Musis 220
Van de naar schatting vijfhonderd gebouwen die in de 19e eeuw in gebruik O l_l I F n A A fl O IKim IOTDIFCI f*" F>
waren voor de moutwijn-en jeneverfahricage staan er vandaag de dag nog NI»HIH1 IX ll/l S 1 INI L) LJ O I tl 111 L til
maar zo'n honderdvijfentwintig overeind. Van de vier grote scheepswerven w w I 11 1^1*1 WI V - - - «-•
resteert nog slechts een halve. Andere vooroorlogse industrieën hebben
nauwelijks sporen achtergelaten, in onderstaand artikel wordt ingegaan op
wat resteert. De conclusie mag zijn dat er voldoende over is om de historie
te kunnen volgen, maar tevens, dat weinig ervan zou kunnen worden gemist.
Een pleidooi om zorgvuldig om te gaan met onze industriële erfenis klinkt
dan ook duidelijk door.
Er bestaat een algemene indeling voor Industrieel Erfgoed, de getuigen van
voorbije fasen in de ontwikkeling van bedrijf en techniek. Deze onder
scheidt de volgende hoofdgroepen:
- Winning van grondstoffen
- Productiebedrijven met hun kantoorgebouwen, machines en producten,
tevens specifieke huisvesting van arbeiders en ondernemers
- Opslag en overslag: pakhuizen, loodsen
- Transport: zowel de infrastructuur als de transportmiddelen zoals kanalen,
sluizen, spoorwegen en stations, garages, bruggen en viaducten, havens,
kaden, kranen, dokken, post-, telefoon- en telegraafkantoren
- Distributie: markthallen, beursgebouwen, verkoopgebouwen
- Openbare Nutsvoorzieningen: gasfabrieken, pompstations, watertorens en
de daarbij behorende dienstwoningen
- Ontginning en inpoldering: polders, poldermolens, gemalen, afwateringska
nalen, verkavelingspatronen.
(Indeling ontleend aan: drs.P.Nijhof e.a.. Op zoek naar ons industriëel
verleden. 1986)
Op grond van deze lijst kunnen de volgende bedrijven en panden als
interessant worden aangemerkt:
VOOR ca. 1880:
- 63 branderijen, 15 uit de 18e eeuw, 48 uit de 19e eeuw
- 5 mouterijen, 1 uit de 18e eeuw, 4 uit de 19e eeuw
- 48 pakhuizen en distilleerderijen, 16 uit de 18e eeuw, 32 uit de 19e eeuw
- binnenhavens en kaden
- Stadstimmerwerf, Korte Haven (1696)
- Zakkendragershuisje, Oude Sluis (1725)
- Sluizencomplex, Nieuwe Sluis (1779)
- Korenbeurs, Lange Haven (1790)
- vijf windkorenmolens uit de 18e eeuw
- Algemeen Handelsentrepöt Lange Nieuwstraat (1851)
- gebouw van stoommolen De Draak, Noordvest 42 (1855)
- drie ijzeren dubbele ophaalbruggen (ca 1860)
- Enkele houten loodsen aan de Nieuwe Haven/Lange Nieuwstraat
- polderlandschap met de eeuwenoude verkaveling ten noorden van
Schiedam
- Poldervaart met de restanten van 4 poldermolens
- fundament stoomgemaal Van der Goes in de Poldervaart (1864)
NA ca. 1880:
- rolbrug over de Schie (1882)
- ijzeren ophaalbrug aan de Polderweg bij nr. 15
- brugwachtershuisje van de Hoofdbrug, Lange Nieuwstraat
- glasfabriek Ringersstraat
- gebouw van de Telefooncentrale, Hoofdstraat 131
- Beursbrug (1903)
- Stoommeelmolen "Nederland" Nieuwe Haven 105 (1910)
- Drukkerij Roelants aan de Korte Haven (1910/1927)
- Werktuigenfabriek, Noordvest 133 (ca.1915)
- scheepsbouwhal Wilton-Fijenoord (1920)
- vaste en drijvende dokken en kranen van Wilton-Fijenoord
- Drinkwaterpompstation, Rotterdamsedijk (1923)
- Koemarktbrug (1927)
- Kantoorboekenfabriek Van 't Hof en Jongepier Lange Haven 43/47
(1928/1937)
- fabrieksgebouw Westerkade 24
- HAV-bank gebouw, Gerrit Verboonstraat
- Oranjebrug (1939)
- drie bakstenen fabrieksschoorstenen op het terrein van de
Vereenigde Glasfabriek Buitenhavenweg
- Vereenigde Glasfabriek Hoofdgebouw
- Kippenbrug over de Nieuwe Haven (1949)
- timmerloods Wilton-Fijenoord (1950)
- rioolgemaal Marconiweg (1950)
- Schiedamse Werktuigen en Machinefabriek Zijlstraat 56 (1951)- Coca-Cola
bottelarij Couwenhovenstraat/hoek Van Cleefstraat (1951)
- Distilleerderij Wenneker aan de Vijgensteeg (1952)
- transformatorzuil Brede Marktsteeg (1955)
- Spuisluis (1956)
- spoorbrug Poldervaart (1876/1959)
- stationsoverkapping (1959)
- stationshal (1963)
(Naar de fabrieksgebouwen van na de Tweede Wereldoorlog is nog geen
nader onderzoek gedaan.)
Ook Schiedam bezit vele getuigen van voorbije fasen in
de ontwikkeling van bedrijf en techniek. Fabrieksge
bouwen, machines, installaties en hun producten. Om
Schiedamse voorbeelden op een rijtje te krijgen moe
ten we eerst terug naar het begin van de 19e eeuw.
In de vorige eeuw moest ook Nederland geloven aan de over
schakeling van eenvoudige werkplaatsen en kleine industriële
bedrijfjes naar grootschalige industrieën. Deze aan het begin
van de vorige eeuw in Engeland gestarte Industriële
Revolutie ontwikkelde zich hier alleen wat later en geleidelij
ker. En in Schiedam voor wat de groot-industrie betreft, pas
goed in in het eerste kwart van de 20e eeuw.Vóór 1900 wer
den alleen een stoombranderij (De Kraton) in 1875 en een
kaarsenfabriek (Apollo) in 1865 opgericht. De grootindustriële
drankfabricage (Hollandia, De Kuyper) en scheepsbouw
(Gusto, Wilton) dateren pas van het begin van de 20e eeuw.