<JAW m\
D/ST/LLATfURS EXPORTEURS.
Affiche voor Afrikaanse markt,
begin 20e eeuw.
De grauwe hengst van Daniël
Visser voor respectievelijk de
Europese markt, oostelijk Zuid
Amerika en Argentinië.
Het meest gekopieerde en nage
volgde etiket op de exportmarkt,
hier van J. A. J. Nolet, eind 19e
eeuw.
«ui»
135 Musis
simpel plaatje bestaande uit drie afzon
derlijke, door distillateurs al eerder
beproefde elementen. Het bovenste
bestaat uit op wereldtentoonstellingen
behaalde onderscheidingen.
De Nederlandse distillateur Henkes had
daar ooit in 1869 een begin mee
gemaakt na het behalen van zijn derde
onderscheiding in Amsterdam. Het voe
ren van deze zegels bleek internationaal
een succes en werd dus druk geko
pieerd, waarbij het weinig uitmaakte dat
Napoleon III nu eens 'Leopold, Koning
der Belgen werd genoemd dan weer
president La Paz van Mexico of een
andere vorst die plaatselijk goed in de
markt lag. Daaronder had Peters een
plaatje genomen van een druk bedrijf,
zoals ook Henkes, Hasekamp en
Blankenheym om er maar enkele te
noemen, die graag gebruikten. Als per
soonlijke noot had Peters hieraan zijn
eigen zegel, zijnde een patrijshond,
gehecht en een dikke rode 'P' over het
geheel aangebracht.
Het etiket van Beukers week daarvan
nauwelijks af. Medailles, de afbeelding
van het bedrijf, afmetingen en zegels
zijn vrijwel identiek, behalve dan dat de
hond vervangen werd door de haan van
Beukers, zoals ook Herman Jansen er de
befaamde 'cardinal' voor in de plaats
zette en Nolet op dezelfde plaats goede
sier maakte met z'n dubbele adelaar.
Toch zijn deze etiketten niet zo infor
matief als de etiketten die door distilla
teurs werden ontwikkeld in samen
spraak met vertegenwoordigers, schip
pers, handelaars en andere kenners van
de regionale markt. Vaak werden hier
voor beeldelementen gebruikt die het
publiek ter plaatse onmiddellijk zouden
aanspreken of daar een symbolische
betekenis hadden. Een voorbeeld is de
Henkes 'Star'brand die teruggreep op
een embleem dat ook in de slaven
handel al had dienstgedaan.
De 'cardinal' van Herman Jansen is een
vogeltje dat bijna uitsluitend voorkomt
in het zuiden van de Verenigde Staten
en een bekend embleem in de totem
van de daar wonende indianenstam
men. Beukers aarzelde in 1903 - vlak
na de ontdekking van een nieuwe dier
soort in het noorden van Belgisch
Kongo - niet met het op de markt
brengen van 'Okapi-brand', aan de vrij
heidsstrijd in Zuid-Amerika bewezen
de distillateurs aan het eind van de
negentiende eeuw lippendienst met tal
van etiketten die kleurig waren versierd
met wapens en vrijheidssymbolen en
speciaal voor New-Jersey voerde Nolet
jarenlang het merk Rip van Winkle dat
een fabel verbeeldde van een jonge
man die na een honderdjarige slaap in
een vernieuwd Amerika wakker
werd.
RBCTI|S|E0
Minder nog dan de namen van pakhui
zen in Schiedam zijn het de merknamen
die ons tot op de dag van vandaag ver
tellen voor welke gebieden op de
wereldkaart de jenevers bestemd waren:
'Giraf' en 'Olifant' zijn daar voorbeelden
van, evenals 'Locomotief'; een symbool
van kracht en vernieuwing in het oude
Indië. Niemand behoefde zich ook af te
vragen wat de betekenis is van het etiket
waarop een koloniaal bestuurder zijn
dagelijkse versnapering laat aanreiken
door een inlandse bediende in 'ons
Indië'. En evenmin waarom Nolet zich
tooide met een dubbele adelaar of waar
om de lepelaars op een europees
exportetiket op het etiket van een
Guinees handelshuis meens savannevo
gels zijn, terwijl ze veranderden in para
dijsvogels wanneer het contact zich in
Batavia bevond of in struisvogels, waar
de distillateur zich op de prille
Australische markt begaf.
Hetgeen de jeneveretiketten daarbij
zoveel meer bijzonder maakt dan de
dranketiketten voor whisky, gin, rum en
congnac is dat de Hollandse jenevereti
ketten het verhaal vertellen van zoek
tochten naar andere landen, andere
markten en andere culturen. En, meer
nog, misschien laten zien hoe zeemans-
en handelaarsverhalen over die verre
volken op de tekentafel van de drukker
leidden tot vrije vertalingen van legen
des in plaatjes, waarvan wij de werkelij
ke betekenis soms maar moeten raden.
Wanneer het regalia, onderscheidingen
en medailles zijn valt dit nog wel mee.
Dan is het geschiedenisboekje voldoen
de om uit te pluizen waarom de 'konin
gin' op een voor ons in onleesbaar
Hmdi-schrift gesteld Indiaas etiket het
zelfde malle kroontje draagt dat we ook
van Koningin Victoria kennen en waar
om Napoleon III in Mexico zo nodig
Presidente La Paz moest heten.
Moeilijker wordt het om je voor te stel
len waarom een zichzelf respecterend
distillateur zichzelf in West-Afrika ver
kocht onder het merk 'Parapluie' en er
in Oost-Afrika een 'Fiets' van maakte.
Of was de paraplu misschien het meest
opvallende attribuut waarmee de Britse
kolonialisten zich onderscheidden van
het gemene, zwarte volk en een fiets in
Oost Afrika een weelde waarvan een
arme neger alleen maar dromen kon?