m
ÉN
>jrf is*..#' 41
19 Musis
Maar..., een vergissing is menselijk. Ook
in de aanhef van een catalogus, die
voorgeeft een diepgaand gedetailleerde
tentoonstelling te begeleiden en de ret-
horische vraag stelt of met dat Hoofd
Schiedam nu ook een havenstad gewor
den was. Waarop de samensteller zich
met een parmant: 'Het antwoord moet
ontkennend luiden', wat wierook toe-
wuift om vervolgens geheel uit het niets
te suggereren dat anderen het tegen
overgestelde zouden hebben beweerd.
Dat Schiedam ooit een (zee)havenstad is
geweest, heeft echter nooit iemand
betoogd. De vraag die daarentegen wel
meermalen aan de orde werd gesteld
was hoezeer Schiedam gewenst heeft
om een havenstad te kunnen zijn. En
daar heeft een 'lokaal' geschiedschrijver
als Dr. H. Schmitz bijna een halve dis
sertatie aan besteed. Te beginnen met de
(Hoofd)havenplannen van Fijnje in
1852, tot en met de aanleg van de
Westerhaven (door Van der Geer abusie-
het interne overleg tussen b. en w. en de
senioren uit de Schiedamse raad laten
geen twijfel bestaan over de voorstelling
die het stadsbestuur zich op nautisch
gebied maakte.
Van der Geer echter wil op eigen benen
staan en wie kan dat de man verwijten
die de kijkcijfers van het Stedelijk
Museum tot beter subsidiabele propor
ties brengt. Het zij hem dus vergeven
dat hij niet een van de havenplannen
noemt, voor Schmitz geen letter over
heeft, Teenstra wel in de colofon noemt
met als kennelijk enig doel om een aan
leiding te hebben tot alweer zo'n weten
schappelijk ogende noot, aan komt dra
gen met het zo langzamerhand overbe
kende citaat van M.M. van Praag over
de huizen van lichte zeden aan de
Hoofdstraat, waarvan overigens de let
terlijkheid door de politierapporten in
ons eigen Gemeentearchief wordt
tegengesproken, een op de Amsterdamse
Ook de lyriek ontbreekt niet. Gelukkig
niet. Van der Geer kent z'n maten en
weet dat een tentoonstelling, zo door
trokken van nostalgie, niet compleet is,
zonder de harp te stemmen voor een
passende afscheidszang: 'De weg erheen
vanuit de stad voert langs een damwand
waarachter, zo geloven sommigen, nog
steeds de huisjes van vroeger, de ijsfa
briek, de pakhuizen en stallen van bode
Engermg, de olie-opslagplaats van Total
en het kantoortje van de havenmeester
schuilgaan. Op stille avonden zijn er
soms stemmen te horen en een oude
scheepsharmonica die een klaaglijk
deuntje speelt'.
Wij menen daarbij nog een ander geluid
te kunnen waarnemen. Het zuchten bij
voorbeeld van de vele geschiedschrijvers
die door Van der Geer terloops terzijde
zijn geschoven om niet te worden
gehinderd in zijn verhaal en het steunen
van de vele ongenoemde bestuurders die
i
velijk de aanzet genoemd van wat ooit
moest uitgroeien tot een modern
havencomplex, maar in werkelijkheid
bedoeld als havenkom ten gerieve van
de daar te vestigen branderijen en distil
leerderijen), de wenselijkheid van een
havenspoorweg, het oostelijk
Havenontwerp van burgemeester en
wethouders van 1871 en het laatste ont
werp Fijnje uit 1873. Waarbij dan en
passant ook nog het voorbereidend werk
genoemd zou kunnen worden van oa.
M.C.M. de Groot en het stadsbestuur
dat in 1901 de weg bereidde voor de
verkoop van grond ten behoeve van de
werf Gusto en de latere voortvarendheid
op scheepvaartgebied die in 1913 al in
principe leidde tot de vestiging van de
nieuwbouwwerf van Wilton in
Schiedam. De te raadplegen notulen van
School geïnspireerde brug uit 1927 aan
ziet voor een schepping in artdeco-stijl,
zich verbaasd afvraagt waarom de
Eendrachtstraat moest worden afgebro
ken, terwijl de antwoorden hierop in de
vorm van de op Deltahoogte gebrachte
Maasdijk en een nieuwe, op de hoogste
stormvloed berekende Buitensluis, voor
de deur liggen, Hudig Veder
Scheepsagenturen gelijkstelt met lijn-
maatschappijen als de HAL, RL,Van
Nievelt Goudriaan, Kersten Hunik en
Van Uden (om er maar een paar te noe
men) en op het eind van zijn galop door
de geschiedenis aankomt bij restaurant
Europoort om daar opgewonden te
constateren: 'De eetzaal van dit restau
rant stak, o wonder, een flink stuk boven
het water uit'. (Oorspronkelijke taalfout
gehandhaafd).
gedurende meer dan honderd jaar
bevlogen hebben gepoogd om Schiedam
mee te laten profiteren van de nabijheid
van de drukbevaren Nieuwe Maas. Hun
weeklagen echter is, in zijn haast om de
trem te halen, niet opgemerkt door de
schrijver en hun werk afgedaan als beu
zelarij, in het licht van zijn geschied
schrijving van mindere waarde dan de
punten en komma's achterop de ansicht
kaart van ene Wim
HVDS