Sentimenten van
betekenis in de Gorzen.
Wie maakt ze monument
237 Musis
gen is alsof je de bijl aan de wortels van
je ontplooiing gelegd ziet. Nooit mag
lichtvaardig tot amoveren van karakteris
tieke panden worden besloten: de
bakens van onze herinnering. Het zijn
gebouwen die je altijd hebt gekend, die
bij je stad en bij jezell horen, ook al zijn
ze van een ander. Het zou een weten
schappelijk onderzoek waard zijn om
erachter te komen of massale sloop in
een binnenstad, een brandersbuurt, een
stadsvernieuwingswijk, het vertrek van
ingezetenen naar elders bevordert omdat
ze toch hun banden van nostalgie ver
broken zien en dus eerder besluiten tot
verhuizing over de gemeentegrens. Als
ze de stad onder je kont vandaan halen,
waarom zou je er dan blijven? En is een
ontzielde woonwijk voor de nieuwko
mers aantrekkelijker? Het is evenzogoed
een studie waard of de nieuwkomers in
een historische plaats zich meer thuis
gaan voelen dan nieuwkomers in een
kern waar alle zichtbare historie uitge-
stuft is. Het antwoord ligt voor de hand,
maar het is altijd aardig als het op een
universiteit bewezen wordt.
Waarom dit gefilosofeer? Heeft het nog
met het gemeentelijk monumentenbe
leid van Schiedam te maken? Ja, dat
heeft het. Een bezwaar namelijk, dat aan
de vervolginventarisatie kleeft, is dat het
opnieuw een te beperkt gebied bestrijkt.
Was in eerste instantie de grachtengor
del en vervolgens de rest van de binnen
stad onder de loep genomen, in tweede
instantie wordt nu vooral naar de omge
ving-Plantage en de Westerkade met
omgeving gekeken benevens delen van
Kethel - en dat is alles heel terecht -
maar Schiedam is groter en telt ook in
jongere wijken van na 1900 een aantal
plekken en gebouwen die het verdienen
beschermd en gekoesterd te worden.
Het is, dat spreekt vanzelf, een centen
kwestie die maakt dat niet in heel
Schiedam de senti-monumenten worden
geturfd en dat de nadruk nu eenmaal
ergens op moet liggen. Onvermijdelijk
zijn Kethel, de Westerkade met Warande
en de omgeving-Plantage geselecteerd:
de gemeentelijke inventarisatie loopt
redelijk in de pas met de MIP, qua loca-
dan de monumentenlijst, omdat we bij
sentimenten ook kijken naar de omge-
vingswaarde en niet alleen naar architec
tonische, bouwkundige en cultuurhisto
rische kwaliteiten. Een gebouw kan van
zichzelf betrekkelijk simpel zijn, maar
door zijn positie in een buurt een domi
nante rol spelen. Schiedam stikt op die
manier bekeken van de senti-monumen
ten, waarvan de waarde schuilt in de
samenhang. Als je in Bijdorp één straatje
zou veranderen, zou dat de hele enclave
aantasten. Toen het Nieuwsticht was
gesloopt, was de belendende
Bakkershaven helaas ook geen lang
leven meer beschoren.
tiekeuze althans. Saillant detail is dat de
aanwezigheid van bedrijven achter de
herenhuizen aan weerszijden van de
Plantage door de provincie meer wordt
gewaardeerd dan door de gemeente
Schiedam, die over een hele strook langs
de Nieuwe Haven wil saneren om er
woningbouw mogelijk te maken; maar
dat terzijde.
Maar hoe gaan we ondertussen om met
beeldkwaliteit in andere wijken? Er zijn
veel hoeken en kieren die er onbe
schermd bij staan en waarvan het dood
zonde zou zijn als ze verdwenen omdat
de gemeente per ongeluk niet over de
middelen beschikt om een sloopvergun
ning te weigeren. In een stad waar de
overheid het onlangs nog liet gebeuren
dat de oude Noletstichting tegen de
grond ging, moetje er niet van opkijken
als in een volgend moment van verdwa
zing het Sint Jacobsgasthuis of de Heilig
Hartkerk bezwijken. Zulke gebouwen
moeten preventief verdedigd worden
tegen botte omvormers, desnoods moet
het gemeentebestuur een sentimenten-
beleid ontwikkelen om geliefde plekjes
te vrijwaren van stedebouwkundig van
dalisme. De sentimentenlijst is langer
Een monumentenbeleid kan, vergezeld
van uitgekiende bestemmingsplannen,
een waarborg zijn voor behoud van
waardevolle bebouwing.
Er zou veel voor te zeggen zijn om,
zoals er gemeentemonumenten naast
rijksmonumenten kunnen bestaan, ook
wijkmonumenten aan te wijzen, ter
beoordeling van bewoners en onderne
mers uit de betrokken wijken.
Restauratie van wijkmonumenten kan
bovendien een impuls betekenen voor
de wijkeconomie. Hoe dan ook is het
noodzakehjk en belangrijk om het
respect voor stedeschoon op onverdach
te locaties te verankeren in beschermen
de structuren.
En het is vanzelfsprekend dat de
gemeenteraad hiervoor een voorziening
moet treffen. De rechtvaardiging zit 'm
in het architectuurbeleid van wethouder
Adri Reijnhout. Anderhalf jaar geleden
gaf hij als doelstelling aan dat Schiedam
monumenten gaat bouwen. Dat klinkt
en het is pretentieus. Het betekent dat
Reijnhout nu huizen wil neerzetten,
waarvan het zeer aannemelijk is dat ze
over een eeuw monument zullen zijn,
omdat ze mooi en indrukwekkend en
betekenisvol zijn.
Als we het monumenten-van-morgen-
beleid laten aanvangen in 1995 en we
nemen in aanmerking dat het officiële
rijks- en gemeentelijke monumentenbe
leid loopt tot 1914, dan zit er een gat
van 81 jaar: een periode waarin naast
veel treurnis ook veel stedeschoon is
gerealiseerd. Laat het een uitdaging zijn
om beschermende constructies te
bedenken voor wat sentimentwaardig is.
Want bouwen is één ding - maar
behouwen getuigt van meer respect.