Hans van der Sloot
WELTERUSTEN
Chris Coppens
Musis 324
TURKSE
BRIEVEN
Tot de eerste en meest gelezen Latijnse literatuur die na
de Middeleeuwen in Nederland zijn geschreven, hoort
zeker 'Vier brieven over het gezantschap naar Turkije'
van de Frans-vlaamse Ogier Ghislain van Boesbeeck.
Tenminste twee belangrijke redenen zijn de uitmunten
de en levendige stijl waarin de brieven zijn geschreven én de in
deze regio opkomende belangstelling voor het Osmaanse rijk.
Van Boesbeeck was diplomaat aan het hof van Ferdinand I en
Maximiliaan II van Habsburg in Wenen en geleerde. Als gezant
vertegenwoordigde hij de keizer met korte tussenpozen van
1555 tot 1562 aan het Turkse hof. Aan hem is mede de ont
dekking en beschrijving van tal van vreemde dieren en planten
te danken alsmede de introductie van een aantal daarvan in het
noorden van Europa. Tenslotte was het Van Boesbeeck die aan
zijn keizer de tulpenbollen zond die door zijn vriend en
streekgenoot Carolus Clusius in 1594 voor het eerst in de
Hortus Botanicus in Leiden tot bloei werden gebracht.
Al voor die tijd was de nieuwsgierigheid naar de Osmaanse
DE MEEST GESORTEERDE
EN GROOTSTE
BEDDENSPECIAALZAAK
VAN HET
WATERWEGGEBIED
ALLE BEKENDE MERKEN
Donderdag koopavond
SLAAPCOMFORT
Oranjestraat 64-3111 AP Schiedam - Telefoon: 010 - 426 87 17
"De slaapvoorlichter voor het Waterweggebied"
cultuur in deze streken groot. Aan het eind van de zestiende
eeuw stonden de Lage landen aan de vooravond van een
periode die de geschiedenis als 'turcomanie'zou ingaan. Allang
was het niet meer zo dat de Levanthandel, zoals het koop
manscontact tussen westelijke en Turkse havens werd
genoemd, het monopolie van Genuaanse enVenetiaanse han
delaars. Het als handelsmetropool belangrijke Antwerpen en
het snel in betekenis groeiende Amsterdam deden rechtstreeks
zaken met Izmir en Constantinopel. In 1611 zou Holland hier
een ambassadeur benoemen op verzoek van de sultan. Dit om
de politieke- en handelsbetrekkingen tussen beide landen te
bevorderen. Het werd Cornells Haga uit Schiedam, geen
wetenschapsman maar een jurist/koopman die tientallen jaren
in Constantinopel zou verblijven. Daar werkte hij ook mee
aan het tot standbrengen van de landweg naar Indië, een min
der bekende maar effectieve postverbinding over land tussen
de Republiek en de Oost.
Bekendheid maakt nieuwsgierig. Aanvankelijk verliepen de
contacten met het nabije oosten en daarmee het verre oosten
vooral via Italiaanse en Spaanse handelshuizen, maar hierin
kwam in de tweede helft van de zestiende eeuw drastisch ver
andering. De oorlog met Spanje was hiervan een belangrijke
oorzaak, maar ook de vestiging van eigen handelsposten van
de Republiek in het verre oosten speelde een rol. De handel
met dit gebied verliep nadien direct. Hiermee werd Holland
een concurrent van de Osmaanse en Perzische kooplui en
ontwikkelde zich tot een natie die aanspraak mocht maken op
zelfstandige contacten en vertegenwoordigingen aan het hol in
Constantinopel.
Dat de Osmaanse cultuur niet naliet om indruk te maken
spreekt niet alleen uit het 'Liever Turks dan paaps' van de geu
zen. Ook verschijnen er aan het eind van de zestiende eeuw
afbeeldingen met Turken als onderwerp. Jan Swart uit
Groningen (ca 1495-1555) wijdde er een serie houtsneden aan
waarin Suleyman de Prachtlievende werd afgebeeld aan het
hoofd van zijn troepen. Ook is een tegel bekend waarop
Suleyman staat afgebeeld. Deze afbeelding is afgeleid van het
in 1608 uitgegeven boek 'Historische Beschryvmghe ende
Afbeeldinge derVoornaemste Hooft Ketteren' van Christoffel
van Sichem (1546-1624).
Ook werden er tegels gemaakt die zich baseerden op de hout
sneden die de Nederlandse uitgave illustreerden van de
beschrijving van het Osmaanse rijk door de Franse reiziger
Nicolas de Nicolay's (1517-1583) en waren er afbeeldingen
van Saracenen op tegels die terug te voeren zijn op de gravu
res van Hendrik Goltzius (1558-1616).Vooral deze laatste
tegels, die tussen omstreeks 1600 en 1625 in Rotterdam wer
den vervaardigd, zijn met verve en zeer levendig beschilderd in
blauw en oranje-bruin en geven vrij nauwkeurige details over
kleding en bewapening.
Opvallend is de verscheidenheid in Turkse verbeeldingen. Als
zeevarende natie stond Nederland in kontakt met vele exoti
sche volken en diende de verhalen hierover als motief voor
volkskunst op tegels. De vroegste afbeeldingen van Indianen
vinden we ook terug op tegels en ook doen grote aantallen
kond van de kontakten met Chinezen. Toch ging de meeste
aandacht naar de Ottomanen waarvan gedetailleerde portretten
en hele costuumstukjes op tegels werden geschilderd.
Ook de tulp verscheen al vroeg op de Hollandse tegels en
vrijwel direct nadat in Holland in de tweede helft van de zes
tiende eeuw de in Iznik ontwikkelde techniek van het engo-
be-beschilderen en transparant glazuren was geïntroduceerd.
De kunst van het aanbrengen van de witte engobe, de dunne
laag van vloeibaar wit slib, de beschildering hiervan en het
transparant glazuren verschaften de tegelbakker grote artistieke