If I ■MM Hi I 1 I Files door openstaande Calandbrug behoren tot het verleden dankzij de1100 meter lange Thomassentunnel ttt, '*'WK A. y ROZENBURG - Files door een openstaande Calandbrug behoren tot het verleden. Sinds 19 juni 2004 is de 1100 meter lange Thomassentun nel - in de volksmond nog al- tijd Calandtunnel geheten - geopend voor verkeer. Aan- gelegd om het verkeer vanuit en naar de Maasvlakte een snelle en zekere doorgang te bieden van en naar de A15. Maar ook verkeer van en naar V oorne-Putten, Goeree- Overflakkee en Zeeland hoeft nu niet meer te wachten voor de Calandbrug. FINISH i m II dm m, MIL-,,. m tm, L»jk* <wmi 'Bij bouw hoog ingezet op veiligheidsaspect' door Suzanne Eijgenraam De bouw van de tunnel maakt deel uit van het project om de N15/Eu- ropaweg te verbeteren, na Rozen- burg het vervolg van de A15. Deze weg is een belangrijke verkeers- ader naar de Rotterdamse haven en met name het Europoortgebied en de Maasvlakte. Tot voor kort moest het verkeer op deze weg ge- bruik maken van de Calandbrug om het Calandkanaal over te ste- ken. Dit leidde tot lange files, om- dat de brug regelmatig openstaat om het scheepvaartverkeer door- gang te verlenen. Omdat de haven- activiteiten alleen maar toenemen en ook het verkeer op de rijksweg N15 groeit, is Rijkswaterstaat in 1998 gestart met de bouw van de Calandtunnel. Vorige maand kwam het verzoek vanuit Rotter dam de tunnel naar oud-burge- meester Wim Thomassen te ver- noemen. Hij was van 1965 tot 1974 burgemeester van de stad en was verknocht aan de haven. Het openstellen van de Thomas sentunnel gebeurde eerder dan ver- wacht, opening stond aanvankelijk in het najaar gepland. Maar de werkzaamheden verliepen sneller dan voorspeld en zo kon minister Peijs van Verkeer en Waterstaat op 18 juni al de offtciele opening ver- richten. De openstelling verliep in fasen, maar in het weekend van 19 juni kon het eerste verkeer vanuit de Europoort door de tunnel rijden. De verwachting is dat 75.000 mo- torvoertuigen per dag gebruik ma ken van de nieuwe verbinding on- der het Calandkanaal. Vooral de moeilijke omstandighe- den waaronder gebouwd moest worden, kostten de tunnelbouwers hoofdbrekens. „Het was spelen met de ruimte", vertelt Wijnand van Benthem, ontwerpleider van het wegennet. Ook voor wie regel matig over de A15 rijdt, was het steeds weer een verrassing hoe de weg nu weer zou lopen. „We had- den te maken met diverse proble- men. Het algemene verkeer mocht niet te veel hinder van de bouw on- dervinden, dus hebben we de we- Tijdens de opening van de nieuwe Calandtunnel, off deel de Thomassentunnel gedoopt, door minister Peijs van Verkeer en Waterstaat en andere prominenten uit de plaatselijke politiek, werd vrijdag 18 juni2004 een nieuwe impuls aan het verkeer in de regio gegeven. De tunnel maakt deel uit van het project om de rijksweg N1S naarde Maasvlakte te verbeteren. Foto-s-.RobKamn vrijdag 18 juni20041 gen steeds moeten omleggen." Zo is om het verkeer een veilige toe- gang naar de tunnel te bieden, de rijksweg N15 ter hoogte van Ro- zenburg verlegd naar de zuidzijde van het spoor. Op het spoor- en wegverkeer ongelijkvloers met el- kaar te kruisen, is een pergolavia- duct gebouwd. Aanvankelijk was aansluiting op de N57 richting Voorne-Putten, Goeree-Overflakkee en Zeeland niet in het plan opgenomen, dit verkeer zou gebruik moeten blij- ven maken van de Calandbrug. „Aansluiting op de tunnel was een grote wens van de omliggende ge- meenten, vandaar dat dit alsnog is gebeurd", legt Van Benthem uit. „Dit vergde wel een aanpassing van het plan." Het hoogteverschil van veertig meter tussen de Tho massentunnel en de Harmsenbrug, die het verkeer op de N57 over het Hartelkanaal leidt, was te groot voor een directe aansluiting. Dus is er een lusverbinding gekomen. Om deze lusconstructie te kunnen ma ken, is in 1999 al een stukje van het Hartelkanaal versmald. Om het nieuwe wegennet in te passen, moest het bestaande landhoofd van de Harmsenbrug vervangen wor den door een ruimte besparende betonconstructie. In de tijd dat dit plaatsvond, had het verkeer telkens beschikking over maar een kant van de brug. „Die Harmsenbrug is een lastig probleem, want die is nu eenmaal niet meer dan twee banen breed", vindt Van Benthem. Voor automo- bilisten die vanaf de N57 naar Ro- zenburg willen, is het waarschijn- lijk het makkelijkst om gewoon over de Calandbrug te blijven rij den. „Wanneer je de tunnel neemt, rijdt je Rozenburg voorbij en moet je een slinger terugmaken", ver- klaart van Benthem. „De tijd zal uitwijzen of het verkeer vanaf de N57 richting Rotterdam liever de brug of de tunnel neemt." „De techniek die voor deze tunnel gebruikt is, is niet nieuw", vertelt Eugene van Mechelen, civiel bouwkundige bij de bouwdienst van Rijkswaterstaat„A1 is de tun nel wel vrij diep. De ingang ligt zes meter boven N.A.P, het diepte- punt ligt 22 meter beneden dat peil. Maar de grootste uitdaging was het werken met beperkte ruimte, wat trouwens ook behoorlijk kosten- verhogend heeft gewerkt." Voor met de bouw gestart kon worden, waren een aantal maatregelen no- dig. Kabels en leidingen zijn ver legd en de onderliggende wegen- structuur is aangepast. Om de Tho massentunnel te kunnen aanleg- gen, mochten er in het trace van de tunnel geen obstakels voorkomen. Het 118 meter lange windscherm dat schepen in het Calandkanaal tegen stevige zijwind beschermt, lag daarvoor in de weg. Deze is ge- deeltelijk weggehaald en vervan gen door een tijdelijk windscherm. De tunnelingangen zijn ter plekke gebouwd, op de bouwplaatsen van beide oevers. De rest van de tunnel is in delen afgezonken. In de oe vers en de bodem van het kanaal is een sleuf gebaggerd, waarin de elementen liggen, de zinksleuf. „De zes elementen waaruit de tun nel bestaat zijn in een droogdok van Verolme in het Botlekgebied gebouwd", vertelt van Mechelen. „Elk zinkelement is 135 meter lang en bestaat uit stukken van 25 meter lengte." Het afzinken vond plaats in de zomer van 2002, nadat de elementen eerst in de Petrole- umhaven en de Britanniehaven zijn geparkeerd. Vanaf pontons zijn de elementen stuk voor stuk aan lieren neergelaten en herme- tisch aan elkaar verbonden en van ballast voorzien. Zo kwamen ze in de zinksleuf te liggen waarna ze in een zandpakket zijn ingepakt. „Elk stuk van heeft een voegconstructie van rubber", vervolgt Van Meche len. „De stukken zijn daardoor flexibel en kunnen ten opzichte van elkaar bewegen. Handig bij bijvoorbeeld transport en tempera- tuurwisselingen." De tunnel voldoet aan de nieuwste veiligheidseisen, zo vertelt De Jong van de afdeling installatie- techniek van Rijkswaterstaat. „Naar aanleiding van de tunnel- branden in onder andere Oosten- rijk zijn er nieuwe veiligheidsvoor- schriften voor tunnels gekomen." Het feit dat de tunnel uit twee bui- zen bestaat, is op zich al een be- langrijk veiligheidsaspect. Al zich een calamiteit voordoet, kunnen mensen lopend wegvluchten via de deuren die toegang geven tot de ruimte tussen de twee tunnelbui- zen. „De deuren waardoor je moet vluchten, zijn in geval van nood groen omlijnd", weet De Jong. „In de vluchtruimte staat duidelijk met borden aangegeven welke kant mensen moeten oplopen en hoe- veel meter het nog is tot aan de uit- Rob Kamminga gang.". In de vluchtgang is sprake van overdruk, zodat bij het open- gaan van de vluchtdeuren brand en rook de gang niet in kunne. Daar- naast is er in de tunnel een goede vluchtwegaanduiding. „Picto- grammen van waar de hulppost te vinden is, hangen lager dan in an dere tunnels", verklaart De Jong. „Dit is veiliger, omdat rook naar beneden zakt en zo zijn de picto- grammen langer zichtbaar. In de tunnel staat met pijlen duidelijk aangegeven waar de eerstvolgende nooddeur zich bevindt." De ver- keerscentrale voor deze tunnel is gevestigd bij de Botlektunnel. Vanuit daar houden ze met moni- toren alles in de gaten. In de tunnel is ook radio-ontvangst, zodat in ge val van nood aanwijzingen via de radio gegeven kunnen worden. Ventilatoren in de tunnel zorgen ervoor dat uitlaatgassen en rook naar buiten worden geblazen. Deze gaan werken wanneer het verkeer stilstaat en het koolmonoxidege- halte te hoog wordt. In de tunnel staat altijd het licht aan. Overdag feller, om het lichtverschil met bui ten zo klein mogelijk te maken. Daarom is ook het licht bij de in- en uitgang feller, om de overgang geleidelijk te laten verlopen. De Thomassentunnel is een Categorie- I tunnel. Dat wil zeggen dat de tun nel de meeste beveiliging biedt te gen brandgevaarlijke stoffen. Het plafond is gemaakt van extra hitte- bestendig materiaal. Zo betekent brand niet direct dat er onherstel- bare schade aan de constructie op- treedt. Alleen voertuigen met ex- plosiegevaarlijke stoffen mogen niet door de tunnel. Om de veiligheid te waarborgen, wordt de tunnel elke drie weken gereinigd. Dit gebeurt met een tun- nelwaswagen. „In tweeenhalf uur reinigen we de wanden en van de ze tunnel", vertellen Jan Geleijnse en Patrick Smits. „Het is erg be- langrijk om de muren schoon te houden", leggen ze uit. „Wanneer je het niet doet, zijn ze binnen een jaar zo zwart als een kachel. De brandwerende tegel verliest dan zijn werking. Er komen giftige stoffen op de muur te zitten, zoals zoutzuur. Wanneer je in nood in de hulpkast moet zijn en je hebt een wondje, kun je daardoor een be- smetting oplopen." Het water in de tunnel loopt via roosters weg naar de onder gelegen kelders, waar ruimte is voor 60.000 liter water. Ook deze reinigen de man- nen. Ze hebben nog wel een tip voor de bestuurders die door de nieuwe tunnel rijden. „Wanneer je in de tunnel langzamer dan dertig kilometer per uur rijdt, springt er automatisch een rood kruis aan op de betreffende baan. Maar met een lekke band kun je het beste ge woon doorrijden en aan het einde van de tunnel stil gaan staan, op de zogenoemde wrakkenplaats Voor te langzaam rijden krijg je namelijk een bekeuring. Ga dus ook nooit met te weinig benzine de tunnel in." Wie door de tunnel rijdt, moet eens goed kijken naar de ingang, waar- op ook de dienstgebouwen staan. De schuine vleugelwanden zorgen er samen met de rode lamellen van de dienstgebouwen voor dat de in gang van de Thomassentunnel lijkt op het achterlicht van een auto. Het is even goed kijken, maar de architect heeft zich laten inspireren door een Ferrari Testarossa.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Maaspost / Maasstad / Maasstad Pers | 2004 | | pagina 22