Flora en faunakleur en klank. voor leven Verdulerla Problemen met de bus: we moeten de nacht in San Jose doorbrengen, waardoor we de overnachting bij de Arenal vulkaan van het reisprogram- ma moeten schrappen. Te- leurstelling! We leggen ons er niet bij neer en vinden een taxichauffeur na lang aarze- len en onderhandelen bereid ons nog diezelfde avond naar de Arenal in La Fortuna te brengen. Vier uur rijden over onverlichte, dikwijls onver- harde wegen waar bewegwij- zering en afbakening op pre- caire punten ontbreekt. De taxi zelf: godswonder dat ie nog rijdt. Monteverde Kokende klei en woedende brulapen £tm*^ah ZAM-7PV i Pom, #Imh2m Parque Nacional Tortuguero Woensdag 2 november 2005 Costa Rica, waar de natuur regeert De vulkaan Arenal overdag vanuit de lodge door Irene Boonekamp Een warme avond, alle ramen open en de wind vrij spel. De taxichauf feur, vluchteling uit Colombia met dikke zwarte vlecht en grote zwar- te bril, houdt van Europese en Amerikaanse muziek zestiger ja- ren. Onderweg proberen we elkaar 'ken je die ook nog' neuriend toe te spelen. Pink Floyd, Led Zeppe lin, Nina Hagen Ook klassieke mu ziek blijkt een gemeenschappelijke deler: onder 'alle Menschen wer- den Briider' laveren we over een smalle bergrug, de roestige portie- ren rammelen beangstigend. Vanaf de veranda van mijn luxe, door exotische bloemen omgeven, houten lodge boven op een heuvel heb ik eerste klas uitzicht op de vulkaan. Een juweel van een bad- kamer en een super-de-luxe bed krijgen me slechts in een onrustige slaap. Drie uur in de morgen.nu al vo- gels? Besluit even op de veranda te gaan zitten, misschien zie ik ze wel. Ik wiebel wat in de houten schommelstoel, hoor ze heel dicht- bij, maar zie ze niet. Tuur de lucht af en dan begint mijn hart heel snel te kloppen, mijn keel slibt dicht, ik raak zelfs een beetje in paniek: in de verte, recht voor me spuugt de vulkaan vurige felrode ballen uit de kegelmond. En nog meer, steeds meer. De nachtelijke hemel staat in lichterlaaie. Ik ren de ve randa af, ren weer terug, het huisje in, grijp mijn camera maar vergeet foto's te maken. Blijf verstijfd staan kijken: de Arenal buldert, ronkt, kotst en huilt: immense rode tranen vloeien samen tot linten die uitwaaieren langs de flanken. Om te janken! Geen mens te bekennen, sta daar helemaal alleen met het ongelooflijk mooie natuurgeweld dat zich enkele malen herhaalt. Costa Rica is een boeiend land om doorheen te trekken. Meer dan een kwart van het totale landoppervlak is beschermd natuurgebied. Ner- gens op aarde is de biodiversiteit zo groot. Er komen pakweg 12.000 plantensoorten voor waaronder 1200 soorten orchideeen. De be- groeiing varieert van tropisch re- genwoud in de oostelijke laagvlak- ten van Heredia en Limon tot dro ge steppen in het westelijke Guan- acaste. Daartussen ligt de .ruige bergketen Cordilleras met veel vulkanisme. Van de 112 vulkanen is de 1633 meter hoge Arenal de enige die nog regelmatig rvan zich laat horen' en heeft soms wel drie empties per etmaal. Op de hellingen van de bergketen Cordilleras komen nevelwouden voor doordat de warme opstijgen- de lucht uit de Caribische Iaag- vlakten hier condenseert. Het land donker terug te zijn bij de lodge. Schemer kennen ze hier niet, om 18.00 uur is het in een klap donker. HoeWel het pas vanaf juni echt de tijd is, vind ik, medio maart, toch een verdwaald ei. Ziet er niet spec- taculair uit, toch is het kicken wan- neer je zoiets vindt. Loop er met een boog omheen. Nog mooier dan de regenwouden vind ik de nevelwouden, waar de bomen kleiner zijn dan in de re genwouden en de grond dicht be- groeid is. De toppen van de bomen vechten om een straaltje zonlicht en zijn begroeid met varens, korst- en baardmossen, bromelia's en or chideeen. Verschillende boom- soorten zoals de wurgboom groei- en als parasieten vanuit de kruin van een andere boom waarna hun wortels naar de grond groeien. We bezoeken heel vroeg het beroemde nevelwoudreservaat van Monte verde. 26.000 ha groot en op 1600 m hoogte. Het vroege ochtend- licht, door de nevel het woud, is magniftek. De mooiste van de vierhonderd soorten vogels is on- getwijfeld de felgekleurde Quet zal, de heilige vogel van de Azte- ken. Ik heb het vrouwtje gezien zij het via een enorme telelens van on- ze gids. Dichterbij spotten we koli- bries, de groene bergtoekan en de zwartmasker solitaire met het ge- luid van een piepend open en dichtslaand verroest hek. Gids Os car weet precies waar de beesten zich ophouden, we zien een giga- dikke en meterslange giftige groe ne slang, coati's (neusbeertjes), agouti's (soort grote eekhoorn zonder staart) en een indrukwek- kende tapir. De poema's, jaguars en tweetenige luiaards, eveneens bewoners van dit woud, houden zichhelaas schuil. In het reservaat zijn verschillende wandeltrails uitgezet, waar dage- lijks een beperkt aantal mensen doorheen mag. De meest spectacu- laire wandeling vond ik een van de vijf skywalks: wankelend over de 40 meter hoge en 100 meter lange Wilford Guindon hangbrug tussen de boomtoppen heb ik een mees- terlijk zicht over het woud. Met mijn hoogtevrees wel een helden- daad: over de vervaarlijk heen en weer slingerende brug (waarom moeten die Japanners voor me nou zoveel foto's maken) bereik ik tril- lend de overkant. Echte helden doen ook nog even de canopy-ride: gelijk Tarzan glijd je, vastgeketend aan een ijzeren kabel, met een rot- vaart van hoog naar laag tussen de bomen. 's Avonds doen we de 'nachtex- cursie' door het Selvatura reser vaat. Een spannende ervaring. In- gepakt als een michelinmannetje en een grote lamp op mijn voor- hoofd kan ik de gids Bill maar am- per bijhouden. In het pikkedonker rent hij over afgebrokkelde brug- getjes, heuvel op, heuvel af, door dicht struikgewas en over glibberi- ge paadjes in de richting van tel- kens weer een ander dierengeluid. Zo spotten we agouti's, neusberen, olingo's (honeybears) roze sprink- hanen, een immense kolonie para- plumieren en vuurvliegjes. Over de paden kronkelen griezelige slangen. Met een tak peurt Bill in een boomholletje: woendend komt de holbewoner, een enorme vette zwartbruine tarantella, over de tak naar buiten, maar keert gelukkig huiswaarts wanneer Bill een felle Een hangbrug in het nevelwoud van Monteverde. lichtbundel op hem werpt. Nacht in het nevelwoud: het overheersen- de gebrul van de apen neemt af, andere dieren nemen de roep over, waarvan ik alleen de krekels her- ken. De weg van Monteverde naar het gebied van de overgangswouden en droge steppen in het westen gaat niet over rozen. Met onze Dai hatsu Terios 4x4 hobbelen we over enorme puntige puisten en diepe gaten in het onverharde wegdek. Autorijden in Costa Rica is een avontuur op zich. Veel wegen zijn in slechte staat, maar het heeft ook z'n charme en houdt wellicht mas- satoerisme weg. Onderweg zwoegen dorpelingen op de bananenplantages. En maar lachen, en maar zwaaien, wat een kanjers! Overal in het land ont- moeten we vrolijke, vriendelijke mensen. De laatste nacht van de reis bren gen we door op de 250 jaar oude hacienda Guachipelin aan de rand van het Parque Nacional Rincon de la Vieja, genoemd naar de actieve vulkaan, waaromheen tropische wouden liggen. We worden ver- welkomd door Indiase lilaAvitach- tige Brahma koeien met enorme buiten op de rug. Onze lodge ligt in betoverende tropische tuinen, met merkwaardige bomen en verschil lende Toekan-nesten. 's Morgens gaan we met eigenaar Ernesto, nog voor de openstelling van het par que, het natuurreservaat in: heet, droog, open en een magere be- groeiing. Tegen de diepblauwe lucht steken witte takken en felro de stammen van de Naked Indian struiken mooi af. Een neusbeertje scharrelt tussen ons door. We na- deren de beroemde pailas: geisers waarin klei kolkt bij temperaturen van zo'n 220 graden Celsius. De stilte waarin alleen het zachte ge- borrel van de pailas hoorbaar is, wordt doorbroken door krijsende brulapen. Zwaaiend van tak naar tak, gooien ze takken naar ons. Hun biologische tijdklok werkt nauwkeurig. Woedend zijn ze, om- dat we de ochtendrust te vroeg ko men verstoren. Wat een sfeer, een van de mooiste van de hele reis. Practisch: Martinair vliegt via Miami naar de hoofdstad San Jo se, www.martinair.nl. Special Traffic organiseert reizen op maat, tel. 020 - 39893 98, www. special- traffic. nl. Visum is niet nodig, wel vaccinaties DTP en hepatitus A. Malaria kan voorkomen. Decem- ber/januari is hoogseizoen, medio maart tot eind april droge tijd met lagere prijzen en in het groene sei- zoen, mei tot november, zijn er stortbuien, zon en nog lagere prij zen. 'Hangjongeren'in Costa Rica. H0RARH I voortdurend geluiden van dieren die je niet kunt thuisbrengen. De vele soorten bomen en klimplanten zijn prachtig, maar ik val voor hun bovengrondse, indrukwekkende wortelstelsels, kunstwerken! Van hoofd tot teen bedekt met lappen en laarzen gaan we van boord, de jungle in; echt prettig vind ik het niet, alsof er telkens spinnen over je gezicht kruipen. Maar we vin den wel grote landschildpadden en felgekleurd rode gifkikkers. Wanneer we met de boot terugva- ren laat ik me afzetten in het dorpje Tortuguero. Langs de zandpaden staan her en der losse felgekleurde houten of golfplaten huisjes met raamgaten zonder ruiten. Op de vanuit hun 'riante' positie. lets ver- der het oerwoud in ligt aan de oe- ver lodderig een enorme kaaiman. Ik kan hem zo aanraken, hij knip- oogt loom. Ook een enorme le- guaan ziet de dag eens aan. De begroeiing wordt iets opener, blauwe en witte ibissen tonen hun schoonheid. Midden in het oer woud is het nooit stil. Je hoort veranda's schommelen mannen en baby's in kleurige hangmatten, moeders voeden zuigelingen op een krukje voor de versierde voor- deuren, waar de ezel geduldig wacht. Jongetjes verkopen kokos- melk en bij het voetbalveldje krioelen kinderen blootsvoets om me heen, nee niet bedelend, dat valt meteen op. Af en toe kom je ligt ingeklemd tussen twee zeeen: in het westen de Stille of Grote Oceaan, in het oosten de Caribi sche zee, waar de palmenstranden een fraai contrast vormen met de dichte regenwouden. Verspreid over het land liggen veel bananen-, koffie-, meloen- en ananasplanta- ges. Het noordoostelijke dorp Tortu guero is slechts te bereiken na een lange boottocht door het gelijkna- mige Parque Nacional, waarin veel moerassen en lagunes. Even voor- bij het dorp worden we in het afge- legen lodgecomplex Mawamba vorstelijk onthaald. Paradijs en he mel raken elkaar: in de tropische tuinen worden we omringd door felkleurige struiken en bloemen, prachtige vlinders, papegaaien en nog veel meer kleurige vogels die 's avonds, wanneer de temperatuur gelukkig ietsje daalt, prachtig zin- gen of afschuwelijk schetteren. Wanneer je dan eindelijk in slaap valt moet je er alweer bijna uit. Tenminste, als je iets meer van de natuur wilt zien. 's Morgens heel vroeg kun je het beste de dieren in het regenwoud spotten. In de fluis- terboot glijden we tussen de, soms wel vijftig meter hoge, woudreu- zen die geen enkel licht meer door- laten. Met de telelenzen van onze camera's speuren we in de bomen naar dieren. Schrikken op door een enorm geboer: recht boven ons slingert zich een zwarte aap van tak tot tak, baby op de rug slingert mee. Alsof ze een spelletje met ons spelen: zodra je een foto wil ma ken slingeren ze zich naar een an dere tak of boom. Inmiddels is het hoog in de bomen een gezellige boel geworden, doodshoofd-, ka- pucijner- en brulapen krijsen er op los en begluren ons nieuwsgierig i Overal langs de weg is fruit te koop. een winkelhut tegen. Eenmaal per week komt de fourageboot vanaf het vaste land hier nieuwe aanvoer brengen. Bij een van de karakteris- tieke soda's, kleine eet- en drink- huisjes, neem ik voor de ingang plaats aan het enige, turqoise, ta- feltje onder rood afdakje. Op het pleintje voor me ligt een berg ver- roeste metalen zaagmachines. „Toerist?" Een dikke oude man komt aanslenteren, gaat tegenover me zitten en stelt zich voor als Mi guel Rosabenneliz, de eerste be- woner van Tortuguero. Hij wijst op de verroeste zaagmachines. „Soort monument, triest. Ik woon hier 58 jaar. De eerste bewoners waren illegale houtkappers, het werden er wel 900. Ikzelf heb hier dertig jaar een cafe gehad, mooie •tijd. Sinds dit gebied in 1975 tot Parque Nacional is uitgeroepen, mogen er geen bomen meer wor den gekapt en kwam het toerisme op gang, vooral vanuit Amerika. De ene lodge na de andere werd gebouwd. Waar toeristen komen is werk, vooral uit Nicaragua zijn veel arbeiders gekomen, 95 pro- cent van de 1300 dorpelingen heb- ben een job in het toerisme. Voor ons is het toenemende aantal toe risten goed, voor de natuur niet. In de wouden komen steeds meer mensen, die het natuurlijk even- wicht verstoren. Ze komen ook naar deze plek vanwege de duizen- den groene zeeschildpadden die hier van juli tot oktober's nachts op het strand eieren leggen. Ze zoeken de eieren met grote lam- pen, waardoor de schildpadden niet meer op het strand durven ko men en de eieren in zee leggen. Zo komen er steeds minder schildpad den terug. Regenwouden weg, schildpadden weg, toeristen weg en wij zonder werk!" Miquel pakt het flesje salsa van de tafel, schenkt wat op z'n hand, likt het af en gaat verder: „Maar zover komt het niet. De stranden worden nu 's nachts bewaakt, een beperkt aantal toeristen wordt tegen beta- ling toegelaten en ook in de regen wouden mag nog maar een beperkt aantal mensen per dag komen. En er mogen geen zijkanalen meer door het gebied gegraven wor den." Vanaf het dorp moet ik een uur hardlopen over het strand om voor

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Maaspost / Maasstad / Maasstad Pers | 2005 | | pagina 20