DE LEKKERSTE NOTEN Hoogstraat 180, Schiedam Hof van Spaland 59, Schiedam Hoogstraat 163, Vlaardingen George van Raemsdonck; 1001 Nacht Wanneer de verhaalfiguren van Bouazza een ondergeschikte rol spelen bestempelt hij ze met een gelijke naam, zodat de mannen Abdullah en de vrouwen Fatima genoemd worden. In een aantal verhalen komen dezelfde verhaalpersonages terug zodat een rode draad zichtbaar wordt. Het titelverhaal is magisch-realistisch. De broer van de vertel ler vecht mee in een heilige oorlog. Hoe het hem vergaat, weten zijn familieleden niet, maar op een vroege ochtend krijgt de moeder een schokkend visioen en later op de dag gebeurt het volgende: Plotseling werd er op de deur geklopt. Mijn zus liep naar de deur toe, omdat mijn moeder geen toes'emming had van mijn vader om een anonieme klop te beantwoordenKorte tijd later hoorden u>e mijn zus met een verschrikkelijke gil op de grond vallen. In paniek veegde mijn moeder haar handen aan haar schort af en haastte zich naar de deur, gevolgd door mijn nieuwsgierigheid. 'Moeder! Moeder!' riep een geëmotioneerde, lege deurpost. Moeder keek links en rechts, maar daar was niemand te bekennen. De lege straat keek ons star aan. 'Moeder! Moeder! Ik ben het!' schreeuwde de leegte het uit. (,..)'Moeder! Moeder! Ik ben het, Abdullah, uw zoon! Uw zoon is teruggekeerd!' Op de grond voor de deurdrempel, stond Abdullah: twee voeten, fraai boven de enkels geamputeerd, die uitliepen in wat op salami-schijf es leek. De enkels waren bestoft en de nagels zwart i>an een lange tocht. De aders waren opgezwollen. Onmiskenbaar: het was mijn broer Abdullah. Een televisieprogramma over de Irak-Iran oorlog was de inspi ratiebron voor dit verhaal: een moeder vertelt daarin vol trots dat haar zoon, waarvan het gezicht door een kogel voor de helft is weggeslagen, later in het paradijs zal komen... Even absurdistisch is het verhaal 'Satanseieren'. Hierin wordt de verkoop van komkommers en aubergines verboden omdat vrouwen vanwege de vorm van deze groenten op onzedige gedachten kunnen worden gebracht. De jonge zoon en erfge naam van de groenteverkoper vindt bij toeval een kist waarin zijn vader van beide groentesoorten een exemplaar heeft bewaard. Hij besluit deze twee kleinoden te gaan exploiteren en bouwt een vrouwenklantenkring op. Uiteraard komt deze overtreding van een fundamentalistische wet aan het licht en wordt de uitbater gruwelijk gestraft. Ook aan dit verhaal ligt de realiteit ten grondslag want een ander Arabisch land (Egypte?) heeft deze maatregel ooit over wogen of zelfs uitgesproken. Daarmee is 'Satanseieren' een aanklacht tegen het islamitische fundamentalisme en gevraagd naar de mogelijkheid, vanwege de kritische kijk op de islam een tweede Salman Rushdie te worden, antwoordde Hafid Bouazza 'dat hij niet over de islam schrijft maar over een islamitische maatschappij. Het is geen pamflet of propaganda tegen de islam. De islam is voor mij een leitmotiv'. Seksualiteit is in vrijwel alle verhalen aanwezig. Er wordt geö- naneert door een jonge jongen, wat door zijn vader wordt getolereerd mits het de linkerhand is die dit doet. Bij gebrek aan gewillige vrouwen wordt gesodomeerd. Imams nemen, met niet uitgesproken gevolgen, kinderen op schoot en zusjes ontkomen niet altijd aan de grijpgrage handen van de broer. Bouazza beschrijft dit allemaal op zeer originele wijze zonder ergens banaal of ordinair te worden. Zijn poëtische woordkeu ze zorgt daar voor. Een van de mooiste passages (de eerste regel is pure poëzie) vond ik in het verhaal 'De verloren zoon' waarin de hoofdper soon radeloos terugkeert naar zijn ouderlijk huis en daar aan belt: Mijn onrust wacht geen lam geslacht bij ronkend feestgedruis. Ik belde een tweede keer. Misschien waren ze aan het bidden. Slechts moeders schuwe zoen, slechts vaders stomme omarming. Bij binnenkomst werd dat laatste echter een onduidelijke grom als groet en op het eerste moest ik even wachten: moeder was de slaapkamer in geglipt om haar hoofd te bedekken. Een nieuwe generatie, een nieuw geluid! I Over 'De voeten van Abdullah'geeft Hafid Bouazza vrijdag 28 februari 1997 een lezing in de Openbare Bibliotheek aan het Bach plein. c'estbon en o 57 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1997 | | pagina 57