ning van de televisie - is het niet meer zo belangrijk dat onze dagelijkse omgeving beroofd is van haar betovering en met minder zorg onderhouden wordt. We komen toch wel aan onze trekken. En toch blijft het verbazingwekkend dat dezelfde architecten, politici en projectontwikkelaars die er in hun eigen omgeving een potje van maken, zich in het buitenland te goed doen aan de onaangetaste en zorgvuldig gecultiveerde schoonheid van historische steden en dorpen. Eenmaal thuis, vakantiekiekjes tonend en overlopend van kleurige verhalen, mopperen ze op de saaiheid en de gewoonte als ze over straat gaan of uit het raam kijken. Overal loert het gebrek aan verbeelding en schrijnt de afwezigheid van zintuigelijke prikkels. Ja, vind je het gek. Elier immers laat het geld zich verdienen waarmee na werktijd of op vakantie, via surrogaatmiddelen als Filmnet, CD-ROM of fly-and-drive boekingen, de illusie van avontuur en geheimzinnigheid kan worden oproepen. Eigenlijk is heel de besteding van onze vrije tijd een prothese van het echte leven, van de authentieke ervaringen die er wer kelijk toe doen. Net als vele andere steden draagt ook Schiedam de sporen van een langdurig gebrek aan belangstelling voor de schoonheid van de gebouwde omgeving. Althans, bij het zien van het Koemarktplein en omgeving verwonderde ik me weer eens over de halfslachtige manier waarop we omgaan met de erfenis van onze oude steden. De Koemarkt is een druk verkeersplein aan de rand van de binnenstad, omringd door bebouwing uit hoofdzakelijk het begin van deze eeuw. Aan één zijde is het plein door de gemeente heringericht om het wandelende en verpozende publiek ter wille te zijn en uitbaters de kans te bieden hun waren aan de man te brengen. In de omgeving van het plein prijkt een drietal hoogtepunten van de Schiedamse architec tuur uit de jaren dertig: de Passage, het Singelwijck-gebouw (vroeger ook wel EIEMA-flat genoemd) en, iets verderop aan de Gerrit Verboonstraat, de voormalige ElAV-Bank, gebouwd in 1935 naar ontwerp van de bekende architect WM. Dudok. Drie middelgrote, aanzienlijke gebouwen, die voor Schiedam uniek zijn en door hun ligging van een eminente stedebouw- kundige betekenis. Maar terwijl de vroegere 'Hollandsche Algemeene Verzekerings Bank' en de Passage gerenoveerd zijn, valt Singelwijck slechts het hoogst noodzakelijke onderhoud ten deel. En dat is niet genoeg, want de gevels van deze mini-wolkenkrabber uit 1934 hebben een restauraratie nodig om weer volledig tot hun recht te kunnen komen. De bijzondere, voor die tijd vooruitstreven de architectuur van het gebouw rechtvaardigt dit. Hoewel er in Nederland niet veel voorbeelden van dergelijke flatgebouwen uit het interbellum voorradig zijn, heeft Singelwijck merkwaardigerwijze nooit een plaatsje gekregen in de historische overzichten van de Nederlandse hoogbouw, zelfs niet als voetnoot. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Nirwanaflat van Jan Duiker en Wiebenga in Den Haag (1930). Singelwijck, dat werd ontworpen door het architectenbureau Korsten Leppla, deelt met dit bekende, vroege flatgebouw een aantal belangrijke Nieuw Zakelijke kenmerken: een gewa pend betonskelet; langgerekte raamstroken met (oorspronke lijk) stalen kozijnen; stalen balkonhekken; en gevelstrips van geglazuurde stenen, die zijn gecombineerd met een blonde baksteen voor de resterende geveldelen. De verglaasde trap penhuizen met liftkokers, die een enorme, vrij liggende luifel bovenop het dak dragen - een soort 'spoiler' -, vormen krach tige verticale accenten die de symmetrie van de voorgevel ondersteunen. Wegens hun flauw gebogen vorm werken ze voor het oog als 'scharnieren' tussen voorgevel en zijvleugels. We hebben in Singewijck te maken met grootstedelijke, maar niettemin fijnzinnig gecomponeerde 'glas architectuur'. De traditionele Passage is een van Sanders' meest vooruitstrevende ontwerpen. Musis 230

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1996 | | pagina 230