T ZEGE
DAT GEEIM
USTKOSVIST BRACHT
Henk Slechte
IT1
Pil
De SecrolaHa van Schiedam-
<YYXV
Coatrafa^ao d'estea roioioseipm prs^aifao legal.
Imitation of this label i« exposed to prusecution.
(Art 3 der verordening betreffende hat waarborgen van de echtheid-
van Schiedamsche jenever en Schiedamschen moutwijn
(Gemeenteblad van Schiedam 1902 no. 5)
Burgemee.sterman Sch i ada m
«libttoB isstnt'rwhiflijkfervftlgbar.
ait) «ostra la tiaitue-ïOB da sstas malos.
Serie
No.
rn
cd
123 Musis
Toen de Schiedamse burgemeester F.L.J.van Haaren in
de Tweede Wereldoorlog gijzelaar was in het kamp
Vught, kreeg hij door de Schiedamse distillateur
Wittkampf een fles jenever toegestuurd. De Duitse
bewakers wilden die niet doorlaten. De burgemeester
wees hen echter met een ernstig gezicht op zijn handtekening
op het etiket.Voor een zo overtuigend bureaucratisch argu
ment zwichtten de Duitsers.
Hetzelfde etiket, maar nu met de signatuur van burgemeester
W. Peek bracht Schiedam in 1954 landelijk in het nieuws. Op
17 mei berichtte het Algemeen Dagblad dat het kamerlid
Evert Vermeer de minister van Binnenlandse Zaken had
gevraagd of deze het aanvaardbaar vond dat een Schiedamse
distillateur in een advertentie vermeldde dat zijn 'echte
Schiedamsche jenever' voorzien was van een etiket met de
handtekening van de burgemeester. Vermeer was een socialisti
sche geheelonthouder, maar gebruikte een kapitalistisch argu
ment: zou op deze manier de concurrentie-positie van parti
culiere firma's niet in gevaar kunnen komen?
De minister vroeg de burgemeester van Schiedam voor een
antwoord te zorgen. Dat luidde dat de gemeenteraad in 1901
besloten had om een garantie-etiket voor gedistilleerd in te
stellen dat alleen gevoerd mocht worden door die distillateurs
die hun producten op de 'aloude' of'echt Schiedamse' manier
vervaardigden en zich onthielden van het gehruik van melasse-
spiritus of zuivere alcohol als grondstof voor jenever. De
garantie-regel was dus een algemene regel en iedere distil
lateur kon het etiket met de burgemeesterlijke
handtekening verkrijgen, mits werd voldaan
aan de door de raad vastgestelde
voorwaarden. Het was,
benadrukte de
minister,
natuurlijk
verre van
B.A.J.Wittkampf betekende alle publiciteit gratis reclame voor
het feit dat hij op dat moment de enige distillateur was, die
het gemeentelijk garantie-etiket mocht voeren. TVs laatste
stookte hij zijn jenever uit honderd procent moutwijn.
Wat in 1954 al tot Schiedamse folklore was geworden, was in
1900 nog een heuse 'question brülante'. Van 1850 tot 1880
beleefde het Schiedamse brandersbedrijf zijn laatste bloeiperio
de, mede dankzij het economisch liberalisme dat de
Schiedamse gedistilleerd-producten vrije toegang verschafte
tot de wereldmarkt. Daarmee samenhangend hield Schiedam
vast aan een vanal het begin van de 18de eeuw ontwikkelde
traditie: branders maakten moutwijn uit graan en distillateurs
stookten uit die moutwijn jenever. De branders maakten hun
producten in kleinschalige bedrijven volgens een vertrouwd
procédé. Zo ging het goed en zo wilden zij het graag houden.
Het individuele brandersbedrijf was een organisatie van gerin
ge omvang. Gemiddeld werkten er een meesterknecht met
enkele knechten. De ondernemer zelf had vaak afstand van
zijn bedrijl genomen dat op beproefde voet werd uitgeoefend
in vaak gedurende vele generaties overerfde gebouwen, waarin
een of meer ketels stonden. De feitelijke leiding van het be
drijf liet hij over aan de rnees-
terknecht en zelf occupeerde
hij zich met andere zaken,
zoals de plaatselijke politiek.
Branders aan het begin
van deze eeuw bij het uit
gaan van de beurs
In 1883 was de productie
capaciteit van de brande
rijen op haar hoogte
punt: 392 1/2 ketels,
verdeeld over ruim 360
branderijen. Dat bete
kende niet dat tege
lijk de winst haar
hoogtepunt bereik
te. Het traditione
le Schiedamse
brandersbedrijf
was al over dat
hoogtepunt
heen en op weg
naar het einde. Dat had
een magi
straat als de
burgemeester
van Schiedam
om enige parti
culiere
Schiedamse
ondernemer boven
diens concurrenten
te willen bevoor
rechten.
Voor distillateur