ES IN HET WILD, MAAR TE WEINIG OM TE PLUKKEN Het is eigenlijk allemaal onkruid en voor hetzelfde geld is 't kruid kocht een gewone drogist een beetje venkel en wat sennepeulen en dat was 't dan. Maar door de hippies van weleer is het kruidenassortiment enorm gegroeid.' 'Je moet m dit vak opgroeien. Wij woonden in Amsterdam boven de win kel op de Kloveniersburgwal. Mijn ouders gingen nooit op vakantie, we werkten zelfs vaak op zaterdagavond. Ik heb jarenlang in het magazijn gestaan, zakjes kruiden vullen, orders klaarmaken en bestellingen wegbrengen, maar toen al had het vak me te pakken. Toen ik fulltime in de zaak kwam bestond er eigenlijk geen echt instituut waar je in kruiden kon gaan studeren. Dus ik heb toen voor de zekerheid mijn diploma apothekersassistent maar gehaald en mijn drogistdiploma en ik ben naar een school voor natuurgeneeswijzen gegaan. Het leuke van kruiden is datje niet één groep specifieke klanten hebt maar dat je ze eigenlijk overal kunt verkopen, aan allerlei gebruikers. Wij leveren veel krui den aan de fabrikanten van bitters, zoals waren, niet om Jacob Hooy heen. Likeurstokers en stokers van kruidenbit ter gebruiken met name veel jacmel- schillen - dat zijn bittere sinaasappel schillen, meestal uit Tahiti. Daarnaast neemt men kalmoeswortel, drieblad, gezegende distel, zoethout, jeneverbes sen, abrikozenpitten, aloë, anijszaad, zwartbessenblad, blauwe bessen, oranje bloesem, pepermuntblad, rabarberwortel, steranijs, venkelzaad en violenwortel. Voor de bessenjenever wordt tegen woordig veel vers spul gebruikt of gevriesdroogd. Het zijn allemaal nog echte natuurpro- dukten voor het geval u anders mocht hebben gedacht. Een paar jaar geleden heeft de chemische industrie de krui denbitters nagemaakt en aan de likeur stokers proberen te verkopen. Maar daar is men heel snel van teruggekomen want alle drankjes hadden hetzelfde smaakje; het specifieke kruidèhboeket was dus afwezig. Daarvoor moet je toch terug naar kenners zoals wij, die vanuit de lange ervaring ook wel eens een hel Beerenburg te kopen voor een bepaald kruidenmengsel, maar op advies van haar pastoor voelde de dame er niets voor om de naam op die manier te deponeren.Vandaar dat de naam Beerenburg voor kruidenbitters vrij is gebleven en iedereen hem nu mag gebruiken. Maar de smaken van al die verschillende Beerenburgs komen dus allemaal voort uit dat ene recept van die Amsterdamse mevrouw, lti onze kleine verpakkingen gebruiken we ook de tekst nog wel, die altijd op haar zakjes stond:'Deze Pakjes Kruiden /et men op een Mengelen Vogt/'t zij Jenever/Brandewijn ot Wijn en gebruikt des daags een leepel vol/s morgens/des Middags en 's avonds. Doet door Godes Zegen Geneezen veel inwendige gebreeken. Door deze Pakjes Kruiden zijn veel Menschen meedé geholpen die veel geld vermcesterd hadden en geen Baat gevonden hebben en alleen door deze Pakjes Kruiden vol komen Genezen zijn. Een zo'n Pakje Kruiden is genoeg voor 1 liter Beerenburg en dergelijke. Die stokers en ook de likeurstokers, met namen van eeuwenoude families, zijn heel erg trots op hun eigen doorgaans zeer geheime receptuur, waarvoor de kruiden en bes sen al dan niet op mooie oude zolders opgeslagen liggen. Een stukje van die romantiek moet ik helaas beschadigen met de mededeling dat veel van de kruiden van al die lekkere dranken kant- en-klaar bij ons vandaan komen. Maar daarnaast heeft iedere fabrikant van kruidenbitters en likeuren natuurlijk wel degelijk zijn eigen geheimen - iedereen voegt aan onze kruidenboeket jes weer het zijne toe, waardoor het drankje precies zó lekker smaakt als het doet. Hoe dat gaat weten ook wij niet, want echt in de keuken kijken bij een stoker van likeuren of kruidenbitters is mij nimmer gelukt'. 'De relatie tussen ons bedrijf en de Nederlandse gedistiUeerdindustrie is al heel oud. Ik had laatst een briefkaart in handen van Lucas Bols gericht aan Jacob Hooy, met een bestelling van een partij kruiden. Die kaart was van begin acht tienhonderd. Wij zijn altijd een firma geweest die echt gróót was in kruiden en dus konden met name de likeursto kerijen, waarvan er vroeger behalve in Schiedam ook veel 111 Amsterdam pende hand bieden aan onze klanten en graag natuurlijk'. 'In Amsterdam woonde vele jaren gele den aan het begin van de Haarlemmerstraat een mevrouw Beerenburg, een weduwe. Die kocht bij ons bepaalde kruiden, verpakte ze in zakjes van zeventig gram en verkocht ze als haar mengsel: de Beerenburgkruiden voor puike kruidenbitter. Op een dag kwam een cliënt, een meneer van een grote stokerij, bij ons op de zaak en beklaagde zich dat hij het van die krui den van mevrouw Beerenburg zo lastig vond dat hij steeds die kleine zakjes moest openmaken als hij de ketels voor zijn kruidenbitter wilde vullen. Waarop ik tot zijn verbazing zei dat hij dezelfde kruiden bij ons ook rustig per baal gemengd kon kopen. Later hebben wij nog geprobeerd 0111 van die oude mevrouw de naam Brandewijn/Wijn ot Jenever.' Maar ik lust 't niet erg, Beerenburg. Wel vind ik graanjenever heel lekker en na het eten wil een koffielikeurtje 111e wel eens smaken. Maar verder ben ik niet zo op dat bittere en zeker niet dat zoetige van al die likeuren. De meeste Nederlanders trouwens niet, meen ik - zelfs de tantes die vroeger een advocaat je namen op veijaardagen zie je tegen woordig niet meer lepelen.' 'U vraagt: wat is kruid en wat is onkruid? Tja, het is eigenlijk allemaal onkruid en voor hetzelfde geld is het allemaal kruid. Een duizendblad dat wij verkopen, of een herderstasje, dat /ie je gewoon in je tuin groeien, net als schaapstro, hoefblad - allemaal spul waar je in je tuin behoorlijk last van kunt hebben. Daarom noemen we dat spul onkruid. Daarentegen: alles wat gekweekt wordt en waar nieuwe varia ties mee worden gemaakt, wat dus gecultiveerd wordt, dat noemen we kruid. Kijk, als u in uw tuin een hele boel kamillen hebt die u er niet in wilt, dan roeit u ze uit: onkruid! Maar 111 de handel praatje natuurlijk nooit over onkruid. Stel je voor: 'Jacob Hooy, anno 1743 - in onkruiden'. Dat klinkt toch zeker niet?' 119 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1996 | | pagina 119