VERKEER 1962 OP ZATERDAG ALGEMENE UITTOCHT NAAR „DE STAR"' Over een man en zijn manden pier lets over kunstenaars zijn er met alleen om dingen aan de tnuur te hangeti de metro-aanleg vraagt offers tunnels en bruggen trams en bussen Naast het feit dat Rotterdam wel en Amsterdam geen tunnel heeft, zijn er nog enkele opvallende verschillen tussen deze twee plaatsen. Een daarvan Is het opmerkelijke verschil in hou- ding en mentaliteit tussen Rotterdamse en Amsterdamse kun- stenaars. De kunstenaars in Rotterdam werken veel meer dan die uit de hoofdstad in het verborgene; zij zijn ook veel minder cafe-artiesten. Een van de gevaren die daarin schuilen is, dat de kunstenaar te zeer op de achtergrond blijft, terwijl hij zijn werk toch door bekendheid kwijt moet. Want al dat schilderen en beeldhouwen is leuk en aardig, maar er moet ook gegeten worden! zweedse oplossing hanker rotan en wilgenteen ijzeren manden buitenlandse concurrentie geen machine De vijfdaagse werkweek heeft de ceremonie van „de kamers doen" in inenig gezin van de zaterdag naar de vrijdag ver- schoven. Want nu is pa zaterdags vrij en op een vrije dag hang je de bedden niet over het balkon voor luchtverversing, nocb deponeer je de rest van de familie in een ander vertrek voor- zover voorradig omdat er gestofzuigd of stofgezogen (wat is het nou?) moet worden. Nee, op zaterdag slaap je hoogstens een keertje uit, om na de koffie (met koek) echtpaarlijk te gaan stadten. het stadhuisbordes gehalveerd -K-K-K-K-K-K-K-K-K-K-K-K-K -K-K-K-K-K-K-)<-)<-)<-K-K-K- doorleven en doorgeven angst voor de eenzaamheid Voor onze puzzelaars LES GEVEN OM TE EEREN Misschien bent u een van die ongelukkigen, die gedwongen zijn van en naar hun werk gebruik te maken van de openbare vervoersdiensten. Toen de heer Gagarin met zijn ruimteschip het heelal inging, hebt u zich dan waarschijnlijk verbaasd afgevraagd, waarom u elke dag opnieuw verplicht was ondanks de enorme prestaties op het gebied van het verkeer de marteling, die tram en bus zijn geworden, te ondergaan. De mens vindt wel steeds meer machines uit, die hem steeds sneller voortbewegen, maar met het verkeer, het doodgewone dagelijkse verkeer, „zit hij in de mist". Steden worden groter en groter en er is een voortdurend groeiende concentratie van mensen. De steden werden echter niet ontworpen met het hedendaags verkeer voor ogen. Straten en wijken zijn niet bedoeld voor de snelheden, die auto's en andere motoren bereiken, en zij zijn niet berekend op de intensiteit, die met de dag groter wordt. De toestanden bij tunnels en bruggen in de spitsuren zijn onlioudbaar. Onbegrijpelijk is, waarom men geen regeling heeft gevonden voor het openen van de bruggen in de tijden, dat de mensen van hun werk komen. Bij de Maastunnel is de toestand wel heel erg. Als men voor het centraal station staat, omstreeks de grote drukte, is men met de trein eerder in Antwerpen dan met de auto door de tunnel in Rotterdam-Zuid... Wanneer iemand in het spitsuur tram of bus moet gebruiken, is hij geen mens meer. Trams waar men lange tijd op moet wachten, omdat er weer een of andere brug open is, bussen bij wier halteplaatsen kolonnes mensen staan. Nog erger is de situatie in de tram. Als koeien en varkens vervoerd zouden worden, als mensen in drukke uren, dan zou de veevervoerder ongetwijfeld binnen de kortste keren zijn vergunning kwijt zijn. Wat men ook steeds weer opnieuw ziet in bus en tram omstreeks die In Stockholm in Zweden heeft men brede straten aangelegd die bestaan uit drie banen, van welke de niiddenbaan voorzien is van rails. Het is voor auto's streng verboden op de niiddenbaan te komen. Alleen de stadsbussen mogen zich op (lit weggedeelte begeven. Zij hebben trouwens nog meer faciliteiten, die er voor moeten zorgen dat mensen zo snel mogelijk op de bestemde plaats worden gebracht. Ook de trams worden zodoende niet opgehouden door ander verkeer. Het probleem van het ontstaan van Uanker is op het ogenblik vrij actueel. Dag en naclit wordt gediscustieerd over de oorzaken en steeds valt het woord roken. Er wordt echter niet gesproken over de gassen die auto's uitspuwen. Bij de meeste bussen bcvindt zich de uitlaatpijp aan de linkcrzijkant. Op het centraal station zijn de haltes naast elkaar, zodat wachtende men- sen er last van ondervinden. In de Catharina Eeersmansstraat, op nummer 100b, is een klein pakhuis met een potkacheltje, waar twee mannen op twee houten vlonders een van de oudste, en ook laatste, vormen van handenarbeid beoefenen: de mandenmakerij. Zij zijn in Rotter dam de enigeri, die dit beroep uitoefenen. ijzervlechter De heer Van de Horst (59 jaar, getrouwd, altijd in Rotterdam ge- woond) maakt al vanaf 1914 man den. De mandenmakerij is een vak van vader op zoon. Zo heeft v. d. Horst nog met zijn grootvader ge- werkt. In de Cath. Beersmansstraat heeft hij zijn werkplaats sinds 1940. Daar- voor zat hij in de Van Harenstraat, waar de boel is weggebombardeerd in de oorlog. Toen ook heeft hij twee jaar zijn beroep niet kunnen uit oefenen, omdat er geen materiaal was. Gedurende die jaren was hij ijzervlechter, wat hem in de zomer wel deed, maar's winters tegenviel, omdat hij het buitenwerk niet ge- wend was. Het materiaal dat de manden- makers gebruiken is rotan en wil genteen. Rotan komt uit Indonesie en is tegenwoordig vrij duur en moeilijk aan te komen, doordat de handel tussen Nederland en Indo nesie niet meer rechtstreeks plaats- vindt. Een tijdlang zijn er ook door de Industrie plastic en ijzeren manden vervaardigd en daarvan heeft v. d. Horst veel concurrentie ondervon- den. Maar de handel is teruggeko- men op de oude manden. IJzeren manden rammelen en veroorzaken veel breuk. Ook op het land, waar deze man- den gebruikt werden. staan weer de oude manden, aangezien de aardap- pelen kapot gingen. kleine partijen Van de Horst, die vanaf '40 bijge- staan wordt door de heer v. d. Hijzen (63, grijs, gehuwd), maakt allerlei soorten manden, maar geen grote partijen, die komen van de manden makerij en die zich langs de Lek en de Merwede bevinden en waar vrij veel mensen samen werken. Hij maakt o.a. seinballen voor de scheepvaart, manden voor de vis- serij, voor broodbezorging, demis- sons voor de distilleerderij. „Hengselmandjes voor boodschap- pen worden hier in de winkel ver- koclit tegen een prijs, waarvoor wij deze niet eens voor de grossier kun nen maken", zegt v. d. Horst. „Die komen uit Polen e.d. waar het man- dcnmaken een volksindustrie is en waar deze handel zwaar wordt ge- subsidieerd, omdat de produktie groter is dan het eigen verbruik. Indertijd op de Ahoy-tentoonstel- ling heeft v. d. Horst zijn vak ge- demonstreerd aan het publiek. Want de mand is inderdaad nog steeds een van de weinige produkten, die niet machinaal gemaakt worden. Eerst wordt de bbdem gelegd en dan wordt naar bovjen gevlochten. Zelfs in Amerikb if nog geen ma chine uitgevondeli, die het eenvou- dig lijkende, maar toch gecompli- eeerde werk van de mandenmaker kan overnemen. 2>« Twee manden links zijn bestemd voor een grinthandel in Delfs- haven, de twee rechts zijn seinballen, waarvan de beide helften op elkaar worden gezet Icdereen wist: aan het einde van de gang ligt de dodencel. De cipiers wisten het, de gevangcnen, de enigs- zins vochtige muren. Guide voet- stappen in de gang leken minder iuid. als zij de deur naderden. Kwam het omdat de atmosfeer er droef- geestig was? Alles droeg het stem- pel van onhell. De grote sloten nog het meest, en ook hun geluid, als men ze opende. De bewaker bewoog zijn kaken in sombere kauwgum- woorden. Meestal sprak hij tegen zich zelf, soms tegen de deur, maar nooit tegen de misdadigers erachter. Hoogstens knikte hij bij het luchten of mompelde, maar niemand had ooit verstaan wat. Eigenlijk interesseerde hun ver- leden hem niet. Soms zat er een lustmoordenaar, soms een roofmoor- denaar, maar alti.jd waren zij schul- dig aan moord. Hoewel de cipier zei- den sprak tegen zijn vrouw, was hij thuis gelukkig. Vooral wanneer hij in de tuin aan het werk was en zijn vrouw hoorde zingen, voelde hij zich tevreden. Hij was een man van wei- nig woorden. Soms wist hij, dat het leed van aiuleren hem niet aanging. Hij was bewaker. cipier, harde woorden, die veien vrees aan.joegen. Misschien verachtte hij zich zelf, omdat hij in de gevangenis anders was dan thuis. Het was een vrecmde nacht. Nog een paar uur dan zou het Pasen zijn. De bewaker licp heen en weer. Zo- veel stappen heen, evenveel terug. Alleen de draai berekende hij altijd anders. Die draai was zijn enige af- leiding, al twintig jaar Iang. Soms maakte hij een brede draai, onge- veer als een auto, die daarna achter- uit moet steken om weer op de rechte weg terecht te komen. De cipier verbeeldde zich vaak, dat hij een auto was, of cen motorfiets. Het was kil. Hij ging zijn jas aan- trekken. Met enige afschuw keek hij naar zijn revers, naar het speldje van de paascollecte. Het zou wel weer uitgaan van een of andere kerk. Hij hield niet van kerken. Zij waren te vol, vond hij. Hij had een hekel aan gehuichel. Hij zou dade- lijk naar huis gaan, naar zijn vrouw, en dat was geen gehuichel. Op het trottoir lagen veel plasscn van de regen. Altijd als hij op weg was van de gevangenis naar huis, passeerde hij dczelfde straten. Hij wist waar hun straatstenen zich be- vonden, hij kende hun kuilen. Zij hadden hem niets meer te vertellcn. Hij kon hen slapende voorbijgaan, en er zou niets gebeuren. Toen hij een hoek omsloeg, met zijn ogen een schelle neonverlichting ontwijkend, zag hij de man vallen. De man was niet meer zo jong, op het eerste ge- zirht. Hij droeg een versleten jas en hij vie! iangzaam. Het water van de plas, waarin hij terechtkwam, spatte even omhoog. Voorzichtig, alsof de druppels zich schaamden, dat de nian vlel. De cipier was direct bij hem. Waarom? Het lichaam van dc man was koud van de regen. Hij hielp hem op, maar het kostte moeite. In de verte zag hij een licht. „Ik moet naar dat licht", wist hij, „daar zijn mensen". Soms vielen zij samen op dc straat, of werden nat van een passerende auto. Hij hoorde de man fluisteren, en even stond hij stil, om de woor den te kunnen ontcijferen. Maar hij verstond niets. „Het licht," hijgde de man. ,„!a", zei de cipier. In de kerk, waar de aanvang van het Paasfeest werd gevierd, werd gezongen. Hij had die liederen wel eens over de radio gehoord, en er gons was hij dankbaar dat hij ze herkende. Zij stonden in het portaai. .,Ik moot de kerk in", dacht hij, „ik moet hulp halen." Waarom ben ik hier, dacht hij later, op de houten bank. De koster had vreemd gekeken, toen zij samen in het portaai kwamen, en de zieke, waarover hij sprak, nergens te zien was. „Ik kwam, omdat het hier licht was", had hij gestameld, „maar hij was hier, een seconde geleden was hij hier nog". Waarom ben ik hier?, dacht hij, Het was Pasen. GERARD ABELS bm 'n uur of elf kun je't al mer- ken op de Binnenweg en de Hoog- straat, op de Kruiskade en in de Lijnbaan. De wijkgedachte vibreert doorgaans alleen van maandag tot en met vrijdag. Op zondag wordt ze door nabij kerkbezoek of een kijkje nemen op een buurt-sportveld hoog stens een beetje gevernist, maar zaterdags dan gaat men vrijwel algemeen de city overbevolken, zo dat er b.v. bij de oversteekpiaats Beursplein (het nieuwe) naar de Hoogstraat politie te paard aan te pas moet komen, willen auto's nog een kansje krijgen de zebrapaden te nemen". Hoe later op de middag, hoe drukker met de wandelaars en hoe meer in de warenhuizen de ris- sen worst-uit-het-vuistje afslanken, het aantal kalfscroquetten slinkt. en de vellen en de vette puntzakjes hun weg op de straatstenen vinden. Wie de afgelopen zaterdag door wind en regen naar „de stad" is ge- gaan, zal onze onvolprezen Coolsin- gel in een nog desolatere toestand hebben aangetroffen dan hij al was. Tja, de aanleg van de metro vraagt offers. Het is, of de officiele gebou- wen daar van de gelegenheid ge bruik zijn gaan maken om meteen maar de boel te laten opknappen. Het beursgebouw is voorgegaan. Het slanke torentje met de beurs- bengel is in de steigers gezet. De bel schijnt aan t roesten te zijn gesla- gen en werklui zijn er aan bezig. Ze kunnen nu meteen zien waar de kle- pel hangt. Met de stadhuistoren is het al niet beter gesteld. De wijzers van het uurwerk zijn voor de grote schoon- maak naar binnen gehaald en geen gemeente-ambtenaar kan er voor- lopig zijn horloge op gelijk zetten. Maar dat is nog het ergste niet. Heeft u tijdens uw zaterdagse city- escapade wellicht opgemerkt, dat de monumentale lantaarns bij de hoofd- ingang van ons stadhuis verdwenen zijn? Finaal van hun voetstuk ge haald en verdonkeremaand. U weet wel, ze flankeerden het grote bor- des. Het was of Johan van Olden- barnevelt vanuit zijn nis in de rech- terzijgevel er nog meewariger om is gaan kijken, dan hij al deed. We zullen maar ineens de reden van dit verdwijnen uit de doeken doen. Dat bordes moet een flink eind ingekrompen worden, ter wille van de metro-aanleg. Men zal er binnen- kort langs die zijde van de Coolsin- gel nauwelijks meer kunnen passe- OPLOSSING 4 APRIL SIGARETBETALING EDELINREKENENOA COMPETITIETRANT ROEETAGENREAGLE ELENGMORGENROOD TENORENKELNENOR ABSISRANSRESIDU RECHTEAOPOEREMI INHAMNLLAMMEREN SIAMEGELNAADENE ESPSLAGENNNENIG STUTDROMETALAGE OPWEIEVANITONEN DEERNERDHEIOTEO EERSGLIJELKESINT Prtjzwintmr: M. N. Elbergr, Hooker - singel 55, Rotterdam-", HORIZONTAAL 1. vogelvogel; vogel; j 2. geweldig; voordat; tijdmaat; voor$etsel; 3. ontkenning; geconcentreerd af- treksel; bijwoord; 5. milit. politie; hemelsblauw; voorwereldlijk dier; dicht 6. echtgenate; verlaagde, toon; vogel; mijns inziens; boom; bijwoord; 7. telwoord; zuigdot; rivier; deel v. e. jas; 9. gering; gevaar; spoedig 10. deel v. h. gelaat; kromme lijn; land in Z. Afrika; j 11. dier; opening; boom; familie- - lid; 13. opvulling; titel; boom; bier- soort; 14. voorzetsel; in orde; droogvloer; sierplant; snijwerktuig; 15. vogel; vogel; VERTICAAL 1. vogel; vogel; vogel; 2. plooi; gereedschap; nw. testa ment; Ver. Naties; 3. gerecht; vergroting van bezit; vod; 4. aarzelen; kind; 5. pi in Duitsland; familielid: enig; telwoord; 6. soort; wrang; soortel. gewicht; godin; vr. munt; 7. voordat; pers. voOrn. woord; deel v. h. gezicht; pi. in Italie: 8. snelle loop; pret; viskaar; aanw. voom. woord; ten laatste: 9. water in Eriesland: pasta; vlak-' temaat; genotmiddel; 10. nummer; roem; dun; godheid priem; 11. vlag; Iangzaamlekkernij; 12. titel; lokspijs; ijzer bewerken; putemmer; 13. gelofte; munt; gewicht; zelf- kant; imend (fr.); 14. blijkens de akten; pi. in Enge- land; pers. voom. woord; tuin- h.uis; water in Friesland: 15. vogelvogel; vogelverblijf. Bij juiste oplossing verschijnt op de regels 4-8-12 horizontaal een wel- gemeende wens! Onder de inzenders van een goede oplossing zal een prijs van f 5, worden verloot. Inzenden aan: Redactle „Metro- Pool", Oudedijk 261a, Rotterdam. Henk de Looper is voortdurend op zoek naar waarden en hij pro- beert achter de twijfelachtigheid van de dingen te komen. Hij gelooft dat de mensen ervan moeten wor den doordrongen, dat de kunste naars er niet alleen zijn om voor- werpen te maken die aan de muur gehangen kunnen worden, maar dat zij nog een andere functie hebben: het waarnemen en weergeven van toestanden in de wereld. In mijn hart, zegt hij, geloof ik dat het werk dat we maken zin heeft. de ervaring leert echter, dat de mensen er te gemakkelijk overheen leven. Hij wil alles doorleven en wat hij dan weet in zijn werk leggen. Hij wil een sociaal kunstenaar zijn, tussen de mensen staan en aan hen doorgeven, wat hij ziet en ervaart. En wat er plaatsvindt denkt hij vooral te leren door het lesgeven aan kinderen, omdat volgens hem de ontwikkeling in de tijd en de veranderingen zich het eerst en vooral manifesteren in hen. De etsen van Henk de Looper hebben als voorbeeld voornamelijk stadsgezichten en landschappen. Zij geven een grote verlatenheid te kennen. Er is geen levende ziel te bekennen. Alles is stilte, een roer- loze dreigende stilte, alsof er een atoombom gevallen is. Het is de angst voor de eenzaamheid die zulk werk doet maken, de eenzaamheid waaronder deze wereld gebukt gaat. Een van die kunstenaars die teveel in het verborgene werken is de etser Henk de, Looper (30 jaar, blond, ongehuwd) uit Oud-Mathe- nesse. Wel exposeerde hij reeds vrij veel, onder andere twee maal in de Rotterdamse Kunststichting, aan welke instelling hij verschillende keren al zijn werk verkocht. Op verscheidene groepstentoonstellin- gen was hij vertegenwoordigd, zoals in het Groothandelsgebouw met de Scarabee-groep, in de AMVJ, en onlangs met de Rotterdamse schil- ders Orth en Jansen in Arnhem. Zijn werk neigt van een beheerst naturalisme naar surrealisme. Ik doe vrij veel experimenteel, zegt Henk de Looper, om daardoor tot een naturalistisch oeuvre te komen, we kunnen duizend jaar ontwikke ling en geschiedenis niet zomaar voorbijlopen en de verworvenheden weggooien. Een goede scholing op artistiek gebied is noodzakelijk. maar er bestaan wegen, die je zelf moet zoeken en die je ook kunt vinden. tijd, is de huisvrouw die met een grote tas en soms met kinderen bood- schappen is wczen doen in het centrum. Waarom gaan deze mensen niet eerder naar huis? ren en het is ook nog zeer de vraag, of de bruidsstoeten de eerstvolgende jaren koninklijk langs de voorzijde van het stadhuis hun entree mogen maken. Op het Hofplein zijn al twee brug gen geslagen, een voor het snelver- keer, een voor de tram. Van de bouwput aan het Weena uit is men reeds begonnen de brede geul te graven, die met water wordt gevuld opdat de tunnelstukken naar de plaats van bevestiging kunnen „va- ren" Van het Weena uit krijgen we dus een flinke grote bocht naar de Cool- singel toe, zo groot opdat de on- dergrondse spoorweg er gemakkelijk vaart kan houden dat het einde van de kromming dicht voorbij de gevel van het stadhuis schuift, om even later om te buigen naar het midden van onze boulevard. Moge lijk maakt men daar voor het Stad- huisplein ook enkele ondergrondse appartementen, die in geval van nood dienstig kunnen zijn. Hoe het zij, ook onze wijkbewo- ners, als ze op zaterdag gaan stadten, zullen' wat het comfort op de Cool- singel betreft een poosje door de zure appel moeten heenbijten. Zo erg is het trouwens voor hen niet, want di6 kant van de Coolsingel wordt niet bij voorkeur gefrequen- teerd. En misschien krijgen ze er de eerstvolgende jaren nog wel wat spectaculairs te zien: het voorbij- varen van een stuk metrobuis, al dan niet symbolisch op zijn plaats gede- poneerd door een met ambtsketen getooide burgemeester Van Walsum. En opgeluisterd met fanfares. Mis schien speelt het carillon van de Grote Kerk dan nog altijd het va- derlandse lied van „Hou je roer recht!". Oplossingen kunnen worden in- gezonden tot en met de eerstkomen- de verschijningsdatum van Metro- Pool; dus tot en met de eerstvol gende woensdag. De uitslag zal dus steeds 14 dagen na de publikatie in ons blad te vin den zijn. Wilt u steeds duidelijk uw naam, adres en woonplaats vermelden en het woord „puzzle" op de enveloppe. Dat vcrgemakkelljkt op aanzienlijke wijze het werk van de rcdactie.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Metropool | 1962 | | pagina 3