21 Musis de eigen handel en koloniën zouden worden bedreigd tot het aangaan van nauwe banden omdat de verwachting was dat Amerika nog lang agrarisch zou blijven waardoor het veel produkten zou moeten invoeren. Op dit laatste gevoelen speelde Adams, wijs als hij was, handig in. Niet vergeten mag worden dat de Republiek als gevolg van een uitgelekt geheim handelsverdrag tussen de Republiek en de Verenigde Staten in oorlog was met Engeland; en oor log die voor de Republiek ronduit desastreus genoemd kan worden. Het gevolg daarvan was dat er in de Republiek ook nogal wat weerstand bestond om de kloof met Engeland nog verder te vergroten door de Verenigde Staten officieel te erken nen. Adams probeert via een agressieve diplomatie de machthebbers in de Republiek ervan te overtuigen dat de voordelen van erkenning groter zouden zijn dan de nadelen. In zijn beroemd geworden Memorie aan de Staten-Generaal gaat Adams hier uitvoerig op in. Het nieuwe Amerika zou immers nog eeuwen agra risch blijven en een belangrijk afzetgebied zijn voor de Nederlanden. Ook bezocht hij de afgevaardigden van de 18 Hollandse steden in hun logementen in Den Haag om ze te overtuigen van het economisch belang van de Verenigde Staten voor Holland. In april 1782 bracht hij een bezoek aan het Schiedamse logement, dat werd gedeeld met de steden Schoonhoven en Gorinchem, aan de Fluwelen Burgwal in Den Haag. Niet alleen Adams, ook de Hollandse kooplieden ondernamen actie om erkenning van het nieuwe Amerika te bespoedigen. In steden als Leiden, Gouda en Delft werden de stadsbesturen bestookt met verzoekschriften van plaatselijke kooplieden en fabrikanten om toch maar gauw het nieuwe Amerika te erkennen. In Schiedam ging het niet anders. In maart 1782 drong een aantal handelslieden er bij het stads bestuur op aan te beijveren dat de Staten van Holland de sedert ruim anderhalt jaar in de Republiek verblijvende Adams in het belang van de vaderlandse handel zo spoedig mogelijk als gezant van de Verenigde Staten zouden erkennen. De Schiedamse bestuurders waren dezelfde mening toegedaan. Naar aanleiding van het verzoek van de kooplieden concludeerde het stadsbestuur namelijk "dat de Belangen van den Staat thans vorderen, om met het Noord Amerikaans Congres een tractaat te sluyten, tot Uytbrijding en Verleevendiging van onze zieltoogende Commercie en Navigatie, en tot Herstel van onze kwijnende Trafiecquen en Fabriecquen". Of het nu vooral het gevolg was van dergelijke verzoekschriften of veel eerder vanwege de niet aflatende ijver van John Adams om de Nederlandse opinie ten

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1995 | | pagina 21