Van senti
ment naar
monument
Kor Kegel
Als laatste stad in Nederland
wordt Schiedam onderworpen
aan een uitvoerige en kritische
inventarisatie van bestaande en
potentiële monumenten. De pro
vincie Zuid-Holland beoordeelt
streng en loepzuiver welke
gebouwen volgens de 'objectieve
criteria' van de Rijksdienst voor
Monumentenzorg een nationale
bescherming behoeven. Eind
1998 zal de inventarisatie zijn
afgerond, maar het is nu al duide
lijk dat er minder gebouwen op
de monumentenlijst bij komen
dan rechtgeaarde Schiedammers
zouden willen.
Schiedammers hebben niets aan
'objectieve criteria' van de rijks
overheid. Séntimenten, daar gaat
het om. Wat we mooi en dierbaar
vinden, dat staat los van rijksnor
men - en daarom moet het lokale
monumentenbeleid (dat er óók
is) nog veel meer worden afge
stemd op de beleving van de
inwoners. De gemeente
Schiedam zou aan een inventari
satie van sentimenten een goede
onderlegger hebben voor een lijst
van monumenten.
Het Monumenten-Inventarisatie
Project (MIP) van de provincie
Zuid-Holland heeft een forse ver
traging opgelopen, waardoor
Delft, Maassluis, Vlaardingen en
Schiedam als laatste gemeenten
van Nederland aan de beurt
komen. Rampzalig is dat niet,
maar niettemin doet het potsier
lijk aan dat vier uitgesproken his
torische binnensteden als laatste
geïnspecteerd worden. Als ver
klaring wordt aangevoerd dat de
provinciale ambtenaren geen
monumentaal zitvlees hebben. Er
is op de desbetreffende afdeling
nogal wat doorstroming
geweest.
In die zin is het dus maar goed dat er
strikte condities zijn, die in heel
Nederland als leidraad dienen bij de
beoordeling of een object de monu
mentale status kan verkrijgen. Het
hangt niet van wisselende ambtenaren
at. Er is een helder, nationaal beleid en
dat heeft in Schiedam al 175 rijksmonu
menten opgeleverd, voornamelijk
geconcentreerd in en rond het stadscen
trum waar dat nog de sporen van de
jeneverindustrie draagt, en in Kethel. Er
is een redelijke kans dat er door het
MIP minimaal zo'n 25 rijksmonumen
ten bijkomen, voornamelijk in de
omgeving van de Plantage, want een
eerste, globale verkenning heeft in het
Provinciehuis het besef doen ontstaan
dat de Tuinlaan en de Lange
Nieuwstraat iets unieks hebben. Waar in
Nederland vind je tenslotte zo'n con
centratie van deftig wonen en kleinscha
lige bedrijvigheid?
Dat maakt de omgeving van de Plantage
tot een door de regering te beschermen
stukje Schiedam - nog afgezien van het
feit dat de Plantage geldt als Neerlands
oudste stadspark.
De kunsthistorici, die met de inventari
satie in Zuid-Holland bezig zijn, hebben
de opdracht zich te richten op de jon
gere bouwkunst, dat wil zeggen uit de
periode van 1850 tot 1914. De bestaan
de rijkslijst loopt tot 1850 en zal nu
worden aangevuld met wat er tot aan de
Eerste Wereldoorlog aan monument
waardige panden is gebouwd. De erva
ring tot dusver met het MIP is dat een
kleine tien procent van wat volgens de
gemeenten in aanmerking behoort te
komen, ook inderdaad van de begeerde
M wordt voorzien.
Voor een goed restauratiebeleid krijgt de
gemeente Schiedam veel te weinig geld
van de rijksoverheid. De meeste objec
ten op de lijst zijn er slecht aan toe, een
minderheid is niet veel beter dan matig.
De planning loopt derhalve tot voorbij
het jaar 2002 en als alle noodzakelijke
verbeteringen uitgevoerd konden wor
den, dan was er een bedrag van meer
dan 62 miljoen gulden nodig - we heb
ben het dus alleen over wat er tot nog
toe volgens de strakke maatstaven voor
rijkssubsidie in aanmerking komt. Het
gaat om kapitalen. De Singelkerk slokt
alleen al 12 miljoen op. Andere geldvers
lindende monumenten zijn het stadhuis,
de Korenbeurs, een boerderij op de
Kerkweg, nog enkele kerken en uiter
aard de afgebrande molen De Walvisch.
Na de MIP, eind 1998, zal duidelijk
worden hoeveel méér miljoenen nog
nodig zijn voor een minimaal niveau
van onderhoud en restauratie van de bij
komende rijksmonumenten. En wie zo
onderhand nog niet cynisch is geworden
om wat er in Schiedam al allemaal ver
loren is gegaan, kan misschien enig opti
misme ontlenen aan een beleidsombui
ging. Niet het aantal monumenten in
een gemeente is straks maatgevend voor
de rijksuitkeringen, maar de staat waarin
ze verkeren. Dat kan voor Schiedam
betekenen dat de gemeente een grotere
greep in de buidel kan doen - dus ook
in het theoretische geval dat de MIP
geen extra rijksmonumenten oplevert.
Tot zover zit het wel goed, maar nu de
rest van Schiedam. Sinds een jaar of vijf
tendeert de gemeente naar een eigen
monumentenbeleid, ter aanvulling op
wat het Rijk al doet. In 1992 besloot de
gemeenteraad om 50.000 gulden uit te
trekken voor een eerste inventarisatie,
aanvankelijk toegespitst op de Lange
Haven, de Korte Haven en de
Hoogstraat en later uitgebreid tot de
hele binnenstad. Daarbij gaat het om
gebouwen die voor de stad waardevol
zijn en vooralsnog niet voldoen aan de
objectieve criteria van de Rijksdienst
voor Monumentenzorg. Mogelijk wor
den enkele gemeentemonumenten na de
MIP wél een rijksmonument en dat is
dan mooi meegenomen. Goede kans
hebber is de HAV-bank van Dudok. In
oktober 1995 besloot de gemeenteraad
om een krediet van 100.000 gulden te
verlenen voor een verdere inventarisatie,
waarbij het accent ligt op honderd pan
den rond de Plantage en aan de
Westerkade en Warande, en vijftig pan
den her en der in dorp Kethel en de
kerkbuurt van Kethel-Noord. Het uitge
trokken bedrag is verdubbeld ten
opzichte van dat in 1992, omdat er ook
een gemeentelijk monumentenboek van
moet worden bekostigd. De Historische
Vereniging Schiedam gaf in 1980 een
uitstekende aanzet tot een lokaal monu
mentenbeleid, door de publicatie van
het boek Bouwkundig bezit van de stad
Schiedam onder eindredactie van Ruud
Po els.
Het is nog altijd een belangrijk docu
ment. Als het toenmalige gemeentebe
stuur er na de uitgave wat vlotter op
ingespeeld had en eerder tot een lokaal
monumentenbeleid was overgegaan, had
wellicht voorkomen kunnen worden dat
het klooster aan de Warande en het
fraaie hoofdkantoor van de Gusto verlo
ren waren gegaan. De verantwoordelijke
personen mogen met terugwerkende
kracht als mindere Schiedammers wor
den aangemerkt.
Sloop van beeldbepalende gebouwen in
de plaats waar je bent geboren en geto-
Musis 236