hebben toen buiten op de rol
schaatsbaan een schiethal neergezet.
Wij wisten dat wij weg zouden
moeten met de komst van de
Hogesnelheidslijn. Dat zou
ongeveer nog acht jaar
duren. Wij hadden
gedacht dat wij in
die periode kon-
den sparen voor
de nieuwe locatie.
Maar na drie jaar
moesten wij al weg.
Maar gelukkig kregen
wij dit gebouw aange-
boden op de Hazelaarweg. De
deelgemeente is wel behulp-
zaamgeweest."
De leden van de vereniging
hebben flink de schouders
eronder gezet, want er moes
ten muren worden uitgebro-
ken. Alles moest opnieuw
worden ingericht. De bar in
de kantine is gemaakt van het
hout van het vorige schietge-
bouw. Op die manier werden
veel materialen opnieuw ge-
bruikt. De vereniging is erg
trots op het gebouw en het
werk dat erin is gestoken. De
schietbaan is zo ingericht dat
men er optimaal kan schieten
en er is plaats voor twaalf
schutters.
De vereniging heeft inmiddels
zeventig leden en de sfeer is al
tijd goed. „Het is een soort
grote familie. Wij kennen el
kaar allemaal en wij hebben
tenslotte allemaal dezelfde
passie, de schietsport. Ik heb nog
nooit meegemaakt dat mensen elkaar
van de baan dringen of iets dergelijks.
Dat is niet goed voor de sfeer", zegt
Prenger.
In de gang van de vereniging hangen
schietkaartjes met namen van de jeugdle
den erop. Bij alle kaarten zit er een gaatje
in de roos. Er staat op het eerste kaartje:
zo moet het'Op de kaartjes ernaast staat:
ik kan het en ik kan het ook', allemaal ge
schoten door de jeugdleden. „Ze probe-
ren elkaar een beetje af te troeven en aan
elkaar te laten zien dat ze het kunnen.
Maar dat is leuk, competitie moet er zijn,
ook om je eigen record te verbeteren.
Want het leuke aan de schietsport is dat
het een individuele sport is. Als je h
fout doet, kan je alleen maar jeze.
kijken.
Er zijn mensen die het schieprff nooit zul
len leren. Je hebt bijvoareeeld jongeren
die geen seconde stij^unnen staan. D,
gaat niet samen nipple schietsporkMflar
bij elke sport zjpi er wel mensa^Iie er
geen aanlegyroor hebben. DUE mensen
beoefenen^e sport gewojpvoor de lol,
maar zulifn het nooit le.
Luchtgeweerschieten
knielend Foto Dick Sluijter