m INLIJSTWERK GERARD VAN Vooreen in alle opzichten museale ver zorging van uw schilderijen, grafiek en foto- grafie PAULUS POTTERSTRAAT 3117 XD SCHIEDAM TELEFOON: 010 426 34 24 23 Musis college van burgemeester en wethouders van Schiedam welzeker oog heeft gehad voor de voordelen die het incorporeren van Klamer, Schrijnen,Van Hengel en Klein Breteler kon hebben voor het kwaliteitsniveau van de stadsgesprekken, maar dat hetzelfde college er met voor zorgde dat er rond het verzamelde intel lect een dynamiek ontstond waar de media niet omheen konden. Zo ont stond rond de stadsgesprekken toch de indruk dat de gemeente voor een dub beltje op de eerste rij wilde zitten. De gemeenteraadsleden wachtten de stadsgesprekken beleefd af. Ze hadden de bescheiden rolopvatting, dat stadsge- sprekken er nu juist voor het publiek zijn en dat zij dus niet alles moesten voorzeggen. Daar is begrip voor op te brengen. Maar ook achteraf hebben we van gemeenteraadsleden wemig gelezen wat ze van het verloop gevonden had den en hoe ze met de reeksen van adviezen uit de voeten konden. Een gemeenteraadslid behoeft niet per definitie een vlotte scribent te zijn, maar in de Rotterdamse en nationale politiek zien we dat het politici bepaaldelijk helpt, als zij op eigen initiatief de media benutten om een opvatting te berde te brengen. Dat is in Schiedam echter geen usance en we hebben zelfs een wethou der die zich erop beroept dat hij nog nooit op stukjes in de krant gereageerd heeft. Meer dynamiek, meer polemiek, meer confrontatie - daar zou Schiedam veel aan hebben. En dan mogen gemeente bestuurders, wanneer ze willen behoren tot de denkende klasse, best het voor touw nemen in brede maatschappelijke discussies (waarvan het stadsgesprek de lokale variant is). Het is met moeilijk ons voor te stellen dat een stadsgesprek over het Spinhuispad na een twistge sprek tussen wethouder Adri Reijnhout, corporatiedirecteur Fenny de Graaf en Centrummanagement-voorzitter Chris Coppens méér oplevert dan een stadsge sprek op het moment dat zij gedrieën de degens nog moeten kruisen. Wie de publieke opinie wil horen, moet er ook iets bij geven om over te kunnen opi- niëren. Wat moeten de inwoners van een stad van hun stad vinden, als niet tenminste degenen die ervoor geleerd hebben (of ervoor betaald worden) hun mening geven? Het is op wijk- en buurtmveau heel gewoon, dat het straatteam of de bewonersvereniging na ampele raadple ging van de achterban een standpunt inneemt, dat ter toetsing nog eens aan straat of wijk wordt voorgelegd. Hoe beter die terugkoppeling, hoe sterker het straatteam, respectievelijk de bewoners vereniging op draagvlak kan rekenen. Op dat niveau ontstaat een nieuwe waardering voor de vanzelfsprekendheid die democratie kan hebben. Maar er mist vaak iets in de overdracht van informatie tussen de wijk- en stedelijke niveaus. Dat kan veel te maken hebben met het gegeven dat wijkmstellingen wel met adviezen komen, maar dat de advisering niet vice versa is, zodat het wijkkader verstoken blijft van goede tips van het eigen gemeentebestuur. Wat er méér nodig is, is die raadsleden duidelijk te maken dat zij een actieve rol behoren te spelen in de volksontwikkeling. Zonder te overdrijven mag je van ze verwachten dat ze diep in hun denken een Oprah Winfrey zouden willen zijn, die hele bevolkingsgroepen aan het lezen krijgt, met een charmante bevlo genheid, en op een prettiger wijze van Mao Zedong het volkslezen afdwong tijdens zijn Culturele Revolutie. Schroom en valse bescheidenheid maken niemand wijzer. Wie een visie heeft op een stad met kwaliteit, mag best een morele druk op zich voelen om die visie manifest te maken. Een gemeentebestuur mag hier ruimhartig in faciliteren, uit oogpunt van algemene ontwikkeling. Het zou eigenlijk niet mogen bestaan dat creatieve en wijze figuren zich in Schiedam kunnen onderdompelen en hier ongemerkt hun vrijetijd slijten, terwijl ze hun hersens beroepshalve buiten de gemeentegrens verzwikken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1997 | | pagina 23