OLIJKE CREATIVITEIT.
177 Musis
Schiedamse gemeenschap een broeie
rige, semi-ondergrondse vreemdelingen
haat. Ze komt naar voren in burenru
zies, verpeste sfeer op trappenhuizen,
pesterijen en stemgedrag. Maar zij treedt
zelden openlijk aan de dag. De meeste
steden in Nederland hebben daar in
meer of mindere mate last van.
In Schiedam is het probleem naar ver
houding groot.
Vreemdelingenhaat is de uiting van een
in essentie negatieve mentaliteit.
Racisten, Turkenhaters en aanverwanten
menen immers niet, dat het leven beter
wordt door iets op te bouwen. Ze wil
len afbreken, wegjagen en uitsnijden.
Het is gebrek aan creativiteit in optima
forma. Het is een uiting van volstrekt
onvermogen om het beste te maken van
watje aantreft, om het goede en het
bruikbare te ontdekken in je omgeving
en daarmee iets voor jezelf en de jou
wen te doen.
Schiedam heeft een rijke traditie op het
gebied van zulk negativisme. Dat door
desemde lange tijd de hele stad, tot en
met de bestuurscultuur. Of waren de
decennia durende pogingen om tegen
beter weten in het door de moderne
tijd overbodig gemaakte brandersvak in
leven te houden soms geen uitingen van
zulk een negativisme, van angst voor
nieuwe ontwikkelingen, van een ver
heerlijking van de goede oude tijd zon
der al dat moderne gedonderjaag en
onvoorspelbare trends? Lijkt het niet als
twee druppels water op de mentaliteit
van zo menig Schiedamse borreltafel,
waar terugverlangd wordt naar de
mythische dagen, toen de stad zoge
naamd nog blank en veilig was? Dat
Schiedamse negativisme, die leugenach
tige en laffe mentaliteit zit bijna in de
stedelijke genen gebakken. Dat schoffel
je niet zomaar als onkruid tussen het
gras weg.
Maar er is ook een ander Schiedam, het
Schiedam - zal ik maar zeggen - van
M.C.M. De Groot. Deze De Groot was
een steenrijke handelaar in spiritus -
overigens het produkt, dat de branderij
en naar de bliksem hielp - die veel van
zijn kapitaal en zijn creativiteit stak in
vernieuwingen. Hij zocht temidden van
crisis en verval naar de kracht van de
stad en die vond hij op vele terreinen.
De Groot was dan ook een drijvende
kracht achter de vereniging Schiedam
Vooruit die economische alternatieven
vond voor het verloren brandersbedrijf.
Dat was de scheepsbouw en die heeft
Schiedam meer dan een halve eeuw
welvaart gebracht.
Maar de werven zijn ten onder gegaan
en Schiedam is opnieuw een arme stad
op zoek naar nieuw houvast. Dat kan
niet meer een grote tak van bedrijvig
heid zijn. Daar is het de tijd niet naar.
Grote op standaardisering en massapro-
duktie gerichte bedrijven met perso
neelsbestanden van duizenden matig
geschoolde arbeiders hebben hun tijd
gehad. De toekomst is aan veelzijdig
heid, aan slimme produkten en handige
dienstverlening voor markten die steeds
verder gesegmenteerd raken. Die ook
steeds sneller verzadigd zijn en/of om
vernieuwingen vragen. Het gaat om het
bundelen van vakkennis in steeds nieu
we verbanden. Een stad moet bewijzen
dat aan te kunnen, wil zij toekomst heb
ben. Wie een manifestatie als het
Spectrumfestival op zijn merites wil
beoordelen, moet dat doen in deze con
text. Wat zien wij dan? Dat een kleine
groep enthousiaste mensen in staat blijkt
mensen van allerlei afkomst, slag en
stand samen te laten werken aan één
groot en buitengewoon veelzijdig
bewijzen voor het feit, dat naast het
negativisme de geest van M.C.M. De
Groot springlevend is.
Met het Spectrumfestival heeft
Schiedam een bewijs te meer in handen,
dat het een op de economie van de toe
komst gerichte stad is. Dat bij de bevol
king meer dan genoeg durf, veelzijdig
heid, creativiteit en werklust voorhanden
is om nieuwe dingen van de grond te
krijgen. Dat men hier niet vast zit aan
oude machten, gewoontes en procedu
res. Kortom, datje een investering in
deze stad dubbel en dwars terug ver
dient.
En investeerders heeft Schiedam nodig.
Het succesvolle Spectrumfestival is een
argument te meer om Schiedam als ves
tigingsplaats voor nieuwe bedrijvigheid
te verkopen. Juist omdat het blijk geeft
van de positieve mentaliteit die toe
komstgerichte ondernemers zoeken.
Daarom blijft het een gemeentelijke
subsidie en andersoortige ondersteuning
waard.
Van het stedelijk negativisme kun je
alleen maar hopen, dat het uitsterft, als
zelfs de meest verstokte pessimisten
weer heil in de toekomst zien.
gebeuren. Een bevolking die dat voor
elkaar brengt, levert het bewijs van cre
ativiteit, organisatievermogen en de wil
tot samenwerken. Het festival hoort dan
ook niet thuis in de categorie van het
opbouwwerk en andere vormen van
social engineering, maar heel ergens
anders. Bij de stedelijke creativiteit om
zo te zeggen. Het Spectrumfestival past
in dezelfde straat als pakweg het Schat
met zijn spectaculaire theatervoorstellin
gen of de in een dag of wat perfect
georganiseerde actie om Molen de
Walvisch te redden. Dat zijn zichtbare