BOUWEN MET ZORG SI Hans van der Sloot De ouderenhuisvesting in Schiedam verandert snel van karakter. Eén voor één worden de bestaande accomodaties onder handen genomen en worden de vroegere 'tehuizen' verbouwd tot moderne centra waarin de zorg- kolom verdwijnt temidden van aanleunwoningen en voorzienin gen op wijk- of stedelijk niveau. De 'bejaardenwoning' van weleer is nu een comfortabel apparte ment en niet zelden een woning op stand. De zorg breidt zich bovendien steeds meer uit en wordt onder deel van het voorzieningenpakket in woningen zoals deze straks in Nieuwland en Groenoord zullen worden vernieuwd. De corporaties volgen de ontwik kelingen op dit gebied met aan dacht en zien hierin een nieuwe motivering van hun bestaan. Veel ouderen immers kiezen voor klei ner, compacter en vooral comfor tabeler wonen en het zijn de cor poraties die in deze behoefte beter dan wie ook kunnen voor zien. Het profiel van de mobiele oudere die voor een overzienbare levensfase kiest voor een 'zorg'- woning past immers wonderwel binnen de specifieke kwaliteiten en mogelijkheden van de ver huurder die niet beheert uit strikt economische motieven maar juist de sociale doelstellingen in de gaten houdt, beschikt over de kennis en ervaring om een steeds wisselend bevolkingsdeel te huisvesten en bovendien binnen z'n voorraad ook kan beschikken over alle faciliteiten voor herhuis vesting, uitbreiding van het voor zieningenpakket en woningaan passing. De oudere van nu (reeds vanaf de leeftijd van 55 jaar) is een aantrekkelijke partner in het Schiedamse en Vlaardingse cor- poratieland. En..., als'ie enige zorg behoeft, kunnen de hiervoor in het leven geroepen organisa ties daarin haast vanaf de menu kaart voorzien. Hij heeft maar te kiezen. Het is de Nationale Woningraad die enige maanden geleden de knuppel in het (huurwoning)hok gooide met de mededeling dat de sociale verhuurders in toene mende mate te maken krijgen met de onverhuurbaarheid van hun bezit. Het gaat daarbij vooral om de duurdere en onaantrekkelijke goedkope woningen van corporaties in het westen van het land. Het westen, daar horen ook Schiedam enVlaardingen bij.Twee steden die mede onder druk van de economische ontwikkelingen van vlak na de Wereldoorlog en de toenmalige giganti sche woningnood in dit gebied, grote contingenten woningen hebben gereali seerd. Woonbuurten die toen aangepre zen (en aanvaard) werden als het paradijs op aarde, althans een redelijk voorschot daarop, maar die nu in de neerwaartse spiraal vergeleken worden met de Bronx en gemeden worden als de pest. De lij nen waarlangs het publiek het onder scheid maakt tussen gewild en onaan vaardbaar zijn smal. Woningen waarvoor in de ene straat de huurders in de rij staan, zijn in een straat erachter niet te slijten. Alleen dit verschijnsel al tekent hoe snel en diepgaand de markt voor de sociale verhuurders veranderd is. Aan de bovenzijde van de markt is de situatie ook al niet rooskleurig. Want wie betaalt er nog een huur van duizend tot twaalfhonderd gulden als de gewilli ge hypotheekverschaffer aan de rand van de stad voor enkele honderden guldens meer (in een blanke buurt - laten we er geen doekjes om winden -, met veel opgroeiende kinderen en uitstekend 111 Musis geoutilleerde scholen en een buurtsuper die het bolletje knoflook nog onder de exotische tuinbouwprodukten rang schikt) lonkt met de felbegeerde eigen woning. Daar worden met de woning- toewijzigingen nog situaties aangetroffen die in huurland allang tot het verleden behoren; duizenden die zich verdringen voor een huis of zelfs maar voor een plaatsje op de lotmgslijst, veldslagen om een kaveltje en tranen van dankbaarheid om een voortuintje van vijf bij vijf meter dat, nog voordat de waterlanders goed en wel zijn gedroogd en het eerste paaltje voor de Gamma-pergola de grond in gaat, reeds een metertje of wat is verzakt. Eigenlijk is het verbazingwekkend hoe snel Jos Feijtel, directeur van de Woningstichting Noordvest zich de positie van grootste sociale beheerder in Schiedam heeft eigen gemaakt. Hij wil de situatie dan ook niet bagatelliseren, noemt man en paard en geeft aan dat wat hem betreft drie conclusies als uit gangspunt mogen dienen voor het ont wikkelen van een toekomstig beleid: De omkadering van de Nationale Woningraad, de vaststelling voor wat betreft woningbehoefte, verhuisbereid- heid en woningbezettmg van het Instituut voor Maatschappijvraagstukken/SISWO in Amsterdam en de Schiedamse uitslag van het onderzoek naar seniorenhuisves ting volgens de richtlijnen van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting SEV. Het aardige van deze conclusies is dat ze trapsgewijs het probleem ontleden. De NWR geeft aan in welke mate de socia le verhuurders een probleem ondervin den in het beheer van hun bezit, SISWO, waar zich een aantal knelpunten bevinden voor beleidsontwikkeling en de Seniorenscore Schiedam brengt de feitelijke situatie in Schiedam tot aan de voordeur in beeld. In een recente publicatie onderstreepte C.P.Voorberg, hoofd technische dienst van de NWR dat de corporaties behoorlijk onder druk staan. Met name in de randstad is dit goed waarneembaar. Vooral de portiekflats vormen een zeer bedreigde groep. De animo hiervoor is germg. De huurders zijn kritisch gewor den, maken bezwaar tegen de woonom geving waarin deze flats meestal worden aangetroffen en wijzen deze flats ook in

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1997 | | pagina 111