Streekmuseum Hoeksche Waard onder de loep
Gasten
HEINENOORD - Veel Hoeksche Waarders zullen vast wel
eens van het bestaan van het streekmuseum in Heinenoord
hebben gehoord, maar of ze ook weten wat er allemaal te zien
is? De historie van de Waard wordt sinds een paar maanden
bewaakt door de burgemeester van Korendijk, B. Kolbach. Hij
is de voorzitter en conservator van het streekmuseum. „Er is
hier zo veel van te maken, dat moet gebeuren ook", vindt hij.
Na het overlijden van de vorige conservator werd Kolbach be-
naderd voor die functie. De interesse was meteen gewekt,
maar hij was benieuwd of er ook wat gedaan kon worden.
Want het streekmuseum heeft veel mogelijkheden, maar de
weg om die allemaal verwezenlijkt te krijgen is lang.
Woerisdag 31 augustus 2005
'We moeten ons bewust zijn dat we geen
opslagplaats maar een museum zijn'
Nostalgische poppen tussen oud serviesgoed. Tal van oude spullen worden nog steeds aan het museum afgestaan.
Een fraai ingerichte stijlkamer in het museum.
Het startschot daartoe is gegeven
met het beleidsplan voor het
streekmuseum Hoeksche
Waard. „Toen ik hiermee begon
wilde ik voorai weten of er wat
gedaan kon worden. Want een
beetje op het stof ietten is niet
leuk. We hebben heel veel spul
len in het museum, maar wat
precies weten we niet en wat de
historie van alles is weten we
soms ook niet. Dan ben je niet
goed bezig. Daar moet verande-
ring in komen", legt Kolbach het
beleidsplan uit.
In de verschillende kamers staan
de vitrines vol met duidelijk au-
thentieke spullen, maar waar het
allemaal voor heeft gediend is een
raadsel, want een uitleg ontbrak
nog deze zomer. „Hier heb je hele
mooie kettingen en nog meer
moois, maar als er nergens uitleg
bij gegeven wordt over wat het is
en waar het voor diende, dan ben je
geen echt museum. Meer een kijk-
doos", aldus Kolbach.
Verandering was dus nodig. In het
beleidsplan wordt aangegeven op
welke manier men denkt verder te
willen. De zorg voor de collectie,
de zorg voor het publiek en de in-
zet van medewerkers en vrijwilli-
gers. Kolbach licht deze punten
eerst even kort toe. „Kijken wat je
hebt en wat je kunt gebruiken en in
welke staat je spullen zijn, dat is
een. Daarnaast is publieksvriende-
lijkheid, zeer beiangrijk. En meer
mensen maakt het werk makkelii-
ker."
Nu volgt de uitgebreide versie van
de drie pijlers waarop het beleid
rust. „We moeten eerst inventari-
seren wat we in huis hebben. Een
overzicht wat we kunnen laten zien
en ook weten wat het is en waar het
voor diende. Er komen nog steeds
mensen spullen aanbieden die we
helemaal niet meer nodig hebben.
Tot voor kort werd alles maar aan-
genomen. Maar we zijn geen op
slagplaats van de Hoeksche
Waard!
We zijn een museum, daar moeten
we ons bewust van worden." Pu-
blieksvriendelijkheid, Kolbach gaf
het al aan. „Ik heb hier een keer
meegemaakt, toen ik nog maar net
aangesteld was, dat ik een flash
back kreeg naar mijn eerste baan-
tje, Dat was op een gemeentehuis
en een collega zat in een rolstoel.
We hadden geen lift en geen plat
form, dus kwam hij onder het raam
staan en hees ik hem zo uit zijn
stoel in het kantoor. Maar bij re-
cepties moest hij twee hoog wezen,
met stoel en al!" Hij lacht bij het
terugdenken aan die sjouwpartijen.
„Maar hier was ik dus net en toen
Zo zat de Hoeksche Waarder vroeger achter zijn bureau.
In het museum bevindt zich een uitgebreide hoeveelheid handgereedschap uit vroeger tijden.
Een oude drukpers maakt deel uit van de museumcollectie. De zolder herbergt een keur aan oude agrarische attributen.
kwam er een groep op excursie.
Allemaal gehandicapten, mensen
met krukken, in rolstoelen. We
hebben hier geen goede toegang
voor die mensen. Ik heb ze toen al
lemaal naar binnen gedragen en
wie wilde heb ik naar boven ge-
bracht. Maar dat kan natuurlijk
niet. Dat moet veranderen, er moet
een rolstoelingang komen en een
lift."
Medewerkers en vrijwilligers, zijn
ook punten waar Kolbach veel
waarde aan hecht. „Ik was eens in
een museum, waar ze meer dan
tweehonderd vrijwilligers hadden.
Dan komt alles niet aan op een per-
soon, dan kan iedereen doen waar
hij of zij zin in heeft en wordt het
werk minder zwaar. En dus leu-
ker." Zoveel vrijwilligers is voor
het streekmuseum onhaalbaar,
maar meer mensen wil de burge-
meester zeker bereiken om de las-
ten te verlichten.
De opbouw van het museum is ook
voor verandering vatbaar, meent
de conservator. „We hebben nu
een archief zo groot, daar ligt alles
in vastgelegd. Maaf we zijn een
museum, geen archief. We krijgen
nog steeds alle documenten van de
Waard, maar daar hebben we eige-
lijk geen ruimte voor. Daarom wil
ik of een nieuw gebouw erbij dat
dienst kan doen als archief, of we
stoppen ermee. Dat soort dingen
moet je beter regelen." „De func-
tie van museum lijdt momenteel
onder het archief, maar er is in de
Hoeksche Waard verder geen
streekarchief. Dus gaat iedereen
ervan uit dat wij die taak op ons
blijven nemen, maar dat gebeurt
niet als wij er geen geschikte ruim
te voor krijgen. Want je moet de
documenten ook op een bepaalde
manier conserveren. Dat gebeurt
nu niet."
Wat Kolbach echt fantastisch lijkt
is een computersysteem waar alles
in staat. „Alle documenten ver-
\wrkt en in de pc, zodat alles be-
waard kan blijven maar de infor-
matie is gelijktijdig wel beschik-
baar. Dat zou natuurlijk het beste
zijn. Maar dan spreek je meteen
over een karwei dat heel veel tijd
en geld in beslag gaat nemen. We
hebben nu alles op kleine kaartjes,
om dat te verwerken zal heel veel
gaan kosten. Maar mensen die uit
een geslacht komen dat al heel
lang hier woont kan alles terugvin-
den in ons archief. Van verlovin-
gen tot de verkoop van een koe."
Een ander punt waar Kolbach zijn
tijd aan geeft is de ontvangst van
gasten. „Sinds een tijdje hebben
we nu een kassa, maar een nette
ontvangstruimte waar gasten met
een groep even kunnen zitten is
nog niet voor handen. Groepen die
in het weekend willen komen heb
ben we wel eens moeten weigeren
omdat er domweg geen ruimte
voor was. Dat moet natuurlijk an-
ders." Heel simpel gezegd, de
mensen willen wel eens zitten als
ze een tijdje rond hebben gelopen,
om een bakje koffte of iets derge-
lijks te nuttigen. „Daarom zou op
den duur een eigen restaurant mooi
zijn. Het hoeft niet allemaal superi-
eur te zijn, maar in ieder geval be-
ginnen met een koffieautomaat,
dat zou al een hele verbetering
zijn. De mensen zijn er toch even
uit, dan willen ze ook even een
bakkie drinken en lekker zitten",
denkt Kolbach die al met al pro-
beert aan te geven dat het geen
overdreven aandachtspunten zijn
die in het beleidsplan zijn opgeno-
men. „Als je hier een echt museum
van wilt maken, wat ook zeer goed
mogelijk is, dan moet je er wel wat
voor over hebben. We hebben wat
te bieden, dat moet alleen beter
worden. Je kunt hier alles terug-
vinden, we kunnen de mensen wat
leren over de geschiedenis van de
Hoeksche Waard."
Het probleem van het streekmuse
um is deels de onbekendheid. De
mensen weten wel dat het er is,
maar wat er te zien valt is onbe-
kend. Daarom denkt Kolbach al
verder dan alleen meer bezoekers
trekken. Ook de leerfunctie die het
museum kan uitoefenen ziet hij
wel zitten. „Basisschoolexcursies
bijvoorbeeld, dat zou toch mooi
zijn. De historie van de Waard on
der handbereik, dat is een leerzaam
iets", vindt Kolbach.
Belangstellenden kunnen het
streekmuseum .Hoeksche Waard
vinden in Heinenoord aan de Hof-
weg nummer 13.
Voor meer informatie kan gebeld
worden telefoon0186-601535.
door Maarten Ritman
Foto's Rob Kamminga