ER WAS EENS... DE
BRANDERSBUURT
m
Wim Schelberg
9 Musis
nder de titel 'Het SCHAT slaat nieuwe wegen in' werd
op 14 november jongstleden in het oude stadhuis aan
de Grote Markt een presentatie gehouden, waarin een
tipje van de sluier werd opgelicht over de nieuwste
productie van het SCHAT. Na in 1988 haar première
te hebben beleefd met een bewerking van het stuk van de
vroegere Schiedamse rederijkerskamer De Roo Roosen, bleek
het SCHAT in staat meerdere malen een openluchtspektakel
van formaat te kunnen leveren. Ook nu staat er weer heel wat
te gebeuren. 'Schiedam is booming.', schrijft regisseur en sce
narist Bernard Bredero. 'Schiedam bouwt Rotterdam voorbij.
Betonnen kolommen verrijzen op bakstenen fundamenten.
Het heden steunt op het verleden. Schiedam vult de gaten'. En
Schiedam had en heeft gaten genoeg. De brandersbuurt is er
één van. En daarover gaat het stuk. Bredero vervolgt:
'Schiedam in de jaren zestig. Verkrotte huisjes in een verarmd
centrum. Woningnood. De politiek kiest voor sloop en nieuw
bouw. Een groep jongeren kiest voor behoud en opstand'. Het
stuk gaat over dit conflict. Over de eerste kennismaking tussen
de laatste regenten en de eerste actievoerders. De branders-
buurt is inzet. Tot zover de mythe.
Is deze korte periode uit de Schiedamse geschiedenis wel de
moeite van het dramatiseren waard?
Zijn er niet andere, veel grotere
gebeurtenissen? En welk beeld heeft
Schiedam dan van die wervelende,
wilde jaren zestig? Was het wel zo
heftig, anti-autoritair, vol humor, met
een hoog hoornen brillengehalte, veel
vrije sex, drugs, popmuziek en lang
haar? Welke mythe willen we in stand
houden? Hoe groot is de macht van
de verbeeling? En hoe denken de
hoofdrolspelers van toen erover? Want
zijn zij niet voor een deel de regenten
van nu?
Wout Putter was destijds actievoerder. Zijn vader was architect
bij de gemeente Schiedam. Inmiddels heeft Wout een architec
tenbureau in Rotterdam. Op de vraag of hij me wat kon ver
tellen over die roerige periode wordt het even stil. 'Dat is wel
heel lang geleden...', zegt hij. 'Ach, we waren piepjong. Jan
Schaper mobiliseerde een groep jongeren, die wat opknapwerk
deden aan het zakkendragerhuisje en de buurt. Politiek gezien
gebeurde er nogal wat in die tijd. En daar zetten jongeren tus
sen de 18 en 25 zich nu eenmaal graag tegen af. Maar om nou
te zeggen dat het heftig was. Nee'.
Hans van der Sloot volgde als verslaggever alle ontwikkelingen
rond de brandersbuurt en later de kraakacties langs de Laan en
Korte Achterweg. 'De tijd maakt dat deze bewegingen als één
geheel worden gezien. Dat waren ze niet. De brandersbuurtbe-
weging was feitelijk a-politiek en wilde de buurt behouden en
restaureren naar het voorbeeld van het Zakkendragershuisje.
De verdere referenties werden ook gezocht in Montmartre, het
chanson en kaarslicht en in het protest tegen de regenten
klonk eerder de vete door tussen Jan Schaper en burgemeester
Roelfsema dan de politieke wil om veranderingen tot stand te
brengen. Met de kraakbeweging lag dat anders. Daarin zie je
de Schiedamse afspiegeling van Provo, Oranjevrijstaat en de
verdere daaruit voortkomende bewegingen. Meer politiek
geëngageerd, minder bezig met de waarde van het monument
dan met het protest tegen een bestuur dat een hele stad wilde
omploegen ten behoeve van de projectontwikkelaars als
Bredero die voor Schiedam een klein Hoog Catharijne in
gedachten had.
Het belangrijkste bindende element
tussen brandersbuurt en Laan was
het kaarslicht. Maar dat brandde in
het Zakkendragershuisje vanwege
de sfeer en gezelligheid en aan de
Laan omdat de gemeente als eer
ste de stroom afsneed en de
waterleidingen dichthamerde'.
'Het was eigenlijk een opris
ping.', zegt Han van der Horst.
'Veertigers en vijftigers kunnen
hiermee een monument voor hun
eigen jeugd oprichten, als ze dat willen. Ze hebben alles en
houden alles - als Bredero karakter heeft, dan gunt 'ie ze dat
pretje niet...'.
Maar, wat is er moeilijker dan aan een vroege twintiger van nü
de motieven van de vroege twintigers van tóen uit te leggen?
'Veel van de regenten van nu komen voort uit de activisten
van toen. En bij veel oud-actievoerders is er spijt - ze voelen
zich misbruikt en verraden. De regenten van toen waren de
mannen van de wederopbouw, die niet doorkruist werd door
wereldlijke ot hogere levensvisies. Die wederopbouw had een
beetje van alles in zich: socialisme, liberalisme, katholicisme en
protestantisme.Veel woningen met veel licht, lucht en minstens
één douche, zodat de arbeider zich kon wassen. Er moesten
auto's komen voor iedereen. Er moest ruimte en welvaart zijn.
Die 'oude regenten' hebben hun grote bloeiperiode gehad in
de jaren vijftig. Ze hebben zich hard gemaakt om een aantal
dringende sociale problemen aan te pakken. Ze deden ook
hun best om een zwarte periode in de geschiedenis definitief
achter zich te laten'.
Maar waarom dan dat verzet van de jeugd? Ook de jeugd
kende toch het verleden van de brandersbuurt? 'De jeugd
kwam in opstand omdat ze de verworvenheden van de oude
generatie niet accepteerden. Bovendien waren de oude regen
ten ook echt oud. De jongere generatie betwistte hun het lei
derschap en wilde aan de macht komen Nou, dat is een
aantal van hen gelukt. En dat het dan moest gaan om een paar
romantische ouwe huisjes, was misschien zelfs het minst
belangrijke. De opstandigheid lag meer in de sfeer van sympa-
0