DE BRONSVEREEUWIGERS
Reinier Scheeres
Ondanks het feit dat Marten
Toonder tien jaar geleden met de
avonturen van Heer Bommel en
Tom Poes stopte, en we het sinds
dien in de dagbladen met herha
lingen van oudere verhalen moe
ten doen, is deze strip nog steeds
razend populair. Het laatste jaar is
er zelfs sprake van een ware ople
ving van de Bommel-cultus, die
zijn oorzaak vindt in de cumulatie
van enkele gebeurtenissen, waar
van er één zijn oorsprong vindt in
Schiedam.
Musis 224
p 14 mei verscheen er een post
zegel met daarop afbeeldingen
van Toonders striphelden. Een
doorbraak, want het stripwezen
werd vroeger nauwelijks serieus
genomen door instellingen met een sterk
ontwikkeld ego als de PTT. Dat die
erkenning er nu wel is, is in de eerste
plaats de verdienste van Marten Toonder,
die de strip volwassen heeft gemaakt.
Terecht kreeg hij dan ook liet eerste
exemplaar aangeboden.
Vervolgens werd op 1 juni het derde
deel van Marten Toonders autobiografie
ten doop gehouden, waarin o.a. de opbouw van de Toonder-
studio's m de na-oorlogse jaren beschreven wordt. De presen
tatie op Kasteel Grocneveld in Baarn werd natuurlijk vooral
bezocht door Bommel-fanaten (zoals ondergetekende), die
hoopten een glimp van de Grote Meester op te vangen.
De betekenis van deze biografie reikt overigens veel verder
dan alleen maar een bron van documentatie over Toonder en
zijn werk. De even boeiende als ingetogen, maar vooral unieke
schrijftrant van Marten Toonder (opnieuw verrijkt hij de
nederlandse taal met nieuwe woorden en uitdrukkingen)
maken zijn levensbeschrijving lezenswaardig voor een breed
publiek.
Als uitvloeisel van deze beide gebeurtenissen richtte het
Teylers Museum in 1 Jaarlem in juni en juli een tentoonstelling
over het werk van Toonder in. Als overzichtstentoonstelling
vrij compleet, maar helaas was er wat weinig aandacht voor de
manier waarop de verhalen in de Toonder strips tot stand kwa
men.
Een hoogtepunt was zeker ook het Bommel-symposium dat
de K.L. Poll Stichting op 1 juni organiseerde onder de titel:
'Dit is onwetenschappelijk juist, als u begrijpt wat ik bedoel'.
Bekende sprekers als Prof. S.J. Doorman en Rutger Kopland
gaven een wetenschappelijke toelichting op enkele karakters
uit de Bommel verhalen. De lezing van NRC-redacteur
Marjoleine de Vos over juffrouw Doddel wierp feen geheel
nieuw en humoristisch licht op het verschijnsel emancipatie.
De stad Schiedam speelt in het leven van Toonder helaas
slechts een ondergeschikte rol. De enige relatie met Schiedam
waarvan Toonder terloops in zijn biografie melding maakt,
betreft zijn contacten met de distillateur 1 lerrnan Jansen.
I ijdens de oorlogsjaren kreeg hij van Jansen het verzoek een
kabouter te ontwerpen als handelsmerk voor zijn genever.
Toonder maakte Jansen duidelijk dat een plaatje niet op zich
zelf kon staan ('...als zo'n ventje geen geheim en geen karakter
heeft is het waardeloos') en dat die kabouter dus wel in een
verhaal moest figureren. De distillateur was snel overtuigd en
op de Toonder studio's ging men aan het werk. Pikant detail
is, dat het tekenwerk werd verricht door Toonder-medewerker
Hans Kresse, die nu vooral bekend is als geestelijke vader van
Eric de Noorman/Later werd er ook aan een tekenfilm over
Kabouter genever gewerkt, maar om onduidelijke redenen zijn
verhaal noch film ooit tot het publiek doorgedrongen. Het is
de verdienste van de Alkmaarder John Wigmans, dat het ver
haal kort geleden toch is gepubliceerd onder de titel: 'Het
recept van Pinneke Proost; een oude
Schiedamse legende'.
Maar inmiddels heeft Schiedam toch een
prominente plaats gekregen in de archie
ven van Toonder-verzamelaars, nu in
onze stad door het Genootschap Heren
van Stand het initiatief is genomen om
Heer Bommel lil brons te gieten!
Niet om straks op het stadserf geplaatst te
worden. Nee, het beeld zal een plaats
krijgen op een plein in het dorp Den
Bommel, gemeente Oostflakkee.
Dé aanleiding voor dit wat ongebruike
lijke initiatiefis gelegen m het feit dat er in Den Bommel al
een beeld van Heer Bommel staat; een beeld met een hoog
Schiedam-gehalte.
Het is destijds opgericht door de Leidse studenten-jaarclub
'Ollie B', die een aantal Schiedammers onder haar leden telde.
Als ode aan hun naamgever gaven zij de Schiedamse kunste
naar André Henderickx opdracht een beeld van heer Ollie te-
ontwerpen, dat om voor de hand liggende redenen een plaats
kreeg in Den Bommel.
In één ding bleken zij hun idool echter ontrouw: geld bleek
wel degelijk een rol te spelen, en brons bleek dan ook geen
haalbaar materiaal. Om de heren toch tcrwille te zijn vervaar
digde Henderickx het beeld uit chamotte-klei. dat echter aan
merkelijk minder duurzaam blijkt dan brons. Wie nu in Den
Bommel gaat kijken ziet een torso van Bommel die door de
tand des rij cis niet ongemoeid is gelaten. Een aanblik die elke
Bommel -liefhebber pijn doet!
Schiedam had zich in de afgelopen jaren met een flink aantal
beelden verrijkt, en wat lag er meer voor de hand dan nu ook
eens aandacht te schenken aan een Schiedams beeld buiten
onze stadsgrenzen. Enkele Schiedammers, waaronder Trits
Henderickx, broer van de inmiddels overleden André, en
Bommel-verzamelaar Jan Kemps richtten het'Genootschap
Heren van Stand' op met als doel geld in te zamelen voor het
vereeuwigen van Heer Bommel in brons. Op verzoek van
Marten Toonder zal het beeld worden aangepast aan de ont
wikkeling die Heer Bommel de laatste twintig jaar heeft door
gemaakt. Een taak die de Schiedamse kunstenaar Harr
Wiegmann momenteel verricht, uiteraard onder supervisie van
Toonder zelf. Inmiddels blijkt de aktie 'Een Heer verdient
Brons' een groot succes, en er is dan ook geen enkele twijfel
meer dat Marten Toonder volgend jaar, ter gelegenheid van
zijn vijfentachtigste verjaardag, getuige zal kunnen zijn van de
onthulling.
Voor het overige heeft onze stad weinig affiniteit met
Bommel, behalve dan het feit dat veel van de toen illegaal
gedrukte uitgaven van Bommel die in de jaren zeventig opdo
ken, van een Schiedamse pers kwamen gerold.
Ook aan de stad Rommeldam kunnen we ons nauwelijks
spiegelen. Het enige voorvaderlijke kasteel dat we ooit had
den, waar Floris de Vijfde nog een onbekommerde jeugd
doorbracht, is dankzij de Hoekse en Kabeljauwse twisten ver
worden tot een ruïne.
Nee, een partnerstad zal Rommeldam wel nooit worden, maar
misschien is een relatie die wordt gekenmerkt door een zekere
afstandelijkheid en mystiek ook nog wel zo aantrekkelijk....®
0