15 Musis
den ze ook al: een oude logger voor de
deur van het museum restaureren. Zulke
plannen bestaan en bestonden in veel
Nederlandse steden met een maritiem
of marine-verleden. In Den Helder
werd het Marinemuseum uitgebreid met
een duikboot-op-het-droge en in
Amsterdam ligt bij het
Scheepvaartmuseum een replica van een
oostindiëvaarder. Frits Loomeijer was
blij verrast door dit soort enthousiasme
dat in het verlengde lag van zijn eigen
opvattingen over levendigheid in en
rond het museum, maar toevallig woont
hij zelt op een oud schip dat hij geres
taureerd heeft. Hij wist dus precies wat
er voor zo'n plan allemaal komt kijken
en ook dat het musev oor nogi
niet rijp was. Toch sprak de analyse hem
aan dat een museum als het
Vissèrijmuseum, aan een kade waar eëju-
jwènlang buizen en loggers hadden aan-
.'eh'aFgöiiëërd, uitstraling ert Jgvendighèid
i.culig heeft om de vissefijgësehiedenjS
net zo eigentijds,:fcè kunmënkvéï;tellen als
Joop'-vamDórp di'thin dè ja&rifteventig
al deed. Zo ontstond het idee de haven
te reactiveren en een verbinding te
maken tussen de kade met een aantal
vissershavenactiviteiten, en het museum
gebouw met zijn collecties en tentoon
stellingen: de museumkade was gebo
ren. De gesprekken gingen door en
besloten werd de Vlaardingse stadskraan
te reconstrueren. Die kraan had altijd
gediend voor het in- en uittakelen van
masten van visserschepen en voor het
uit een schip halen van een verrampo-
neerde vleet (3 km netten!).Vandaar dat
de kraan in de volksmond ook wel
mastkraan heette. De kraan werd oor
spronkelijk gebruikt als collectieve
schqgjjsbouwkraan, omdat de kleinscha-
ligiijlfheepswerven zo'n kraan niet had-
den.'jPaarom stond hij aanvankelijk ook
'aan het buizengat, waar de werven
j>fc,ir&ii. Later kwamen de schepen van de
Ijjferljjiaar de Westhavenplaats waar, met
van de kraan, hun mast geplaatst
werd*. De kraan werd ook gebruikt voor
hetdaden en lossen van koopvaardijsche
pen, als daarvoor tenminste vergunning
gegeven was.Van 1625 tot 1909 was de
stadskraan van hout. Daarna heeft nog
dr.rng jaar een ijzeren kraan op de
WSiïiavenplaats gestaan. In 1939 was die
als mastkraan overbodig en werd hij als
werfkraan verkocht aan de scheepswerf
De Jong in Vlaardingen, die nu nog als
machinefabriek De Jong in Schiedam
bestaat.
Voor het revitaliseren van de haven en
de kade was een reconstructie van de
oorspronkelijk kraan geschikter. Van
1625 tot 1909, ongeveer de periode van
Vlaardings bloei als vissersplaats, had
dezelfde soort kraan langs de kade
gestaan. Daarom vonden de initiatiefne
mers van de museumkade de houten
kraan een betere metafoor voor de
tien een aantrekkelijk gepresenteerde
collectie en opvallende tijdelijke ten
toonstellingen en buiten een levendig
programma van visserij-historische acti
viteiten. Alles op een wetenschappelijk
verantwoorde basis, maar levendig en
voor een breed publiek. Alleen zo blijft
de geschiedenis van een vissersplaats
daar zichtbaar waar die zich afspeelde,
langs de kade en in de haven. Deze
opvatting past goed binnen de opdracht
die Frits Loomeijer zich ten aanzien van
et ssenjniuseum gesteld heeft en die
ook de instemming heeft vari de meer
derheid van tic Vlaardingse politici: een
stevige basis leggen voor hét voor!be
staan van het Visserijmuseum en de col
lectie op tiationaal niveau brengen.
Vlaardingse visserij en dus een beter
'uithangbord' voor het museum dan zijn
ijzeren opvolger die er slechts 30 jaar
stond, bovendien in een tijd dat de ach
teruitgang van de visserij al had ingezet.
De plannenmakers vonden uiteindelijk
een kraan ook bruikbaarder dan een (te
restaureren) schip, omdat rond de kraan
allerlei activiteiten georganiseerd kun
nen worden, terwijl een schip, als het
eenmaal gerestaureerd is, niet veel meer
is dan een uitbreiding van het museum.
Aan de museumkade, zoals Frits
Toert Frits loomeijer in 199'0: éen week
in hètVisSérijmuseum was en zich',nog
■volop oriënteerde op de taak waarvoor
hij in de allereerste plaats was aange-
stejd, liet.realiseren a»j ë.cii personele: en
ruimtelijke reorganisatie, kreeg hij al
bezoek van een aantal jonge, betrokken
ondernemers en ambtenaren. Zij von
den dat het Visserijmuseum onvoldoen
de uitstraling had en dus een opvallend
'uithangbord' behoefde. Een plan had-