DINGEN VAN WAARDE, chocoladekunst Lange Haven 54 - 3111 CH Schiedam Telefoon: 010 473 27 51 Cees Straus 337 Musis Nesrin During, die gedurende de maand december keramische gebruiksvoorwerpen in Galerie Distanza in Schiedam exposeert, woont sinds 1978 op Texel. Dat is ook het jaar waarin ze in Nederland met professioneel vervaardigde keramiek begon. Ze is op het waddenei land een van de weinige kunstenaars -Jan Wolkers die behalve boeken schrijft ook beelden maakt, is een van haar collega's - gebleven, die bewust voor het isolement heeft gekozen. Een isolement dat haar goed bevalt, evenals haar man, Stefan During, die net als zij zijn atelier aan huis heeft, waar hij meu belen ontwerpt en uitvoert. Met hem heeft ze ook gemeen dat ze een beroep had dat afweek van haar huidige activitei ten. Stefan During was geoloog toen hij zijn vrouw leerde kennen, die op reis door Europa in Nederland terecht was gekomen. Zij had vergelijkende literatuurwetenschap gestu deerd en doceerde in Engels. Nesrin During woonde in Istanbul waar ze keramiek als hobby bedreef. Ze koos na de middelbare school voor een universitaire studie, 'dat ik zou gaan studeren, lag helemaal in de lijn van mijn opvoeding' - maar ze wilde altijd al graag 'iets met haar handen' doen.Vandaar dat ze met klei bezig ging. Niet om er van te kunnen leven, die behoefte is pas nadat ze al een aantal jaren in Nederland was gaan wonen - ze gaf enige tijd les in Amsterdam - ontstaan. Met lesgeven wilde ze echter ook niet stoppen. Het Engels heeft ze inmiddels ver ruild voor cursussen in kleiwerken, op Texel, maar ook op de vaste wal, in Den Helder. In het gesprek met haar valt zelden het woord 'kunst', om van kunstenaar en kunstenaarschap maar te zwijgen. Dat ligt aan het feit dat ze een bepaald soort keramiek maakt dat slechts voor een klein deel kunst is te benoemen. Ze legt voor zich zelf tijdens het hele werkproces sterk de nadruk op het begrip functionaliteit. 'Dat betekent dat ik vind dat een vaas, een pot of een schaal altijd gebruikt moet kunnen worden. Functionaliteit staat voorop, dat is mijn belangrijkste uitgangs punt. Ik heb altijd de neiging om bij het zien van een pot na te gaan of je er iets mee kan doen. Als dat niet kan, vind ik het eigenlijk met goed. Maar naast dat functionaliteitsbeginsel, moet een pot, of om beter het Engelse woord vessel te gebrui ken dat er op duidt datje er iets mee kunt vervoeren of ver plaatsen, toch ook een grote mate van esthetiek hebben.' Toch maakt ze ook wel objecten die niet snel gebruikt zullen wor den omdat ze van zichzelt al een zodanige mate van schoon- MOOI EN GOED heid bezitten, dat ze gemakkelijk gewoon kunnen worden q neergezet. Die potten zijn niet al te spannend van vorm, 2 eigenlijk saai, omdat er op het punt van vorm zo weinig gebeurt.Veel verder dan een opgeblazen bolvorm wil ze niet cn maken en dat is nu juist geen al te intrigerende vorm. rfj O Ze is in het gesprek dat in haar atelier annex potterie in het centrum van het mooie dorpje Oosterend plaats heeft, tegen een al te trendy of modieus uiterlijk voor haar potten. 'Ik wil niet iets maken dat mensen over een paar jaar weggooien, omdat ze er dan op zijn uitgekeken en er weer nieuwe modes zijn. We leven toch al in zo'n weggooimaatschappij waarin de dingen steeds minder waarde hebben. De mensen kopen heel goedkope spulletjes die ze ook snel weggooien. Ik vind zo'n opvatting vreselijk. Ik wil juist iets maken dat het materiaal op zijn best laat uitkomen, zodat je het ook echt als materiaal kunt zien. Dat hoeft geen kunst te zijn, het mogen ook dingen zijn die we in het dagelijks leven gebruiken, maar dan wel zo dat ze het leven rijker maken. Ik wil dingen maken die van waarde zijn, die mooi en goed zijn. Onder de dagelijkse gebruiksvoorwerpen die ze maakt, ver staat ze vooral schotels, potten, schalen, koppen en mokken. Ze vervaardigt ze in porselein, in steengoed, dat vanwege de hoge stooktemperatuur heel sterk is, en in raku, een uit het Verre Oosten afkomstige techniek die bijzondere effecten aan het uiterlijk van de klei geeft. De klei haalt ze zelf uit Frankrijk, uit het onder Parijs gelegen pottenbakkersdorp La Borne, maar ook uit het Duitse Westerwald krijgt ze haar klei, evenals het Engelse zogeheten T-material. Het zijn de stooktechnieken die haar werk een eigen gezicht verschaffen. Over de vorm laat ze zich nauwelijks uit.Verder dan dat een gebruiksvoorwerp goed in de hand moet liggen, een theepot goed moet kunnen schenken, vooral niet lekken en ook niet al te zwaar is, gaat ze niet. Haar voorwerpen ont lenen hun identiteit met aan de vorm, maar aan hun uiterlijk. Neem de raku-kommen bijvoorbeeld. Ze zijn heel simpel gedraaid (ze draait het meeste aardewerk, daarnaast maakt ze ook vormen met de hand), maar ze krijgen door bijzondere

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1996 | | pagina 337