d het me duidelijk dat ik hem niet meer zou terugzien 101 Musis hij tegen Gerritje vanuit haar woning de situatie te willen bekijken. Ze moest daarvoor op een avond, na sperrtijd, de buitendeur op een kier laten staan zodat Richter zonder te bellen, de buren zou den dat immers kunnen horen, naar bin nen kon gaan. Op de afgesproken avond was Richter echter verhinderd en hij ging een dag later. Toen was de deur gesloten en moest hij toch aanbellen. Gerritje deed zelf open en liet Richter binnen. Merkx was die avond niet bij haar. Richter bekeek de omgeving korte tijd, ook bij de achterdeur, en verdween weer. Gerritje verklaarde in een verhoor na de bevrijding dat ze op de avond van de inval om ongeveer half twaalf, in bed wakker was geworden omdat er mensen in haar huis bleken te zijn. Toen ze riep wie daar was had iemand in gebroken hol lands geantwoord dat ze rustig kon blijven lig gen. Ze vermoedde toen wel dat het de SD'er Richter zou zijn en kwam haar bed niet uit. Ze wist ook te vertellen dat er een aantal mannen enige uren in de tuin van haar huis verbleef. Volgens haar waren ze 'waarschijnlijk met een loper' bin nengekomen. Ze vertelde tevens dat ze na het bezoek van Richter wel ver moedde dat er een inval op num mer 56 zou volgen maar dat ze niemand had durven waarschuwen omdat het haar streng verboden was. Enige dagen later ging Pachter in de namiddag met twee man van het Fahndungskommando op pad naar de Galileïstraat. De auto waarmee ze geko men waren liet hij op enige afstand van nummer 56 stilhouden en hij stuurde een van zijn mannen naar het betreflen de adres. Die kwam na enige tijd terug met de mededeling dat Peter van der Smit niet in huis was. Hij had alleen een Bij de SD aan de Heemraadssingel in Rotterdam werd eind mei of begin juni 1944 een brief ontvangen, afkomstig van ene Willie Merkx, een Duitse Grenszollschutsbeamte die gelegerd was in de Tuinlaan in Schiedam. Deze man had een tweede adres in Schiedam waar hij vaak kwam. Dat was bij Gerritje K.- van G. die in de Galileïstraat op nummer 83b woonde, schuin tegenover nummer 56, de illegale druk kerij van mijn broer. De man van Gerritje, Johann Heinrich K., werkte toen in Duitsland. Gerritje had op een niet nader aangegeven manier kennis gekregen aan de Duitser. Deze man hield zijn ogen kennelijk goed open want na meerdere malen bij Gerritje thuis te zijn geweest, meende hij dat er op nummer 56 'iets aan de hand was want het ging er nogal stiekum aan toe'. Gerritje zei hem hier op dat ze zoiets al meer gehoord had. Nu had haar buurvrouw Kooyman op nummer 81b, al eens verteld dat er op nummer 56 'wel eens gedrukt werd.' Bovendien, verklaarde Gerritje na de oorlog, had haar vriend Merkx op een keer zelf gezien dat er een schrijfmachi ne van nummer 56 naar het huis van buurvrouw Kooyman op nummer 81 werd overgebracht. Alles bij elkaar was het voor Willie Merkx reden om de SD in Rotterdam, per brief over zijn vermoedens in te lichten. SS-Sturmscharfuhrer Kurt Karl Ferdinand Henry Richter kreeg het epistel op zijn bureau en, belast met drukkerij-zaken, de opdracht de zaak hem ging ze door de knieën. Ze werd opgeroe pen om naar de Heemraadssingel te komen en de verklaring van Merkx te bekrachtigen. Bij die gelegenheid vertelde ze aan Richter dat ze in de Galileïstraat 56 wel eens onderduikers naar binnen had zien gaan en dat ze 'vernomen had dat daar illegaal gedrukt werd.' Ze vertelde de SD'er ook dat de zoon van haar buur vrouw, Nico Kooyman, daar ook wel eens naar binnen ging. Richter kon nu tot actie overgaan maar eerst wilde hij de Galileïstraat zelf in ogenschouw nemen zodat hij maatrege len kon treffen om bij arrestatie ont snappen onmogelijk te maken. Dus zei munitie die voor de illegaliteit bestemd waren. Dat ging goed tot de nacht van 15 op 16 juni 1944. Toen ging hij op pad om de wapens op te halen die bij een wapendropping bij Helvoirt in Noord-Brabant afgeworpen zouden zijn en voor het verzet bestemd waren. Daar ging het fout. Wat gebeurde er echter voor dat fatale moment aanbrak? verder te onderzoeken. Hij begon daar mee door de briefschrijver nader te ondervragen. Vermoedelijk gebeurde dat in hetzelfde gebouw als waar de Ortskommandantur in Schiedam geves tigd was. Hij zei Merkx toen dat hij het verhaal bevestigd wilde horen van Gerritje. Toen Willie dat aan haar vertelde weigerde ze aanvanke lijk, maar na een schriftelij ke aanma ning van

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1996 | | pagina 101