de Kempenaar El i*cip Ann Vandeput Musis 148 Holland Ann Vandeput is coordinator van het Nationaal Jenevermuseum Hasselt Een voetbalwedstrijd Neen: een strijd om wie de jenever uiteinde lijk heeft uitgevonden en wie de beste jenever produceert: Nederland of België. De jenever stamt uit een periode waarin beide landen nog een gemeenschappelij ke geschiedenis hadden. Te beginnen omstreeks 1543 toen Keizer Karei V met de Zeventien Provinciën de eenmaking van de Nederlanden realiseerde. Het accent in het politieke en sociale leven lag op dat moment nog duidelijk in Vlaanderen, dat zich in de middeleeu wen had ontwikkeld tot het belangrijk ste handels- en industriecentrum benoorden Parijs. De principes van het distilleren waren in deze dagen reeds lang bekend. Alchimisten en apothekers vervaardig den al sedert generaties 'ghebranden wyn' waaraan ze heilzame kruiden toe voegden. Deze 'aquae vitae' of levende wateren kenden talrijke medicinale toe passingen. In 1552 publiceerde Philippus Hermanni in Antwerpen 'Een Constelijck Distileerboec'. Hierin beschrijft hij de methode om jenever beswater te maken: men breekt jenever bessen, besprenkelt ze met wijn en laat ze trekken alvorens te distilleren. Dit is momenteel het oudst bekende jenever recept dat meteen afrekent met de stel ling dat de Leidse hoogleraar De la Boë, de stamvader van de jenever is. Het is ook in deze periode dat we de oudste sporen van de produktie van graanbrandewijn of korenwijn terugvin den. Onder meer door een tekort aan wijn, dat voordien de hooldgrondstol was voor brandewijn, werd overgescha keld naar het distilleren van onklare bie ren of andere graanvergistingen. Dit vond plaats in verschillende plaatsen in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. In 1566 leidden het oprukkend protes tantisme en sociale onvrede tot de beel denstorm. Philips II zond Alva om de opstand in de Zuidelijke Nederlanden te onderdrukken, wat een enorme golf van uitwijkingen naar Engeland, Duitsland en de Noordelijke Nederlanden veroor zaakte. De val van Antwerpen in 1585 luidde hierbij de scheiding tussen het noordelijke en zuidelijke deel van Kareis België zeventien provinciën in. Hierna ging het bergafwaarts met de Zuidelijke Nederlanden terwijl het Noorden zich opmaakte voor een lange strijd die zou uitmonden in een periode van ongeken de bloei. Onder de vluchtelingen bevonden zich veel creatieve en kapitaalkrachtige ambachtslui, intellectuelen en kooplie den die in de Noordelijke Nederlanden een injectie gaven aan wetenschap en industrie. Ook veel brandewijnstokers wilden hun activiteiten in het vrije Noorden hervatten. In een klimaat waarin vrijheid van ondernemen en openheid uitgangspunt waren, ontwikkelden zich een grote economische bloei en een rijk cultureel leven. De Hollandse havens werden de draaischijf van de graanhandel en boden daarmee een stevige voedingsbodem aan de gedistilleerdindustrie. De Zuidelijke of Spaanse Nederlanden kenden een zware economische achter uitgang ten gevolge van de intolerantie van de centrale overheid. De voortdu rende oorlogsomstandigheden en het afsluiten van de zeehavens zorgden voor graantekorten.Voor de overgebleven sto kers brak een moeilijke periode aan. Waar in de Noordelijke Nederlanden grondstoffen vrij verkrijgbaar waren, werd het zuiden geconfronteerd met stookverboden. Reeds in 1601 werd door de aartshertogen Albrecht en Isabella een eerste stookverbod uitge vaardigd om bij (vaak voorkomende) graanschaarste het broodgraan te vrijwa ren. De angst voor een volksopstand bij hongersnood en de talrijke epidemiën die de ondervoede bevolking teisterden, waren wellicht de achterliggende rede nen. In 1663 en 1673 werd zelfs de import van graanalcohol verboden wat doet vermoeden dat er tegen de vorige ordonnanties in, toch werd ingevoerd; dat waren dan voornamelijk graandistil- laten uit de Noordelijke Nederlanden en wijnbrandewijn uit Frankrijk. Deze kwalitatief hoogstaande produkten waren duur en werden voornamelijk geconsumeerd door de gegoede klasse. Op de herhaalde stookverboden werd gereageerd door de landbouwstökerijen, die met de spoeling van hun moutwijn

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1996 | | pagina 148