maas<5tati 1- .su,:r f-i. - Sfjggs - Vtsi en ztkm ken! y eniii or&kti* k iT'Ds Met OK-punten moet hulp vragen en geven weer normaal worden Het Stadhuis doet vanafhet begin mee aan de campagne. Meerdere bodes hebben de training gevolgd. foto: Dick Sluijter door Wouter Scheepstra ROTTERDAM - Na eerdere spraakmakende publiciteits- campagnes als 'Weet wat je te doen staat als het om ge- weld gaat', start de Stichting Meld Geweld een nieuwe campagne: de OK-punten. Dat zijn plekken in de stad waar mensen naar binnen kunnen gaan als zij zich on- veilig voelen of bedreigd, slachtoffer zijn of getuige van geweld op straat. In ieder geval dertig horecagelegen- heden doen mee en het Stad huis. Horecagelegenheden, winkels, be- drijven of instellingen die in een OK-punt (uitspreken als OKE- punt) willen worden, moeten aan twee voorwaarden voldoen. Het moeten veilige locaties zijn, bij voorkeur lid van een koepelorgani- satie als Horeca Nederland. En minstens een medewerker moet een cursus volgen, die speciaal voor de campagne is ontwikkeld. In een halve dag wordt onder meer gejeerd hoe het best kan worden gereageerd op iemand die net een tranmatische ervaring heeft gehad. ..Wanneer iemand verdriet heeft, hehben mensen de neiging diegene aan te halen, zo van: 'Kom maar hier'", vertelt Jacqueline de Jong, oprichtster van de Stichting Meld geweld. „Maar iemand die zojuist is geslagen of betast, moet je niet aanraken. Dat zijn hele simpele dingen die je best in een halve dag kunt leren." Als de locatie een veiligheidsga- rantie kan bieden en een medewer ker de cursus heeft gehaald, wordt de plek officieel geregistreerd. Een rond bord waar OK opstaat, mag aan de gevel worden opgehangen. „Het is een statement", zegt De Jong. „Er wordt mee gezegd: 'Wij helpen actief mee aan een veiliger Rotterdam'." Tijdens het ontwikkelen van de campagne hoorde de Stichting Meld Geweld het verhaal van een meisje, die vanaf de Coolsingel tot aan de Schiedamsedijk was achter- volgd en uiteindelijk werd ver- kracht. „Ze passeerde tijdens haar vlucht verschillende horecagele genheden", vertelt De Jong. straat. „Het gebeurde op 28 no- vember 1997. Samen met mijn man liep ik op de Nieuwe Binnen- weg, toen iemand ons begon uit te schelden. Hij pakte mijn man in de kraag en riep: 'Blijf met je tering- poten van mijn spullen af.' Voor- dat ik het wist lagen we allebei op de grond; we werden geschopt en geslagen. Achteraf hoorden we van de politie dat we per ongeluk tegen het mobieltje van die man hadden aangeschopt, die hij had verloren na een jolige stoeipartij met een vriend," Waar De Jong: het meest last van „Maar ze ging nergens naar bin- had, was'dat eetl groot aantal men- nen. Met de introductie van de OK-punten moet hulp vragen en geven weer normaal worden. De Jong: „Want we vragen niet meer om hulp. En omdat we het niet vra gen, wordt die niet gegeven." Maar De Jong is realist genoeg om te weten dat Rotterdam niet plots- klaps veiliger zal worden. „Door de jaren heen is er een cultuur van afzijdigheid ontstaan. Die cultuur ombuigen naar een cultuur van be- trokkenheid kost tijd." De OK-punten is de derde publici- teitscampagne van de Stichting Meld Geweld in Rotterdam. Onder het motto 'Weet wat je te doen staat als het om geweld gaat' werd eerder ingezet op tips voor omstan- ders van zinloos geweld en tips voor daderherkenning. Deze Rot- terdamse publiciteitscampagnes vormden de basis voor landelijke campagnes, die in 2001 en 2002 in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Justi- tie werden gevoerd. Uit onderzoek bleek dat 97 Procent van de vol- wassen bevolking een of meer tips had onthouden. De Jong richtte de Stichting Meld Geweld op nadat zij zelf slachtof fer was geworden van geweld op sen hadden toegekeken en twee jongens geftlmd. Niemand had wat gedaan. „Ik kan me goed herinne- ren dat ik op de grond lag en dacht: 'Ik ga nu dood'. Die man zei het ook: 'Wil je dood.' Op dat moment keek ik recht in de ogen van een van de omstanders: een vrouw met twee boodschappentassen. Het was zo'n type, ze had de moeder van iedereen kunnen zijn. Ze keek me aan met een blik van: je verstoord mijn rustige vrijdagavond." Na het voorval voelde De Jong zich eenzaam. „Want ik was het niet waard om te worden geholpen. Ik was minder dan een vuilniszak, die zet je tenminste op de stoep." In maart 1999 richtte De Jong de Stichting Meld Geweld op met 10.000 gulden die zij als schade- vergoeding en smartengeld had ontvangen. Haar doel was en is: burgers ervan bewust maken dat zij met elkaar iets kunnen doen te gen geweld op straat. De Jong: „Zoveel mensen denken dat er maar twee opties zijn: ertussen springen of weglopen. Maar een oma van zeventig die achter de ge raniums zit, kan best een dader herkennen." Waar de Stichting Meld Geweld op hamert, is het gebruiken van het gezonde verstand. Dus: spring er niet tussenin als er een vechtpartij plaatsvindt. „Want bij de pleger van een geweldsdelict komt de adrenaline welhaast uit zijn oren", vertelt De Jong. „Bovendien gaat alles zo snel, dat het moeilijk is om in te schatten wie die de dader is en wie het slachtoffer. Als je er zon- der nadenken tussen springt, is de kans groot dat je gewond raakt. Daar is niemand bij gebaat, ook het slachtoffer niet." Er zijn vqlgens De Jong genoeg al- ternatieven: „ll2 Bellen is wel het minste dat je kunt doen. Of roep iets onverwachts als 'brand' of 'politie'. Wat je in ieder geval niet moet doen, is doorlopen. Kijk naar de dader: hoe ziet hij eruit? Zijn er wapens in het spel? En als die er niet zijn, probeer samen met mede- omstanders de dader te isoleren. Als de een een hoofd pakt en de ander een voet, kun je hoogstens een klap krijgen. Nou, daar kom je wel overheen. Verder moet je, je altijd melden bij de politie als ge tuige. Veel mensen hebben de nei ging om te zeggen: 'Ja dag, dan zit ik een halve dag op het politiebu- reau.' Die mensen moeten zich af- vragen wat zij ervan zouden vin- den als anderen geen uurtje voor hen overhebben, als zij in een ver- gelijkbare situatie terechtkomen." De Jong heeft niet de illusie dat zij met haar Stichting het geweld kan uitbannen: „Geweld is van alle tij- den. In het Stenen Tijdperk sloe- gen mensen elkaar de hersenen in met knotsen en werden vrouwen aan hun haren een hoi in ge- sleurd." Maar ze denkt wel dat de Stichting kan bijdragen aan een meer betrokken samenleving: „97 Procent van de volwassen bevol king kent een of meer tips. Dat be- tekent dat zij een keus hebben: ver- Dozen met OK-buttons liggen klaar om uitgedeeld te worden. foto: Dick Sluijter Jacqueline de Jong van Stichting Meld Geweld over de campagne met de OK-punten: „Het is een statement. Er wordt mee gezegd: 'Wij helpen actief mee aan een veiliger Rotterdam. foto: Dick sluijter Sinds kort staan er in Rotterdam reclamezuilen die de OK-punten campagne bij het grote publiek bekendmaken. foto: Dick sluijter antwoordelijkheid nemen of de maatschappij laten verworden tot een politiestaat." De campagne met de OK-punten is voor de Jong weer een stap in de goede richting op weg naar een meer betrokken samenleving. Aan het slagen van de campagne twij- felt ze niet. „Alle kantoren van de Dienst Stadstoezicht worden OK- punten, dat zijn ongeveer vijftig locaties. Verder is de Dienst Sport Recreatie op dit moment aan het onderzoeken welke wijkaccom- modaties, en andere locaties van de Dienst, geschikt zijn als OK-pun ten. Daarnaast heb ik sinds de in troductie, een maand geleden, ver schillende spontane readies gehad. Zoals van de Thuiszorg en het ROC Zadkine dat zeventig vesti- gen heeft in Rotterdam. Maar ook van winkeliers als kapper Christi- aan aan de Nieuwe Binnenweg. Het is de bedoeling dat je straks van OK-punt naar OK-punt kunt lopen. Dan is de campagne ge- slaagd."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Maaspost / Maasstad / Maasstad Pers | 2004 | | pagina 16