de tijd van defti Henk Slechte Musis 4 Qmstreeks 1970 werd de brandersbuurt afgebroken. Daarmee vernietigde Schiedam een meerdimensionale bron voor één van de boeiendste hoofdstukken uit zijn sociale en economische geschiedenis: de gedistilleerd- industrie. Wat bleef was de Lange Haven met de bedrijfsgebouwen en woonhuizen die het werkgevershoofd stuk uit diezelfde geschiedenis vertegenwoordigen. Natuurlijk, de buurt was verkommerd, en er viel in de huisjes niet meer te wonen volgens de huisvestingsnormen van de jaren zestig. Natuurlijk, de kleine pandjes stonden het (nooit uitgevoerde) uitvalswegenplan in de weg. En zeker, er moest een nieuwe brandweerkazerne komen. Maar iedere Schiedammer wist ook dat al deze argumenten het stadsbestuur erg goed van pas kwa men, omdat het af wilde van het wereldwijde drank-imago van de stad, die dankzij de Schiedams-Haagse advocaat F.Bordewijk in de literatuur voorzien was van het epitheton Zwart Nazareth. In diezelfde dagen geschiedde het dat de VW-directeur de brutaliteit had een folder te maken met een jeneverglaasje op de voorkant. Dat leverde hem een repriman de op van de geheelonthoudende burgemeester H.Roelfsema Wie in 1996 kennis neemt van Schiedams 'city-marketing', kan nauwelijks geloven dat dit zich nog maar twintig jaar gele den afspeelde. Schiedam heeft een nieuw elan ontwikkeld, waarin verleden én heden als brandersstad een hoofdrol spe len. De VVV biedt stadswandelingen aan, die de toeristen langs dat gedeelte van het brandersverleden voeren dat nog rechto vereind staat, en de folders ruiken nog net niet naar jenever. De omslag vond circa 1985 plaats. Toen stond de relatie molens-gedistilleerd centraal in de viering van het tweehon derdjarig bestaan van de molen 'De Vrijheid'. In hetzelfde jaar presenteerde het Nationaal Gedistilleerd Museum een nieuwe opstelling van zijn collectie in de kelder van het Stedelijk Museum, en eerde kunstenaar Frits Henderickx de branders knecht met een gelijknamig beeld. Voor de brandersbuurt was het toen al te laat, maar niet voor het plan in Schiedam een museum te vestigen dat gewijd zou zijn aan de ambachtelijke geschiedenis van het Nederlands gedistilleerd. Nu, tien jaar later, heeft Schiedam zijn eigen (branders)molenmuseum en naakt de opening van het Nederlands Gedistilleerd Museum De Gekroonde Brandersketel in een voormalige branderij aan de Lange Haven. Redenen genoeg voor een gesprek over deze nieuwe loot aan de Nederlandse museumboom. Een van de initiatiefnemers voor het museum is Jos Gunneweg. Hij omschrijft zichzelf als 'allround autodidact', en zijn beroep als 'cultuurhistorisch projectontwikkelaar', maar dan wel in de letterlijke betekenis van het woord. Als jongen is hij gegrepen door de sfeer van de nadagen van Schiedam als branders-stad. Die sfeer en zijn fascinatie voor molens, hebben zijn leven bepaald. Hij maakte zijn jongensdroom waar en was op zijn 25ste jaar molenconsulent bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Zo kwam hij begin jaren zeventig in con tact met Schiedammers die het cultuurhistorisch belang van de koren- en brandersmolens voor Schiedam onderkenden, en vonden dat de laatste exemplaren bewaard moesten worden. Met steun van het stadsbestuur werden ze aangekocht en ondergebracht in de Stichting Schiedamse Molens. Jos werd projectleider en het resultaat is het 'Nederlands Malend Korenmolenmuseum De Nieuwe Palmboom' aan de Noordvest. Inmiddels zetelt Jos Gunneweg als projectmanager van het museum i.o. en secretaris van het bestuur van de Stichting De Gekroonde Brandersketel in het toekomstige museumgebouw aan de Lange Haven 74-76. In de stichting participeren de Gemeente Schiedam en de Nederlandse Gedistilleerdunie ofwel 'de branche', die op fifty-fifty basis garant staan voor de exploitatie-tekorten van het museum. Dit heeft een historisch passende huisvesting gevonden in de voormalige distilleerderij 'De Locomotief van R. Melchers, die in 1985 geheel uit brandde. Het gebouw dateert uit 1796 als branderij maar is, zoals veel bedrijfsgebouwen, regelmatig aangepast aan nieuwe produktiemethoden. De stichting kocht het pand in 1991. Onder (project-)leiding van Jos Gunneweg en (architectuur-) leiding van Ronald Osterholt werd het gerestaureerd. Gunneweg bedacht ook een passende naam voor het museum. Vanuit zijn kamer wijst hij op de Branderssteeg en de brug over de Westvest aan het eind daarvan. Op de plaats van die brug bouwden de Schiedamse branders in 1711 hun eerste coöperatieve molen. Als kroon op hun pionierswerk kreeg die de naam 'Gekroonde Brandersketel'. De molen werd omst reeks 1900 afgebroken. Een mooiere naam kon hij voor de bekroning van zijn eigen pionierswerk niet bedenken. Het concept van het museum is langzaam gegroeid en groeit nog steeds. Dat concept is ontwikkeld binnen een kader dat wel vastligt. Het museum gaat de geschiedenis van het

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1996 | | pagina 4