AYA SOFIA
SMITS schilders
J1"1
f1"1
co
95 Musis
e naam Schiedam zegt Gilles d'Hautpoul in het geheel
I niets. Jenever kent hij daarentegen wel, maar eigenlijk alleen
K M van horen zeggen. Als referendaris en beheerder van de
M M bescheiden oudheidkamer van van Avesnes, (met welk 'chef
de division' maar weer eens wordt aangetoond hoezeer de
kleine ambtenarij aan opschik hecht), gaat zijn kennis niet veel verder
dan wat zich aan tastbaars in zijn kabinet bevindt. Schiedam behoort
daar niet bij. Slechts foto's en stukken uit de Eerste Wereldoorlog, de
artisanat van de streek, bestaande uit manden, gereedschap en wat
speel- en leergoed rondom een gammele kinderwagen met daarin een
pop in klederdracht die zelfs de alleroudsten nooit hebben zien dragen.
Herinneringen aan de geschiedenis van een bescheiden fabrieksplaats
in het uiterste noorden van Frankrijk. Bekender misschien door het
feit dat in deze streken nog maar kortgeleden in het geniep de beruch
te hanengevechten werden gehouden, dan om enige culinaire of toeris
tische attractie.
Le 'Nord' behoort tot de minst bezochte streken van Frankrijk. Het is
de streek van de lange ondiepe dalen, brede,
slecht onderhouden wegen die fel oplichten in
het late avondlicht en grijze lage huizen
waarvan de luiken altijd gesloten lijken. Een
troosteloos land met als enige plaatsen van
avondlijk licht het uithangbord van een café; meestentijds een kaal eta
blissement met formica meubilair achter een diepliggende verveloze
deur. Het vreugdeloos verzamelpunt in een oud agrarisch gebied waar
in een vroege en onzorgvuldige industrialisering diepe, verweerde groe
ven heeft achtergelaten.
Toch is le 'Nord' als centrum van de Henegouwse macht ooit een poli
tiek brandpunt geweest in de wordingsgeschiedenis van Europa. Ook
Gilles d'Hautpoul weet dit, maar spreekt hierover zonder geestdrift.
Zijn verbondenheid met Avesnes berust slechts op een huwelijk met
een meisje uit de streek en het feit dat voor hem een plaats kon wor
den ingeruimd op de mairie. De directie over het 'musee' interesseert
hem weinig. Meer in zijn nopjes is hij met zijn andere besognes zoals
het toezicht over de sportvelden en andere recreatieve faciliteiten en de
uitgifte van vis- en jachtvergunningen. Daarover zou hij uren kunnen
praten.
Dat er een historische verbondenheid tussen Avesnes en Schiedam
bestaat door de stichting van het Huis te Riviere door Aleida van
Henegouwen als weduwe en moeder van Jan van Avesnes I en II,
neemt hij voor kennisgeving aan. Ook Avesnes heeft een ruïne. Maar
dat deze herinnert aan dezelfde heren en dezelfde twisten, brengt hem
niet tot opwinding. 'C'est dróle', is zijn enige reactie. Even 'drdlé' als
het is dat Avesnes precies als Schiedam een Rue Jean d'Avesnes heeft.
Alleen vallen hier geen in straten vernoemde Graaf Floris en Vrouwe
Aleid te bekennen. Ze is er overigens wel en nog vlakbij ook: begra
ven in de kathedraal van Valenciennes, de vroegere metropool en hoofd
stad van Henegouwen. Gilles d'Hautpoul toont zich nu toch enigzins
verbaasd, bij het vernemen van dit nieuws. Dat had hij nooit geweten,
maar tezijnertijd zal hij zeker eens navraag doen. Misschien is de
zerk waaronder de weduwe ligt best een foto waard, maar de bewoor
dingen waarin hij deze mogelijkheid oppert, laten er weinig twijfel
aan bestaan dat het van bezoeken en fotograferen waarschijnlijk wel
nooit zal komen.
Ook de uit Schiedam meegebrachte foto's kunnen hem nauwelijks
boeien. 'Zozo..,, is dat nu Schiedam; de stad waarmee de naam
Avesnes zo nauw verbonden is'. 'Welnu, een mooie stad'. 'Groot ook.
Groter dan Avesnes en groter zelfs dan Valenciennes en Maubeuge -
de twee steden waaraan alles in de regio zich afmeet - tezamen'.
'Nee..., met Schiedam worden geen bijzondere contacten onderhou
den', moet hij tot zijn spijt -die verder nergens uit blijkt- erkennen. In
feite weet men hier niets van de verloren zusterstad. Ondanks dat de
leeuw in het Schiedamse wapen van onmiskenbaar Henegomvse origi
ne is evenals de wapenkleuren zwart en geel. 'Merkwaardig toch...,
zo'n grote stad in Holland en er dan niets van weten, terwijl omge-
keerd elke Schiedammer de namen Avesnes (of Avenues) en Aleida zo
goed blijkt te kennen'.
In dat geval veronderstelt hij dat de Schiedammer ivel net zo goed op
de hoogte zal zijn met de geschiedenis van het Henegomvse huis en
vooral de huwelijkse aanleiding tot de bloedige familieruzie tussen de
Vlaamse Dampierres en de Waalse Avesnes. De ruzie tenslotte die
rechtstreeks geleid heeft tot de bouw van verschillende grensversterkin-
gen waarvan het Huis te Riviere aan de Broersvest in Schiedam er
één is geweest.
Hier begeeft d'Hautpoul zich op een hem bekender terrein. De kennis
van de Henegomvse stamboom zoals hij die bezit is overigens zuiver
encyclopedisch, zoals van een nauwgezet ambtenaar mag worden ver
wacht. Fantasie komt er niet bij kijken. Slechts op kennis van namen
en verwantschappen komt het aan. De stichting van Schiedam, de
bouw van het Huis te Riviere, het verlenen van stadsrechten en het
uitoefenen van recht nemen vervullen in zijn verhaal geen functie. Wel
de namvkeuige opsommingen van de vader en de vadersvader en
nazaten van Avesnes en zijn bruid Aleida.
Zijn lust betreft het minutieus kennen van
de banden des bloeds. En deze somt hij
zonder mankeren in de juiste volgorde op.
Overigens zonder deze daarmee ook tot
leven te brengen, zoals onze vroegere stadsbard /beiaardier Cor Don
die Aleida in omfloerste kleuren op de transen van haar Schiedamse
kasteel neerzette als;
jamm'rend tuurde zij in de vert',
wachtend op ridd'ren, bang van hert',
taal waarin een edelvrouwe werkelijkheid wordt, hoe lang zij ook
reeds overleden is.
Toch weet d'Hautpoul bij dit alles één pakkend detail uit het stof op
te diepen en toe te voegen aan de Schiedamse kennis omtrent de
vroegste geschiedenis en de bloedverbintenissen die tot stichting van
deze stad hebben geleid. Namelijk dat van de afkomst van Jan van
Avesnes uit het huwelijk van de eerst tot subdiaken gewijde (en daar
om volgens paus Innocentius III onwettig in de echt verbonden) vech
terbaas Bouchard van Avesnes met de evenmin voor een kleintje ver
vaarde en zeer oosterse Margaretha van Konstantinopel. Nu ja..., i vie
dus op zoek wil naar de afstamming van Schiedam, zal het niet lan
ger van Cor Don moeten hebben, maar minstens tot de kathedraal
van Valenciennes hebben te gaan, waar Jan van Avesnes en zijn wedu
we Aleida rusten in hun geboortegrond én tot de Aya Sofia, de
befaamde vroegere kerk, latere moskee en huidige museum die hoog
boven de heuvels van Galata nog immer het stadsbeeld van Istanboel
beheerst. Elke gewone, in Schiedam wonende Turk kan u overigens
zonder haperen de weg daarheen wijzen. Ook hij komt daar immers
vandaan.
Co