DROOM
VAN DER VALK BONGA PARTNERS
NOTARISSEN
Kijk en huiver. Met die kop lokte het Nieuwe
Stadsblad mij naar de (kortstondige) zomeropstelling
van het Stedelijk Museum. Ik heb gekeken en gehui
verd, in de sfeervolle zalen van het museum. De
opstelling voldeed geheel aan het belangrijke marke-
ting-principe van de vier S'sen: schitterend, smaakvol, sereen
en surprising.
Schitterend, want Schiedammers met een oog voor heden
daagse kunst kunnen trots zijn op de stedelijke collectie. Ze
waren er allemaal: Appels Wilde Jongen, Wolvecamps
Nachtvogels, Mooys Blinde, Zadkine's Terugkeer van de
Verloren Zoon en al die andere klassieke modernen.
Smaakvol, want in vier zalen en één kelder waren de kunst
werken rustig en ruim opgesteld. Je kon van dichtbij of veraf
kijken en iedere sculptuur had een eigen roomwitte achter
grond. De summiere bijschriften waren op ruime afstand van
de werken aangebracht. Wat helaas ontbrak was een duidelij
ke uitleg over de achtergrond van deze tentoonstelling, de
keuze van de makers en de samenhang daarin. Op een
bankje mijmerde ik over Daan van Qoldens wonderbare Two
Paintings en vroeg mij hoe het al die jaren nadien toch ver
der met hem was gegaan.
Sereen, want de rust in de zalen werd door niemand ver
stoord. Niet door hardop kritisch, bewonderend of roddelend
pratende mede-bezoekers en evenmin door een krantlezende
suppoost of een voorbijsnellende museummedewerker, pratend
in een mobiele telefoon. Integendeel, als
eenling genoot ik uren en uren van kunst
en rust en rust en kunst.
Surprising, want na een snelle run door
de aula stond ik blij verbaasd oog in oog
met Theo Wolvecamps felle Saturnus.
Een haast Vermeer-achtig doorkijkje. En
zo waren er veel onverwachte ontmoetin
gen en verrassingen in een tentoonstelling waarin van een
chronologische of stilistische ordening geen sprake leek.
Bijvoorbeeld de combinatie van een verticale sculptuur van
David van de Kop en een horizontaal, kleurig lijnenspel
van Jaap van den Ende. Kunstwerken die met elkaar com
municeren en daardoor ook de toeschouwer tot kijken en
nadenken dwingen. Het leek of de adem van Rudi Fuchs
door de zalen gegaan was.
De kelder ademde een andere geest. De wijnglazen kathe
draal van Marinus Boezem, verstopt achter hoge vitrines,
wist mij niet meer te boeien. Op de bodem van die hoge
vitrines lagen kleurenlitho 's van Harry van Kruiningen,
onbekijkbaar door de schemering van de kelder en de spiege
ling van het glas. In een uithoek, schuin achter de koffie-
automaat, hingen een paar mega-foto 's van historische schat
ten uit Schiedams gouden achttiende eeuw. Prachtig gefoto
grafeerd maar zelfs niet voorzien van het minimaalste bij
schrift. De enige niet-authentieke objecten. Tekenend voor de
plaats van de geschiedenis in het museum?
Buiten, denkend aan Schiedam en zijn musea, droomde ik
over een nieuwe toekomst. Over het Stedelijke Museum, dat
mini-mekka voor de ware liefhebber van moderne kunst,
althans voor die elitaire minderheid die geen uitleg nodig
heeft. Ik droomde dat deze verrassende presentatie van veer
tig jaar gedurfd hedendaags verzamelen niet teruggestuurd
zou worden naar het depot, maar mocht blijven hangen en
staan, zodat ik terug zou kunnen komen om nog eens te
genieten van de Cohra-pracht en om te proberen wat meer te
begrijpen van het werk van Eli Content, Jaap Wagemaker of
Ad Dekkers. Ik droomde over de kelder die geschikter is
voor de prachtige verzameling kunstnijverheid en kleine
sculpturen dan voor hoge vitrines met litho's. Maar het hef
tigst droomde ik over de historische collectie, over de nalaten
schap van de gilden en het vaatwerk van de rijken waarvan
ik, godbetert naast de koffie-automaat, die paar menshoge
foto's had gezien. Ik droomde van een eigen museum voor
de geschiedenis van Schiedam, waar die geschiedenis semi
permanent getoond en verteld wordt in een omgeving die van
die geschiedenis deel uitmaakt. Ik droomde over het
Nederlands Gedistilleerd Museum
aan het begin van de Lange Haven.
Een werkend museum over een
Nederlands product uit Schiedam, in
een nauw met die geschiedenis ver
bonden gebouw. Ik droomde dat de
geschiedenis van Schiedam en die van
het Nederlands gedistilleerd door veel
meer met elkaar verbonden zouden zijn dan door het water
van de Lange Haven, ooit Schiedams belangrijkste toevoer-
weg van grondstoffen en afvoerweg van producten. Toen werd
ik wakker, voor de Korenbeurs, en ik wist het. Een stad die
zichzelf respecteert, toont er trots zijn geschiedenis. De col
lectie is er, de kennis is ruimschoots voorhanden, en het
nieuwe elan dat bezit van Schiedam heeft genomen, heeft de
tijd en de geesten er rijp voor gemaakt.
Als deze droom werkelijkheid wordt, kan Schiedam een cultu
reel product op de markt zetten, dat voldoet aan de vier I's uit
hoofdstuk twee van het handboek voor cultuur-toeristische
marketing: interessant, inventief, inspirerend en intrigerend.
HS
Parkweg 216 Telefoon (010) 4730000
3119 CR Schiedam Fax (010) 4737333 J