HET NIEUWE ELAN VAN HET STEDELIJK MUSEUM kwaliteit is de basis waarop kunstenaars worden uitgenodigd voor aankoop of tentoonstelling Henk Slechte 13 Musis In de fraaie jubileumcatalogus van het Stedelijk Museum 'Van Appel tot Zadkine' zwaait Flora Stiemer de successie velijke conservatoren en directeuren van het museum veel lof toe, met slechts hier en daar een voorzichtig toefje kri tiek. Die ononderbroken hagiografie hapert even bij de overgang van directeur Paalman naar directeur Tjabbes. Na het vertrek van Hans Paalman, aldus Stiemer, nam 'een brandweer commandant' de museale honneurs een jaar waar, lang genoeg voor het museum om van de landelijke tentoonstellingsagenda te verdwijnen. Gelukkig schoot Pieter Tjabbes, die even uit Brazilië over was, te hulp en bracht het museum weer op die agenda terug. Stiemer doet 'de brandweercommandant' onrecht. Arie Metaal, want zo heet de toenmalige interim-directeur, is een muzisch man die van een getergd gemeentebestuur na het omstreden vertrek van Hans Paalman een duidelijke opdracht had meege kregen: blus de interne branden, tref preventieve maatregelen ter voorkoming van nieuwe en bedenk een organisatiestruc tuur die het museum bestuurbaar maakt en vooral houdt. Metaal heeft zich bekwaam van die taak gekweten. Hij wist dat een museum een creatieve instelling is en dat museum mensen zich moeilijk in een keurslijf laten duwen. Daarom heeft hij een organisatie ontworpen, waarin de directeur eind verantwoordelijk is en twee hoofden belast zijn met de uitvoe ring van de kerntaken: een hoofd bedrijfsdienst voor de tech nische en administratieve bedrijfsvoering, waaronder tentoon- stellingsbouw, en een hoofd museale dienst voor collectiebe heer en tentoonstellingssamenstelling. Metaal heeft zijn plannen ingeleverd, en is als brandweercom mandant naar Utrecht vertrokken. Pieter Tjabbes bleek een betrekkelijke blijver, die ruim vier jaar de functies van hoofd museale dienst en directeur combineerde. Zijn prioriteiten waren het opschonen van alle collecties, het uitbouwen van de kerncollectie en het terugbrengen van het museum op de lan delijke tentoonstellingsagenda. Hij heeft die zware taak knap volbracht en is nu teruggekeerd naar Brazilië, waar hij het organiseren van tentoonstellingen combineert met het geven van colleges kunstgeschiedenis. Beide hoofden zijn aangesteld, en de directeur lijkt in aantocht. Het plan-Metaal kan in wer king treden. Tijd om kennis te maken met Ludo van Halem, sinds 1 sep tember hoofd museale dienst van het Stedelijk Museum, en de man die straks zijn stempel zal gaan drukken op collecties en tentoonstellingen. Een bescheiden man met uitgesproken opvattingen over het kunstmuseum in het algemeen en, nog enigszins behoedzaam, over het Schiedamse Stedelijk in het bijzonder. Behoedzaam, omdat hijzelf de ene maand die hij in zijn nieuwe baan werkzaam is, onvoldoende vindt om zich nu al duidelijk te profileren, maar toch met uitgesproken opvat tingen omdat hij alle discussies in de museumwereld kent. Hij is ook een man die vindt dat het publiek in een museum moet kunnen genieten zonder dat het museum zijn beleid geheel op de wensen van 'het publiek' behoeft af te stemmen. Het museum mag geen kijkcijferfabriek zijn, maar moet zelf zorgvuldig zijn doelgroepen formuleren en trachten die goed te bedienen. Een tentoonstelling duurt langer dan een theater-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1995 | | pagina 13