Achtergrond
Tweespalt Laag of hoog opgeleid
Dwars door de Nederlandse samenleving loopt een
kloof, die ook nog eens steeds groter wordt. Onderwijs
bepaaltofjemeetelt, ofdatje altijd een loserzult blijven.
22
OOO
Conservatieve revolutie in de VS
•fs En wat doet je pa?
Rijk, reinheid, regelmaat
Goed gezien
MaasstadPers
Woensdagi2januari 2011
Zonder een
diploma ben
je een nul
Marcel Hulspas
Eerst het goede
nieuws: de jeugd
van Nederland
wordt steeds ge-
zonder. Datblijkt
uit een rapport
van het Sociaal
Cultureel Planbu-
reau dat vorige
maand verscheen. De jeugd is de af-
gelopen tien jaargezondergaan eten,
minder gaan roken (00k minder
hasj), en minder gaan drinken. Vijf
jaar geleden had driekwart van de
jongeren tussen elf en zestien al ge-
dronken, nu is dat 65 procent.
Maar dan nu het slechte nieuws:
'de' jeugd bestaat niet meer. Eris spra-
ke van een groeiende kloof tussen
jotigeren in het vmbo en havo en jon
geren in het vwo. Neem roken: vijf
jaar geleden rookte een kwart van de
vmbo/havo-leerlingen, en vijf pro-
cent van de vwo'ers. Nu zijn die per
centages 15 en 1 procent. Het drink-
gedrag laat eenzelfde verschuiving
zien. Roken en drinken, gewoontes
die een direct funest effect hebben op
de levensverwachting, zijn straks ken-
merkend voor lageropgeleiden. Met
alle gevolgen van dien. Nu is het al zo
dat hogeropgeleiden een paar jaar
langer leven dan lageropgeleiden.
Dat verschil zal de komende jaren
nog groterworden.
Het is een voorbeeld van een ver-
ontrustend verschijnsel: de Neder
landse samenleving valt steeds dui-
delijker uiteen in twee klassen die
nauwelijks nog met elkaar omgaan.
Klassen die afgebakend worden door
eenenkeleeigenschap. Nietafkomst,
nietinkomen, niet het geloof. Oplei
ding, daar draait het om.
Zal het klikken?
De traditionele zuilen hebben afge-
daan. Geloof speelt geen rol meer in
de samenleving; de arbeidersklasse
bestaat niet meer. Nederland is egali-
tairder dan ooit tevoren. Maar onder-
tussen splijt het verschil in opleiding
de moderne samenleving in twee.
Opleiding bepaalt hoe we praten,
waar we gaan wonen, met wat voor
mensen we omgaan en 00k met wie
we trouwen. Iedereen kent de onder-
zoekjeswaaruitblijktdat mannen bij
het kiezen van een partner vooral op
het uiterlijk letten, en vrouwen vooral
op het inkomen. Dat klopt. Maar in
de praktijk blijkt 00k dat mannen een
vrouw aantrekkelijk vinden als ze
ambitie heeft die hij kan waarderen,
en een vocabulaire dat bij het zijne
aansluit.
En vrouwen letten niet op inko
men, maar veel meer op inkomens-
potentieel: wat de partner zal gaan
verdienen. En om dat in te schatten,
letten ze vooral op opleiding en taal-
gebruik. Dat zorgt ervoor dat een ge-
lijke of gelijkwaardige opleiding mo-
menteel de beste voorspeller is als het
gaat om de vraagof het zal 'klikken'.
De opleidingskloof is daarmee
een zichzelfversterkend verschijnsel.
En het reikt over generaties. De oplei
ding van de ouders is de beste voor
speller van het opleidingsniveau dat
de kinderen zuilen halen. En onze
eigen opleiding voorspelt op haar
beurtweer de opleiding van onze kin
deren.
Nog niet eens zo lang geleden
werd gedacht dat opleiding de Grote
Gelijkmaker zou zijn: de weg waar-
langs slimme arbeiderskinderen op
konden klimmen tot de top, en waar-
langs de domijie nazaten van de elite
alsnog naar beneden zouden tuime-
len. In de nieuwe 'meritocratische'
samenleving had iedereen evenveel
kans om te klimmen. Menige (vooral
socialistische) onderwijsminister
heeft getracht om het onderwijs zo-
danig te hervormen dat het werkelijk
zo zou functioneren. Zonder succes.
De praktijk bleek taaier dan de
droom.
Het vwo anno 2011 is netzoexclu-
sief, net zo voorbehouden aan de
elite als de gymnasia van een eeuw
geleden, zoals de Nijmeegse onder-
wijssociologe Nicole Tieben heeft
aangetoond. De maatschappelijke
elite van nu stoomt haar kinderen
klaar voor een geheel eigen traject
langs de betere (witte, dure) scholen,
veiligverwijderdvan alle maatschap
pelijke tegenstellingen. En de onder-
wijsverschillen zijn de laatste jaren
alleen maargrotergeworden. Nietal-
leen door het wegvallen van de zui
len, waarbinnen organisaties beston-
den die talentvolle kinderen omhoog
konden stuwen, maar 00k door ver-
anderingen binnen het onderwijs.
De instroom van allochtone leer-
lingen heefthetonderwijsniveauvan
basisscholen in de achterstandswij-
ken ernstig aangetast. Die 'zwakke' en
'zwarte' scholen worden door de op-
leidingselite zorgvuldiggemeden. En
de leerlingen van zwakke scholen
stromen voor een belangrijk deel
door naar de vmbo's die in de greep
waren van het 'Nieuwe Leren'. Daar
draaide alles om het 'leren hoe te le
ren'. Concrete kennis en vaardighe-
den, een vak leren, waren niet langer
noodzakelijk, want de samenleving
ontwikkelde zich immers zo snel. Al
dus de hogeropgeleiden die het voor
het zeggen hadden. Het was onge-
twijfeld goed bedoeld, maar die neer-
buigende houding leidde er alleen
maar toe dat de kloof tussen 'hoog' en
'laag' nog groter werd, en het zelf-
beeld van de vmbo-leerling kelderde.
Hij weet waar hij straks zal belanden.
Gezond leven? Je 'normaal' gedra-
gen? Het zijn hun waarden allang
niet meer.
Opleidingselite
De nieuwe opleidingselite beheerst
de top, en deelt de lakens uit. We zijn
beland in een 'diplomademocratie',
zoals de politiek filosofen Mark Bo-
vens en Anchritt Wille het noemen.
De Nederlandse politieke, bestuur-
lijke en economische top bestaat vol-
ledig uit mensen met een academi-
sche opleiding - een ander traject
naar de top bestaat niet meer.
Door het wegvallen van de oude
zuilen voelt de opleidingselite geen
solidariteit meer met enig deel van de
lager opgeleide klasse. Men werkt uit-
sluitend voor zichzelf - en is er 00k
heilig van overtuigd dat men het suc
ces geheel aan zichzelf te danken
heeft.
In hun vorige maand verschenen
studie De diplomademocratie schetsen
Bovens en Wille een zelfvoldane kliek
van 'kosmopolieten' die neerkijkt op
Nederland en minachting koesteren
voor 'gewone' Nederlanders en de
politieke thema's die zij aandragen.
I
f
V
H:
m a
'A, w 1
De politiekeaardverschuiving
die zich in ons landheeft
voorgedaan is uiteraard niet
uniek. Ook elders in Europa is
'nieuw rechts' in opmars. De omslag
was er dertig jaar geleden al in de
VS. In de 'conservatieve revolutie'
lieten de laagopgeleiden de Demo-
cratische Partij in de steek, en kozen
voor het ethisch reveil van de Repu-
blikeinen onder Ronald Reagan. Dat
bleek niet tijdelijk: Clinton kon de
verkiezingen uitsluitend winnen
door Reagans morele en economi
sche agenda over te nemen. Toen al
constateerden politicologen dat
miljoenen Amerikaanse kiezers hun
economische belangen opofferden
aan culturele en morele kwesties.
In zijn beroemde studie What's
the Matter with Kansas? (2004) re-
construeerde Thomas Frank deze
omslag in zijn eigen staat. De Repu-
blikeinen kunnen niets fout doen,
zo ontdekte hij. Er heerste in brede
lagen van de bevolking een gevoel
van malaise, en de oorzaak van alle
ellende was de gesloten liberal elite
in Washington. De aandacht voor
onderwerpen als wapenbezit, ho-
mohuwelijk en abortus was volgens
hem ingegeven door frustratie. Ook
president Obama blijkt daarvan
overtuigd te zijn Hij veroorzaakte
commotie met zijn uitspraak dat de
kiezers in het (in chronisch econo-
misch verval verkerende) Midden-
Westen 'verbitterd' zouden zijn; 'Ze
stemmen niet op basis van econo
mische issues, omdat ze denken dat
niemand hen op dat vlak zal helpen.'
Die opmerking leidde tot een telle
repliek in de New York Times, van de
vooraanstaande socioloog Larry
Bartels van de Universiteit van Prin
ceton. Lageropgeleiden hebben re-
latief veel vertrouwen in de over-
heid, zo stelt hij vast, en ze stemmen
niet meer dan anderen op grand van
dedoorde Republikeinen opgeklop-
te moral issues. Bartels waarschuw-
de dat de Democraten door dit soort
neerbuigende opvattingen eiecto-
raal ten onder zouden gaan. Het-
geen afgelopen najaarookge-
schiedde. O
Gecorrigeerd voor de individuele intelligentie, wordt
de schoolprestatie voor 40 procent bepaald door de
maatschappelijke positie van de ouders.
Hoogopgeleiae ouders hebben beter presterende
kinderen. De invloed hiervan is groter dan die van de
kwaliteit van de school en die van de leerkracht.
Los daarvan halen kinderen met wie thuis veel wordt
gepraat, die een eigen bureautje hebben en die thuis
kranten en boeken aantreffen, hogere cijfers.