Het Nieuwe
Schiedam ver
rijst dapper op
een veenlaag
van oude foto
boeken
Kor Kegel
Houden de Schiedammers van
hun stad? In drommen kwamen
ze af op de officiële opening van
de nieuwe Passage, ze popelden
om allemaal tegelijk de nieuwe
aanwinst van het centrum zien.
Voorwaar, een overtuigende blijk
van belangstelling, die nog verre
de animo overtrof toen het drie-
in-één- warenhuis ABC zijn deu
ren opende. Hele volksstammen
rukten naar hun binnenstad op.
Je zou dus bijna ja zeggen: ze
houden van hun stad. Maar laten
we ons niet vergissen. Speciale
evenementen hebben altijd een
sterke magnetische werking, ze
zuigen trouwens ook
Vlaardingers en Rotterdammers
aan. De volle cafés tijdens de
jazznight, de zondagsmarkt, de
iets toegenomen drukte op de
Open Monumentendag - je kunt
die gelegenheden eigenlijk niet
als ijkpunt nemen. Het Schiedam-
gehalte van de dan aanwezige
mensenmassa's is niet te meten,
het publiek is als het ware 'ver
vuild' met haringkoppen en met
boodschappentoeristen uit de
achtertuin van de Hogenbanweg.
Bijzondere attracties vertekenen
het beeld. Ze zijn de Clearasil
tegen de jeugdpuistjes, zodat het
wel lijkt alsof iederéén van je
houdt!
Maar het is camouflage, een
masker, dus laten we nuchter
blijven. De betrokkenheid van
Schiedammers bij hun stad
kun je beter afleiden uit alle
daagse taferelen. Hoe is op een gewone
dag de toeloop naar de kinderboerderij
in het Prinses Beatrixpark? Hoeveel
ingezetenen wandelen tussen de middag
door de zalen van ons vermaarde
Stedelijk Museum? Nog een somber
stemmende vraag: hoeveel van die dui
zenden Passagegangers vinden de ver
lengde winkelgalerij echt móói, van
Brusselse allure of zo? Kan de verrijking
van Schiedam-Centrum straks blijvend
opboksen tegen het gemoderniseerde
Liesveld in Vlaardingen of het onder
grondse Beursplein in Rotterdam? Ik
kan het niet helpen: deze vragen te stel
len is een zeer Schiedamse bezigheid,
bedoeld om bescheiden te blijven, doe
maar gewoon dan ben je al gek genoeg.
Schiedammers, van alle soorten, standen,
rassen, houden best wel ergens van hun
stad, maar ze lopen er niet mee te koop,
laten we hun liefde niet overdrijven.
Hun begaandheid met en adoratie voor
Schiedam is bepaald niet verpletterend.
In het Meerjarig Promotieplan Centrum
Schiedam komt zelfs een droevig beeld
naar voren. Het blijkt dat van de inwo
ners boven de spoorlijn slechts 29% een
binding heeft met 'de stad'.Van de
inwoners beneden de spoorlijn is dat
38%, een getal dat eveneens knap tegen
valt, vooral als je nagaat dat we het hier
hebben over de wijken die direct rond
het stadscentrum liggen. Veruit de mees
te winkels in Schiedam-Centrum zijn er
voor de niet-alledaagse artikelen: in
1994, dus net vóór de grootscheepse
vernieuwing, waren het er 182 van de
224.Van deze winkels moet een écht
centrum het hebben. Voor brood, kaas
en eieren gaan de meeste mensen naar
winkels om de hoek, de kleinere buurt
centra, die zich met hun directe omge
ving bedruipen. Maar een stadscentrum
heeft koopstromen nodig voor het spe
ciale, de bijzondere aanschaffingen, een
ijskast of een leren jas, een tweeper
soonsbed of een tapijtje. En dan is de
tragiek dat van de niet-alledaagse beste
dingen in Schiedam-Centrum slechts
35% gedaan wordt door de
Schiedammers; 15% gaat liever naar
Rotterdam, 8% naar Vlaardingen, 9%
naar de Hof van Spaland. Kennelijk
moet het centrum van Schiedam het
hebben van de buren. De Winkelatlas
van Zuid-Holland bevestigt dat
Schiedam een secundair regionaal ver
zorgende functie heeft. Schiedam staat
op de twintigste plaats en is vergelijk
baar met Zwijndrecht, Katwijk en
Leyweg (Den Haag): niet de meest fan
tastische plekken om mee vergeleken te
worden. Vlaardingen trekt nog altijd
anderhalf maal zo veel publiek, ondanks
dat het sinds de komst van winkelcen
trum Koningshoek in Maassluis veel
klanten van oudsher verloren zag gaan.
Dat zijn geen gegevens om vrolijk van
te worden.
Dat hebben de winkeliers natuurlijk zelf
ook wel aangevoeld, al was het maar in
hun portemonnee. Door de jaren heen
zijn ze zich geleidelijk bewust geworden
dat een winkeliersvereniging Dam niet
moet willen concurreren met een win
keliersvereniging Broersveld of
Rotterdamsedijk, maar dat het verstandi
ger is de handen ineen te slaan. Samen
sta je sterker tegenover andere grote
centra. Dat besef heeft geleid tot het
Centrummanagement Schiedam, een
uitstekend initiatief van de wakkere pio
niers in het Schiedamse uitgaans- en
zakenleven. Het bureau BRO Adviseurs
inVught ontving de opdracht om naast
een evaluatie van de zwakke kanten van
Schiedam ook een inventarisatie te ver
richten van de kansen voor 'de stad' en
ik vind dat het Centrummanagement
waar voor z'n geld heeft gekregen. Het
Meerjarig Promotieplan is er het gevolg
van. Een hoogst bruikbaar produkt, dat
verplichte lesstof zou moeten zijn voor
gemeenteraadsleden, ondernemers en
maatschappelijke organisaties. Voor het
eerst in het bestaan van Schiedam wor
den de potenties van de stad gekoppeld
aan gekke ideeën, creatieve plannen,
serieuze voornemens tot interessanter
amusement - en voor de culturele toe
komst van Schiedam is het Meerjarig
Promotieplan een onmisbare nota, laat
ik het die waarde meteen toekennen.
In vogelvlucht is Schiedam cultuurhisto
risch en toeristisch-recreatief verkend, er
is gekeken naar de ruimtelijke mogelijk
heden, parkeerkwesties, de betekenis van
de markt en de horeca.
De naamsbekendheid van Schiedam in
het land wordt positief beoordeeld - dat
zal uiteraard nog toenemen als de VVV
de akelige bijnaam Brandersstad binnen
kort vervangt door de ouderwetse kwa
lificatie Molen- en Jeneverstad. Afgezien
van alle hardware-voorzieningen in
Schiedam (de molens, het
Zakkendragershuisje, de historische
bebouwing langs de grachten, het bin
nenkort te openen jenevermuseum De
Gekroonde Brandersketel) blijkt er meer
dan ooit een succesrijk software-pakket-
je te zijn. Dat pakketje bevat de intentie
bij alle betrokkenen, gemeente, onder
nemers, musea, VVV, verenigingen om er
gezamenlijk wat van te maken.
Musis 6