Essentieel is
natuurlijk
wel dat er
publiek is.
Een tentoonstelling
met een bezoeker
per week, hoe enthousiast
die ook is,
moet de verant
woordelijke
staf aan het
denken zetten.
Musis 14
voorstelling en is dus veel gezichtsbepalender voor het muse
um dan één uitverkochte avond met André Hazes voor de
schouwburg! Een museum is een normatief instituut dat moet
proberen voor het publiek helderheid te scheppen op de ter
reinen die het als de zijne beschouwt. Voor het Stedelijk in
Schiedam is dat landelijk de Nederlandse kunst na de Tweede
Wereldoorlog, en plaatselijk de Schiedamse geschiedenis.
Binnen die kaders zullen er ongetwijfeld tentoonstellingen
komen voor een breed èn voor een smal publiek. Het publiek
moet en kan zelf uitmaken wat het mooi, interessant of lelijk
vindt. Het museum kan met teksten en educatieve program
ma's, zoals de inmiddels populaire kunstuurtjes, hoogstens een
handje helpen. Essentieel is natuurlijk wel dat er publiek is.
Een tentoonstelling met één bezoeker per week, hoe enthou
siast die ook is, moet de verantwoordelijke stat diep aan het
denken zetten.
Ludo van Halem (1959) combineerde tijdens zijn studie
kunstgeschiedenis in Leiden theorie en praktijk door gelijktij
dig als grafisch vormgever te werken. Een bewuste keuze, want
het was vanaf het begin zijn bedoeling in een museum ten
toonstellingen te gaan maken in een esthetische context. Na
zijn studie was hij coördinator van de Schiedamse artotheek
en eindredacteur van en publicist in Jong Holland, tijdschrift
voor kunst en vormgeving na 1850.Voor een krap bemenst
museum met hoge ambities als het Schiedamse de ideale com
binatie van opleiding en ervaring.
Na conservator Pierre Jansen en directeur Hans Paalman, die
door hun inhoudelijke kwaliteiten landelijk faam verwierven
maar daardoor ook (te) veelvuldig afwezig waren, bevinden
zich nu voor het eerst de artistieke en beleidsmatige leiding
van het museum niet meer in de handen van één persoon,
maar zijn ze verdeeld over drie mensen die als team de leiding
van het museum vormen. De directeur moet nog benoemd
worden, en daarom is het nog te vroeg om nu al op de taak
verdeling van de toekomstige driekoppige leiding in te gaan,
maar vast staat wel dat Ludo van Halem zich zal bezighouden
met het collectiebeheer, het verwervingsbeleid en het tentoon
stellingsprogramma. Hij heeft bezwaar tegen de term 'artistiek
leider', want dat suggereert meer creatieve inbreng van de
conservator in tentoonstellingen en collecties, dan hij wense
lijk vindt. Het accent moet liggen op de kunst(enaars) en niet
op degene die de tentoonstelling samenstelt of de objecten
aankoopt. Nogmaals, een tentoonstelling is iets anders dan een
theatervoorstelling, en een conservator, tegenwoordig in
kunstmusea ook wel curator genoemd, moet zijn ego binnen
boord houden.
Ludo van Halem wil een combinatie zijn van de ouderwetse
conservator die zich intensief bezighoudt met de collecties en
met het maken van tentoonstellingen, èn de moderne kunst
manager die verantwoordelijk is voor het inhoudelijke deel
van de museumorganisatie. Die mogelijkheid biedt de nieuwe
organisatiestructuur van het Stedelijk. Hij heeft daarom veel
plannen, maar prioriteit heeft zijn afdeling, de museale dienst.
Die moet niet alleen produktie maken maar ook een inhoude
lijk platform zijn. Alleen zo is de noodzakelijke verdieping in
het tentoonstellingsbeleid mogelijk. Dat belangrijke en
arbeidsintensieve onderdeel van het werk van deze afdeling is
op de achtergrond geraakt door de (noodzakelijke) sterke pro-
duktgerichtheid van de afgelopen jaren. Een inhoudelijke her
oriëntatie is broodnodig. De neuzen moeten niet alleen
dezelfde kant op, ze moeten ook wat anders gaan werken. Als
het aan hem ligt, verschuift het accent in het tentoonstellings
beleid van kwantitatief naar kwalitatief. Minder tentoonstellin-