123 Musis
KunstWerkt, waarbij overigens steeds meer Vlaardingse kunste
naars aangesloten zijn, samen het idee om het toekennen van
een kunstprijs te combineren met een kunstopdracht voor een
(semi-)openbare instelling. Kunstenaars moeten werken, vindt
KunstWerkt. Het publiek moet het resultaat van de financiële
kunst-inspanningen van de VSB als 'ook-VSB' kunnen herken
nen, vindt de bank. Vandaar de combinatie van een prijs en een
kunstopdracht voor plekken waar veel mensen komen. Het
bestuur van het VSB Fonds heeft voor driejaar groen licht
gegeven. Als de uitkomsten kwaliteit uitstralen kan dat een sti
mulans zijn voor de instelling van een landelijke kunstprijs naar
Schiedams-Vlaardings model.
De VSB Prijs is een jonge en nieuwe prijs die zich voor
opdrachtgevers en kunstenaars nog moet bewijzen. Voor de
projectorganisatie betekent dat veel en soms moeilijk werk. Een
goede jury is een eis. Marcel Warmenhoven: je krijgt voor zo'n
prijs alleen maar belangrijke kunstenaars als de kwaliteit van de
jury aanspreekt; en je krijgt alleen maar goede juryleden als het
te beoordelen project interessant genoeg is'. Kwaliteit speelt
ook een rol bij het uitnodigen van instellingen en het beoorde
len van de ideeën die die aanbieden. Gedrieën maken ze jaar
lijks een lijst van gebouwen, waarbij ze zich vooral afvragen of,
en zo ja wat voor kunstwerk daar op zijn plaats zou zijn. Die
instellingen verdelen ze zo gelijkmatig mogelijk over Schiedam
enVlaardingen, maar daar houdt de evenredigheid dan ook op.
De instellingen wordt om beredeneerde voorstellen voor een
kunstwerk gevraagd. Alle kunst-disciplines mogen, als het idee
maar past bij de omgeving en bij het gebruik dat daarvan
gemaakt wordt. Enthousiasme voor een gratis kunstwerk is niet
voldoende. Daarom gaan Marcel en Peter bij alle kandidaat
ontvangers op werkbezoek om met hen te praten over hun
motivatie, om de situatie te bekijken waarin een kunstwerk
moet functioneren, en om te onderzoeken of een ingeleverd
idee inhoudelijk, technisch en financieel uitvoerbaar is voor de
prijs waarvoor de kunstenaar het zal moeten (laten) uitvoeren.
DDQFr kan maar een idee het beste zijn. Daarover
□ysB? beslissen de projectorganisatoren. Afhankelijk van
qDI ICn de gekozen discipline wordt per opdracht een
□Till* J jury samengesteld. Daarin zit altijd iemand uit de
TfQ 'HJH uitverkoren instelling, liefst een kunstminnaar
met technisch inzicht. De overige leden zijn deskundigen. In
dit geval de kunstenaars Thorn Puckey en Jan van den
Dobbelsteen, de kunsthistoricus Paul Donker Duyvis, en de
kunstcritica Wilma Suto; namens De Kulk is lichtadviseur Wim
de Vries jurylid. De juryleden hoeven met uit Schiedam of
Vlaardingen te komen. Peter Hellemons en Marcel Warmen
hoven vinden datje niet eng lokaal of regionaal moet kijken.
In de jury is geen plaats ingeruimd voor gebruikers van de
gebouwen. Ineke Koning: 'welke vorm van inspraak je ook op
de uitkomst van de keuze van een deskundige jury loslaat, er
zal altijd een onoplosbare discussie over mooi of lelijk ontstaan.'
Ook de kunstenaars hoeven niet uit het werkgebied van het
fonds te komen.Via een advertentie in het landelijke blad 'BK-
informatie' worden ze opgeroepen naar de prijs mee te dingen.
Op de prijsvraag voor De Kulk reageerden 32 kunstenaars, van
wie de jury er drie genomineerd heeft. Zij gaan een schetsont
werp met begroting maken, dat vervolgens in Pand Paulus in
Schiedam geëxposeerd zal worden.Van 5 tot en met 29 juni
zijn daar de schetsontwerpen van HulyaYilmaz, Ben Oostrum
en Moritz Ebmger te zien. Aan het begin van de tentoonstel
ling maakt de jury bekend wie de prijs van
f 20.000 krijgt en het lichtkunstwerk in De Kulk mag maken.
Was het aantal inzendingen bescheiden, met de kwaliteit van
een (redelijk deel van) de inzendingen waren de organisatoren
tevreden. De instellingen wier ideeën interessant bevonden zijn,
maar die (nog) niet werden uitverkoren, hoeven niet te wanho
pen. Zij doen het volgend jaar weer mee. Dan worden ook vijf
nieuwe instellingen benaderd, zodat uiteindelijk een interessant
palet aan kunstbehoeftige instellingen ontstaat.
O Of Dh I )e euforie over het herstelde kunstklimaat in
YSBr 'let algemeen en de nieuwe VSB Prijs Beeldende
^uPI jfg Kunsten in het bijzonder, is zo groot dat de
□rnNjA vraag ol het VSB f onds het de overheid niet erg
v D i Q i Q gemakkc]ijk maakt zijn terugtredende neiging te
blijven volgen, met lichte verontwaardiging ontvangen wordt.
Misschien treedt de overheid hier en daar wel terug, ook in het
kunstbeleid, maar dat betekent nog niet dat de VSB Prijs
Beeldende Kunsten in de plaats komt van de overheidsplicht de
randvoorwaarden te scheppen voor actieve en passieve kunstbe
leving. De prijs is 'extra' en de overheid gaat gewoon door met
haar eigen kunstopdrachten, zoals Schiedam op dit ogenblik
bijvoorbeeld op de Koemarkt, enVlaardingen vorig jaar nog
met een bijdrage aan de bloementrappen van Wilma Kuil. En
wat te denken van de restauratie van Pand Paulus waar
KunstWerkt haar onderkomen heeft en een aantrekkelijke
expositieruimte beheert. Nee zoveel wantrouwen in onze
kunstpolitici hebben de kunstenaars niet en Ineke Koning heeft
uit haar praktijk in Schiedam enVlaardingen de indruk dat
beide gemeentebesturen open staan voor culturele initiatieven
uit de samenleving.
En dan is het nogmaals tijd voor de vraag of de kunstenaars
niet vrezen voor een commercialisering van de kunst, als die
steeds meer van sponsoring afhankelijk wordt. Het antwoord is
duidelijk: nee. Veel bedrijven, aldus Marcel Warmenhoven en
Peter Hellemons, staan immers niet te dringen om als sponsor
op te treden voor moeilijke kunst. Bedrijven treden liever op
als sponsor van evenementen die een breed publiek bereiken.
Toen de molen De Walvisch afbrandde bijvoorbeeld, verdron
gen de gulle ondernemers elkaar voor de molen en de came
ra's. Peter en Marcel zijn blij dat de molen gerestaureerd kan
worden, want ook die behoort tot het belangrijke Schiedam.se
cultuurgoed, maar het enthousiasme van de Schiedamse bedrij
ven daarvoor en hun terughoudendheid als het om hedendaag
se kunst gaat, vinden ze jammer. De twee kunstenaars vrezen
dat veel bedrijven hun sponsorbudget in volgorde van binnen
komst besteden en de projecten inhoudelijk nauwelijks aan cri
teria toetsen. Kortom, voor het overnemen van de kunst-kern-
taken van de overheid door de commercie zijn de projectorga
nisatoren niet bang.
Het VSB Fonds werkt onafhankelijk van de VSB Bank en heeft
bij het besteden van geld aan kunst-projecten natuurlijk een
grotere vrijheid dan de meeste ondernemers. Natuurlijk, het
fonds wordt door de bank gevoed en moet publicitair ook sco
ren, maar wel vanuit een heldere filosofie: geld dat ooit uit de
samenleving gekomen is daarin duurzaam weer terugbrengen.
De subsidiëring van kleinschalige en wat moeilijkere projecten
op het gebied van de hedendaagse kunst lijkt langzamerhand te
gebeuren door drie subsidiënten: de (lokale) overheid, het Prins
Bernhard Fonds en de gezamenlijke VSB Fondsen. Alle drie
recyclen ze geld dat ze aan de samenleving hebben onttrokken,
en dat degenen van wie het afkomstig is desgevraagd wellicht
nooit voor kunst beschikbaar hadden gesteld. Dat geeft wel
enige zekerheid voor de continuïteit van mooie maar wellicht
wat moeilijke initiatieven als de VSB Prijs Beeldende Kunsten.
Maar, als het aan de projectorganisatoren daarvan ligt, krijgen
de onvrijwillige financiers van een grote reeks kunstwerken, bij
het zwemmen, tijdens een ouderavond, of in het verzorgings
huis ruimschoots de kans alsnog blij te zijn met de bestemming
van hun geld