COPIER IN DE FABRIEK Annet van der Kley-Blextoon A.D. Copier. Bloempotten, graniver, 1928 A.D. Copier. Glasservies Primula (ged)1947 225 Musis A.D. Copier behoort tot de bekendste Nederlandse glaskun stenaars van de twintigste eeuw. Zijn unica zijn kapitalen waard en behoren niet zelden tot de trots van musea in den lande. Zijn naam straalt ook af op de Vereenigde Glasfabrieken Leerdam/Schiedam. Copier werkte in Leerdam in Leerdam maar het waren niet alleen kunstzinnige eenlingen die hij vervaardigde. De kun stenaars die aan de fabriek waren ver bonden hadden ook steeds de lopende opdracht om zich te bemoeien met het ontwerpen van het winstgevende fabrieksglas. Zo is Floris Meydam niet alleen bekend vanwege zijn sierlijke glasvaatwerk, maar ook van het 'gewone' Becel-flesje dat in miljoenenoplagen in Schiedam wordt vervaardigd. Het was directeur P.M. Cochius (1874-1938) die de glasfabrieken wereldfaam bezorgde door het ontwerp van het fabrieksglas in handen te geven van vrije kunstenaars. Ook Copier behoorde daartoe. 'In 1915 kwam bij mij de gedachte op glas te maken in samenwerking met vrije kunste naren', memoreerde Cochuis tijdens een lezing in 1934. 'Omdat De Bazel en ik geestverwanten waren en elkaar geregeld ont moetten, was hij de eerste aan uien ik mijn geheime wensen kenbaar maakte. In die tijd werd Nederland overstelpt met goedkoop en allerordinairst geperst glas, gewoonlijk ver sierd, met de nabootsing van het allerkost baarste geslepen kristal, En de eerste vraag, die ik De Bazel stelde was, of hij het niet mogelijk oordeelde aesthetisch geperst glas te ontwerpen, om die monstrueuze producten te verdringen, waarmede de eenvoudige wonin gen gevuld werden. En na vier jaren van harde arbeid en studie van de glas-techniek kwam hij terug op mijn vraag, of het ontwer pen van geperst glas mogelijk was.' In 1878 werd in Leerdam naast de bestaande flessenfabriek: de 'zwarthut' een witglasfabriek opgericht, met als doel het vervaardigen van tafelglas zowel geblazen als geperst, van glas, kristal en halfkristal. De collectie bestond uit een aantal glazen en bekerglazen met een eenvoudige vorm, zoals de ballon, tulp en spitse kelk. De serviezen en losse onderdelen wer den rijkelijk met slijpwerk en geëtste versieringen bedekt. Deze versieringen werden in het geperste glas nagebootst. In een gedenkboek bij de dood van De Bazel in 1923 schreet Cochius daarover: 'Het geperste glas is wel van al het glas werk dat in den handel is het afschuwe lijkst. En aangezien dit, omdat het goed koop is juist gebruikt wordt door hen, die het minst met aardsche goederen zijn gezegend, zocht ik iemand, die ervoor kon gevoelen, glas te ontwerpen, dat daar in die kringen zou worden gebruikt.' Naast deze sociale gedrevenheid van Cochius was er in deze oorlogstijd ook een duidelijke economische noodzaak om het assortiment van het tafelglas te verbeteren, om de concurrentie uit het buitenland het hoofd te kunnen bieden. In 1920 werd het door Cochius gevraagde persglasservies van De Bazel uitgevoerd. Dit servies is gebaseerd op de regelmatige tienhoek, niet alleen bij de platte vlakken maar ook de knoppen, cilinders en deksels. In 1922 ontwierp H.P. Berlage een zes hoekig geel geperst eet- en ontbijtser vies. De productie van dit servies is een groot probleem geweest. DaaromJaleef het ontwerp van Berlage maar kort in de handel. Een veel groter succes vorm den de geperste bloempotten met onderschotels die A.D. Copier ontwierp. De eerste ontwerpen voor ronde bloempotten dateren uit 1928 en wer den uitgevoerd in graniver, een procédé dat de glasfabriek Leerdam ontwikkelde door aan de grondstof extra veel zand toe te voegen, waardoor een steenachti ge massa ontstaat. In 1929 ontstonden de bekende vierkante bloempotten die in primaire kleuren werden uitgevoerd. Naast deze ontwerpen werd een grote labriekscollectie vervaardigd die naam loos op de markt verscheen terwijl in de dertiger jaren een speciale H(uishoud)- collectie werd ontwikkeld. Deze bestond uit goed vormgegeven producten die in de betere warenhuizen werden verkocht. Een zeer bekend servies uit deze collec tie is het ontbijtservies Hollandia dat in zilvergroen glas werd geperst. Dit was zeer goedkoop en is vooral na de Tweede Wereldoorlog zeer goed verkocht. Op dat moment was er een grote vraag naar serviesgoed en A.D. Copier ont wierp hiervoor in 1947 Primula in saf- fierkleurig persglas. Dit servies, versierd met cirkels, is een voorbeeld van een goed ontworpen en technisch goed uit voerbaar en daardoor betaalbaar massa product. Het servies is functioneel omdat het goed stapelbaar is en omdat de vormen duidelijk zijn afgestemd op de producten waarvoor ze gemaakt zijn. De kaasstolp heeft de vorm van een stuk kaas en de botervloot heeft de vorm van een pakje boter. In de jaren vijftig werd de traditie van Leerdam weer opgepakt om bijpassende verpakkingen voor het glaswerk te ont werpen. Floris Meydam behoort tot de tweede generatie ontwerpers in vaste dienst van de glasfabriek Leerdam, die na een opleiding aan de glasschool van Leerdam, de naoorlogse productie ont wierpen. In 1950 ontwierp Meydam het persglasservies Libra dat in ovale en ronde vorm in kleurloos glas werd uit gevoerd, versierd met evenwijdige rib bels die in de lengterichting of breedte werden toegepast. Evenals bij het servies Primula van Copier zijn de versieringen overigens mede aangebracht om oneffenheden in het glas te maskeren. Ook de technieken veranderden. Persen bleek niet langer de enige manier om goedkoop massa-glaswerk te vervaardi gen. Het servies Libra van Meydam sluit dan ook het tijdperk van de perstech nieken af op een paar produkties van asbakjes en andere kleine gebruiksvoor werpen na. Maar het hoofdideaal van Cochius om een voor iedereen verantwoord en betaalbaar massaproduct te vervaardigen vervaagde daarmee niet. Het in bedrijf stellen van volautomatische glasblaasma chines kwam hieraan zelfs nog meer tegemoet.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1996 | | pagina 225