19 Musis
woningen die aan beide zijden werden
geplaatst van de nieuw aan te leggen
Fabristraat. Bij beide blokken zijn de
eindwoningen op de rooilijn van de
straat geplaatst. De acht huizen ertussen
liggen drie en halve nieter terug en
hebben een tuintje aan de voorzijde van
de woning. Deze tuintjes zijn van de
straat afgescheiden door een laag muur
tje waarop een hekwerkje is geplaatst.
Aan de achterzijde werd een eenlaags
uitbouw geprojecteerd waarin de keu
ken en het toilet waren ondergebracht.
Het jaarverslag van de Vereeniging
Volkshuisvesting was niet weinig trots
op de prestatie en gewaagt in 1907 dan
ook van 'vriendelijke woningen in een
frissche omgeving, woningen met een
tuintje en enige versiering'.
De gevels zijn zorgvuldig gedetailleerd
en opgetrokken in paarsrode baksteen.
Boven de vensters en de deuren is, in
combinatie met hardsteen, verticaal met
selwerk aangebracht dat bovendien is
verlevendigd door toepassing van gegla
zuurde steen.
Dat het hier volkswoningen en geen
arbeiderswoningen betrof kwam ook tot
uitdrukking in de huurprijs. Met prijzen
van drie, drie gulden tien, drie gulden
dertig en drie gulden veertig lag deze
toch negen procent boven de prijs van
een gemiddelde arbeiderswoning.
Aan het eind van de jaren tachtig stond
de Woningbouwvereniging Schiedam als
eigenaresse van de woningen voor de
keuze tussen sloop en handhaving van
het complex. Sloop lag om economische
redenen het meest voor de hand, tot het
gemeentebestuur de historische waarde
van de twee rijtjes huizen herkende en
intervenieerde. De woningen werden
op de gemeentelijke monumentenlijst
geplaatst. Dat droeg ertoe bij dat de
economische bezwaren werden wegge
nomen en restauratie kon worden over
wogen.
In 1993 werd het complexje grondig
onder handen genomen door Jan van de
Wetering van de Stadsarchitecten
Associatie uit Rotterdam. In zijn restau
ratieplan kreeg de trap een andere plaats
zodat zowel de begane grond als de ver
dieping beter bruikbaar werden en ook
de keuken kon worden vergroot door
de ruimte van het oorspronkelijke toilet
erbij te betrekken. Op de verdieping
werd een badcel geprojecteerd en ruim
te geschapen voor twee, niet al te grote
slaapkamers. Alleen de woning nummer
14 werd -zover mogelijk- teruggebracht
in oude staat. Bewaard bleven natuurlijk
de voorgevel en tuinmuurtjes waarop
nieuwe hekwerken van hetzelfde model
als de gietijzeren werden geplaatst. De
bestrating in 'visgraat'verband is
opnieuw aangebracht met de omgekeer
de oude stenen. Alle zinkwerk is weer in
zink uitgevoerd. De dakpannen zijn
nieuw aangebracht en speciaal voor dit
project werden - in de juiste kleuren -
nieuwe, geglazuurde pannen gebakken.
Het aanzicht van de achtergevels is
gewijzigd. Op de achtergevels werd
nieuw stucwerk aangebracht en de aan
bouwen werden tevens voorzien van
gevelisolatie. De terrassen en balkons aan
de achterzijde zijn bij de woning
betrokken.
De bewoners moeten, naar huidige
maatstaven, genoegen nemen met een
wat krappere woning. Maar daar staat
dan wel tegenover dat de woonomge
ving bijzonder is en een duidelijke rela
tie met het verleden heeft. Een woon
plek, kortom voor liefhebbers met een
gevoel voor historie.
Met de restauratie van het eerste
woningproject van de Vereeniging
Volkshuisvesting is een complex behou
den met historie. De geschiedenis ervan
vertelt over de tijd dat goed wonen niet
voor iedereen was weggelegd en waarin
het heel wat moeite kostte om de trein
van de sociale woningbouw in bewe
ging te krijgen. Op 9 september beves
tigde F.L. Geerdes het Scidam-schildje
als onderscheiding aan de woning
Fabristraat 14. Hiermee onderstreept de
Historische Vereniging het belang van
restauratie- en herstelaktiviteiten ook
aan de eenvoudige woningen een histo-
risch-maatschappelijk ontwikkeling mar
keren. Een uniek project op het gebied
van sociale woningbouw als monument.
Terecht
Bronnen;
ArchiefWoningbouwvereniging
Schiedam
C. A. Adriaansens en A. Ch Fortgens,
Volkshuisvestingsrecht, Kluwer
H. van der Sloot, Betrekkelijk tot tevre
denheid, WBV Schiedam