Een monument
zonder duidelij
ke functie is een
dood ding
Henk Slechte
Musis 226
Toen vaststond dat De Vrijheid
een nieuw leven gegund was,
hervatte molenmaker H.Verbij
uit Hoogmade de restauratie.
Vrijwilliger en student Rob
Batenburg stond erbij en leerde ervan.
Aanvankelijk was hij alleen gefascineerd
geweest door het grote maal-instrument
dat al eeuwen functioneerde dankzij een
uitgekiende constructie en het gebruik
van windkracht, nu zag hij ook hoe de
molenmaker als een echte wetenschap
per detail voor detail de bouwgeschie
denis van de molen moest onderzoeken
om die te kunnen restaureren en weer
echt aan het werk te krijgen en te hou
den. Dat vond hij zo boeiend dat hij in
1974 een verstrekkende beslissing nam:
hij stopte met zijn studie en ging als
molenmakersknecht bij Verbij werken.
Een halfjaar later was de restauratie van
de molen klaar en vertrok de molenma
ker. Rob Batenburg bleef. Hij werd
molenaarsknecht en in 1.977 molenaar
of'baas' op de in 1785 als brandersmo
len gebouwde Vrijheid en ging vervol
gens het meel malen voor de echte bak
kers in Zuid-Holland. Het eclatante suc
ces van het 'molenbrood' (al kon men
met de eerste bakprodukten gemakkelijk
een ruit ingooien) werd ook het succes
van De Vrijheid en van Rob Batenburg
cs en maakte van hem één van die men
sen die van hun hobby hun beroep dur
ven maken.
Toch zou uiteindelijk de ingenieur in
hem alsnog de overhand krijgen over de
molenaar. Zijn belangstelling voor het
onderzoek naar het functioneren van
pre-industriële werktuigen werd
opnieuw geprikkeld, toen in 1982 de
molen De Walvisch gerestaureerd moest
worden. Die was in 1981 voor fl eigen
dom geworden van de nieuwe Stichting
Schiedamse Molens op voorwaarde van
een grondige restauratie. Deze werd uit
gevoerd tussen 1982 en 1986. In de oor
konde die voor eeuwig vastlegt wie aan
deze restauratie meewerkten, staat dat
R.Batenburg en J.Gunneweg de directie
hebben gevoerd.
Schiedam had de smaak nu goed te pak
ken en van 1989 tot 1992 was de
molen(stomp) De Palmboom aan de
Noordvest aan de beurt.
Het duo Gunneweg Batenburg was
succcesvol gebleken en werd geprolon
geerd. Molenstichting-directeur Jos
Gunneweg begon een sponsor-actie, in
de speelse vorm van een 'kleine cursus
molenbouwkunde voor beginners'.
Vooral ondernemers werden op- geroe
pen zich als leerling-molenbouwer aan
te melden. Als dank voor hun (financië
le) inspanningen kregen ze een bouw
plaat van de molen die, om duidelijk te
maken dat het in wezen om een recon
structie van een voorganger ging, sinds
dien als De Nieuwe Palmboom door
het molenleven gaat. De verworven
kennis konden de tijdelijke leerling
molenbouwers toetsen door die bouw
plaat in elkaar te zetten. Rob Batenburg
had zo'n cursus niet nodig. Hij werd
bedrijfsleider van de Stichting
Restauratie Werkplaats Schiedam, een
geesteskind van de Stichting Schiedamse
Molens. Directeur en bestuur van die
stichting beseften immers terdege dat
het Schiedamse molenbezit, na een reeks
restauraties, ook onderhouden zou moe
ten worden. De werkplaats verschaft
inmiddels werk aan vier hoogwaardige
restauratie-vakmensen, van wie er twee
hebben meegewerkt aan de bouw van
hetVOC-schip Batavia in Lelystad. In
het kader van het Jeugd Werk Garantie
Plan leidt de Werkplaats ook een jonge
Schiedammer op tot restauratie-vakman.
De ere-lijst van de Restauratie
Werkplaats vertoont, naast de Nieuwe
Palmboom, al een aantal respectabele
projecten. In het Nederlands
Gedistilleerd Museum De Gekroonde
Brandersketel aan de Schiedamse Lange
Haven hebben Batenburg en de zijnen
de branderij aangelegd en in
Vlaardingen wordt, aan de kade voor
het Visserijmuseum, de laatste hand
gelegd aan de reconstructie van de
Stadskraan. Een werkende havenkraan
bouwen, precies zoals die er in de 17de
Rob Batenburg(43) is molenbouwer, maar hij is ook mede-oprichter en bedri[fsleider
van de Restauratie Werkplaats Schiedam die de restauratieve herbouw van de in febru
ari afgebrande molen De Walvisch gaat uitvoert. Rob is een bescheiden, haast introverte
man, maar als hij uitlegt waarom ambachtelijke werktuigen in het algemeen en wind
molens in het bijzonder hem zo fascineren, maakt zijn ingetogenheid plaats voor
zichtbaar enthousiasme. De kleinzoon van de vooroorlogse Schiedamse wethouder
J.Dinkelaar, bekend gebleven als voorvechter van de Schiedamse monumenten, was
bestemd voor een degelijke universitaire opleiding. Na zijn eindexamen HBS-b ging
hij in Delft iveg- en waterbouw studeren. Dat zou maar kort duren. In januari 1972
vroeg wethouder Cor Bolmers de leden van de gemeenteraad twee vrije zaterdagen
beschikbaar te stellen om de molen De Vrijheid aan de Noordvest schoon te maken.
Die molen was, sinds in 1966 een restauratie voortijdig was beëindigd, een prooi
geweest van zowel de elementen als de Schiedamse duiven. In 1971 had de gemeente
het vervallen en vervuilde bouwsel gekocht en de wethouder vond dat de gekozen ver
tegenwoordigers van het volk het goede voorbeeld moesten geven, alvorens de stad
gemeenschapsgeld in een restauratie zou steken. Raadslid Cor Batenburg vond dat
ook, maar vroeg voor alle zekerheid toch maar aan zoon Rob of die demonstratie van
culturele burgerzin misschien meer iets voor hem was. Die zei ja' en toen gebeurde
het: Rob kreeg een figuurlijke klap van de molen. Hij had een hobby gevonden die een
roeping zou worden en hij bleef ook na de schoonmaakzaterdagen als vrijwilliger nauw
bij De Vrijheid betrokken.