IIDT IN KERKELIJK SCHIEDAM.
Herman Noordegraaf
GROENOORD
257 Musis
voor de Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen was hij één van de meest
populaire voordrachtskunstenaars, niet
alleen in Schiedam, maar in heel
Nederland. Het was zijn kerkelijke posi
tie die hem wat betreft de activiteiten in
het publieke leven op den duur het
meest benauwd heeft, maar ook hier
zou ik willen waarschuwen tegen inleg
kunde. Hij heeft geleden onder de ker
kelijke verhoudingen van zijn tijd, maar
werd daarnaast op handen gedragen,
vereerd zelfs door de vrijzinnig prote-
trad uit de kerk (de zogeheten
Afscheiding uit 1834), anderen wilden
de vaderlandse kerk niet verlaten en zet
ten daar de strijd voort. Welke ontstelte
nis de moderne denkbeelden te weeg
konden brengen, blijkt uit de grote
schrik die de ontkenning van de licha
melijke opstanding door ds L. Bouman
in zijn Paaspreek van 1855 opriep. Er
ging een siddering door de Grote Kerk.
Bouman was de eerste predikant die in
Schiedam blijk gaf van de nieuwe
inzichten.
stanten vergaard in de vereniging Paulus
en de organisaties daar omheen.
Voor velen in deze tijd is het nauwelijks
meer bekend, laat staan invoelbaar hoe
scherp de verhoudingen in de negen
tiende en ook nog een groot deel van
de twintigste eeuw in met name de
Nederlandse Hervormde Kerk lagen.
Gezien de vooraanstaande plaats die
deze 'vaderlandse kerk' ondanks de
gelijkstelling van alle kerkgenootschap
pen nog steeds innam, werkte dit ook
door in de maatschappelijke verhoudin
gen. De hervormde kerk werd ver
scheurd door een richtingenstrijd. Als
nieuwe stroming had zich het modernis
me (de aanduiding voor het vrijzinnig
protestantisme in die tijd) aangediend.
De aanhangers daarvan wilden het
christelijk geloof in overeenstemming
brengen met de nieuwe wetenschappe
lijke inzichten zoals die zich aandienden
in vooral de natuurwetenschappen en de
filosofie. Hoe was het bijbels wereld
beeld met zijn wonderen te verenigen
met de ontdekkingen van de wetten van
oorzaak en gevolg in de natuurweten
schappen? Hoe het scheppingsverhaal
met de evolutietheorie? Was de bijbel
ook niet een door mensen geschreven
boek en daarmee vatbaar voor literaire
kritiek? De modernisten wilden niet
meer zonder meer geloven op grond
van onfeilbaar leergezag en van dogma's,
maar uitdrukkelijk ook de mens als zelf
standig denkend en voelend wezen een
plaats geven. Terwijl de modernisten
meenden dat zij het wezenlijke van het
christendom overeind hielden in het
gesprek met wetenschap en cultuur,
zagen aanhangers van de orthodoxie
hierin een verraad, een verloochening
van God en Christus. Een deel van hen
Toen HaverSchmidt in 1864 naar
Schiedam kwam, werd hij naast Bouman
de tweede vrijzinnige predikant. Zijn
overige drie collega's waren gematigd
orthodox (ook orthodoxie kent grada
ties!). Zij waren geen partijgangers en
scherpslijpers en met hen kon zich een
vriendschappelijke relatie ontwikkelen.
Al gauw zouden de verhoudingen in
Schiedam, zoals trouwens in heel
Nederland, echter veranderen. Dat had
te maken met de invoering van het
algemeen kiesrecht binnen de kerk. Tot
dan benoemden de kerkeraden de predi
kanten en vulden zij zelf de vacature
van ouderling en diaken. Dit ondemo
cratische systeem riep veel weerstanden
SPORT- EN RECREATIEBAD
Recreatief zwemmen met:
Glijbaan 70 m.
Whirlpools
Massagestralen
Wild waterkreek
Peuterbad
Kleuterbad
Openingstijden:
ma t/m vrij 14.00 - 22.00 uur
zat zon 9.30 - 15.00 uur
yever/^
etAag van
ee 3>7S
op, vooral als er een verschil in theologi
sche ligging was tussen de kerkeraad en
de 'gewone' gemeenteleden. De moder
nen, veelal afkomstig uit de gegoede
burgerij, waren ook in Schiedam over
vertegenwoordigd in de kerkeraad. In
1867 werd in Schiedam ook het kerke
lijk algemeen kiesrecht ingevoerd.
Voortaan zou een kiescollege, bestaande
uit de Algemene Kerkeraad en uit vijftig
gemachtigden, de predikanten beroepen
en de ouderlingen en de diakenen kie
zen. Voor het aanwijzen van de vijftig
gemachtigden hadden alle mannelijke
lidmaten die minstens 23 jaar oud waren
en sinds één jaar als lid erkend werden,
kiesrecht. Twee faktoren leidden ertoe
dat ook in Schiedam de vrijzinnigen
steeds verder in het isolement kwamen.
De kerkelijke gemeente was overwegend
orthodox, waardoor het orthodoxe ele
ment onder de predikanten en in de
kerkeraad steeds verder versterkt kon
worden. Bovendien was hun waarheids
begrip zodanig dat zij vrijzinnigen niet
konden accepteren. Zij waren niet in
staat tot een tolerantie waarbij ook min
derheden tot hun recht zouden kunnen
komen. Het gevolg was dat bij elke
vacature een orthodox predikant beroe
pen werd. De invoering van het alge
meen kiesrecht, uit democratisch oog
punt zonder meer te prefereren, leidde
daarmee tot verscherping van de ver
houding. Bij elke verkiezing van
gemachtigden werd een partijstrijd gele
verd die in heftigheid niet onderdeed
voor de politieke!
Kort voor de invoering had de
Algemene Kerkeraad nog dr. I.
Hooykaas beroepen. Hij was de laatste
vrijzinnige predikant die in de hervorm
de gemeente beroepen werd.
De persoon van Isaac Hooykaas (1837-
1894) is voor HaverSchmidt van groot
belang geweest. HaverSchmidt en
Hooykaas kenden elkaar al vanuit hun
studietijd theologie in Leiden en mede
door toedoen van HaverSchmidt werd
hij in Schiedam beroepen. Hij was er
van 1867 tot 1873 predikant. Hooykaas
was een ander type mens dan
HaverSchmidt: een vakgeleerde en intel
lectueel, meer dan eens te moeilijk voor
zijn toehoorders, en een strijdbaar
figuur. Als zodanig was hij de meer wei
felachtige HaverSchmidt tot steun.
Tussen hen beiden ontstond een grote
vriendschap, die tot het eind toe stand
hield, ook nadat Hooykaas predikant
was geworden in Rotterdam. Nog in
1889 schreef HaverSchmidt: 'Vervolgens
kwam Hooykaas mij in de weg en wees
mijn nadenken een nieuwe richting. Ik
ben er hem altoos dankbaar voor geble
ven. Welk een innige vroomheid, welk