GEEN BOEK ZONDER LEZER EN GEEN
EXPOSITIE ZONDER PUBLIEK
Hans van der Sloot
Verwacht geen al te samenhangend
verhaal, waar het gaat over de toe
komst van Pand Paulus als onder
komen voor beeldende kunst.
Althans geen verhaal waaraan een
evaluatie, beleidsbespiegelingen
en een vaste koers voor de toe
komst ten grondslag liggen. Zover
zijn de tentoonstellings-organisato-
ren in tijdelijk dienstverband Marjo
van Soest, Wapke Veenstra en
Sandro Torna nog niet.
Onderling hadden ze afgesproken
dat na vier tentoonstellingen uit
een reeks van acht een tussenba
lans zou worden opgemaakt. Ze zijn
daarmee nog pas op de helft. Maar,
omdat wethouder Hafkamp op - de
hem eigen wijze - op de Kunstbeurs
op 30 november jl. zo juichend
sprak over KunstWerkt, lijkt een
gesprek na twee tentoonstellingen
al zinvol. Want deze bepalen in
belangrijke mate de publieke uit
straling van de kunstenaarsorgani
satie. Het gebeurt niet vaak dat een
wethouder in zo'n pril stadium
reeds de koorden van de beurs laat
zien. Ook ai houdt dit nog geen
garanties in. KunstWerkt dient zich
eerst te bewijzen. Met initiatieven
en met tentoonstellingen die hout
snijden. Er kan dus nog van alles
gebeuren.
het over kunst en met name beeldende kunst hebben, gaan
hun gedachten eerder uit naar het Museumplein in Rotterdam
en de Witte de Withstraat.Toma was daar enige tijd verbonden
aan de Oranjerie, voordat hij voor KunstWerkt tentoonstellin
gen ging organiseren. Over-georiënteerd op Schiedam kun je
beiden ook noemen en van het cultureel klimaat hebben ze
nog weinig kennis.
Het Stedelijk Museum noemt hij 'hip', wat op z'n minst een
wonderlijke kwalificatie mag heten wanneer hij daaraan toe
voegt dat het beleid, tot zover hij er kennis van heeft geno
men, hengelt in dezelfde vijver waarin al zoveel geïnstitutiona
liseerde kunstinstellingen vissen. Maar hiermee bedoelt hij met
zozeer de grotere kunstmusea, die de bekendheid, de man
kracht, de kennis en het geld hebben om om het even welke
expositie tot een performance van betekenis te maken. Zijn
'hip' slaat vooral op de categorie van kleinere trendvolgende
musea die in hun strijd om toch vooral voor vol te worden
aangezien met presentaties komen die op provinciaal niveau
misschien baanbrekend mogen lijken, maar in werkelijkheid
hun bevestiging allang hebben gevonden.
Daarmee betrekt Sandro Torna een wat scherpe stelling. Want
wie de landelijke kunstagenda's van dit moment naast elkaar
legt, ziet door het gehele land overeenkomstige trends. Veel
aandacht voor conceptuele kunst, veel voor vervreemding en
minimalisering, aandacht ook voor video, fotografie en daaraan
verwante technieken. Trends waarnaast het recht-toe-recht-aan
themabeleid van de Kunsthal in Rotterdam een haast onwe
zenlijk eiland van gewoonheid lijkt te zijn.
Daaronder ontwikkelt zich overigens een boeiend wezen van
galeries en kleinere musea. Meer bezig met experimenten op
kleine schaal, kortstondiger exposities, vaak eenmalige perfor
mances en constant bezig om van de financiële nood een
deugd te maken.
Het Pand Paulus leent zich bij uitstek voor deze rolopvatting.
Zoveel mag duidelijk zijn. De architect en adviseurs hebben
zich bovendien uitstekend georiënteerd op het wezen van de
Als het aan Wapke Veenstra en Sandro Torna (Marjo van
Soest kon helaas niet deelhebben aan het gesprek) ligt,
zal dat ook het geval zijn. Ze willen niets liever dan de
zaak in beweging brengen. En bij het ontvouwen van
hun plannen en visies worden ze met gehinderd door
overwegingen van traditie of bindingen met de actuele of his
torisch gegroeide situatie. Dat deze visies niet in alle gevallen
volstrekt parallel lopen, maakt het gesprek over de tentoonstel
lingstoekomst van Paulus, alleen maar prikkelender. We hebben
met te maken met een zich presenterend collectief, maar met
drie mensen die elk vanuit hun eigen perspectief werken aan
een gezamenlijk resultaat.
Schiedam zegt noch Sandro Toma, noch Wapke Veenstra veel,
hoewel de eerste toch uit deze stad afkomstig is. Wapke
Veenstra woont slechts een jaar of vijf in deze regio en kent
Rotterdam als stad wat beter. Ze verbaast zich ook over het
feit dat Schiedam zoiets als een eigen identiteit zegt te hebben,
vastgeplakt aan Rotterdam, als de stad in haar optiek is. Als ze
galerie of kunstzaak Medegebruikster van het Pand Paulus,
Jeanet van Huisstede mag de gladde betonnen vloer dan
'afschuwelijk' vinden, binnen het kader van de galerie-bestem
ming had de bouwer moeilijk een betere keus kunnen maken.
Paulus ademt een atmosfeer die doet denken aan ruimten zoals
onder andere de Franse interieurarchitect Jean Michel
Wilmotte ontwerpt.Vanuit vlakken in natuurlijke, herkenbare
concrete materialen waarvan de werking wordt versterkt door
een centrale lichtinval. Beton kan een heel geraffineerd mate
riaal zijn, voor wie weet te spelen met licht.
Een paar aardigheden die de architect zich heeft veroorloofd
zijn bijvoorbeeld de apart belichte nissen ter linkerzijde die
vanuit de constructie als vanzelf schijnen te ontstaan. Ook de
achterwand is met zonder bijbedoelingen en leent zich even
plezierig tot invulling als tot weglating. En dat is mooi meege
nomen, voor wie het zoekt in experimenten en exposeren van
jonge, zoekende kunstenaars. Wat minder geslaagd is misschien
de wand uit de wat obligate glazen tegels, maar je kunt
natuurlijk niet alles hebben en is het met de architect, dan is
het wel de opdrachtgever die deze wonderstenen uit de oude
doos van de glasfabriek tevoorschijn wil halen.
5 Musis