CHAOS OM TOEVAL EEN KANS TE GEVEN 6iovetf Wisser1 TUIIMVORMGeVING Cees Straus Oosfsingel 8 3112 <W£ Sckied am 010-32Ó0921 133 Musis Hij heeft zijn atelier in een zijstraat van de Groenelaan, mid denin de Gorzen dus. Diet houdt van de wijk waar hij woont; de beslotenheid enerzijds, de schaal waarop de wijk is gebouwd en de ligging van de Gorzen met de langste zijde naar de majestueuze Nieuwe Maas gekeerd waar elke Rotterdamse (en Schiedamse) jongen voor het eerst - steentje keilend en zoekend naar in het water drijvende schatten - het adembenemende gevoel krijgt dat zich hier de wereld voor hem opent. Ondanks het feit dat zijn hele familie oorspronkelijk uit Rotterdam komt, is Wiegman een geboren en getogen Schiedammer. Zoals zovelen van zijn generatie waarvan de ouders na het bombardement van 1940 wegtrokken uit de verwoeste en onleefbaar geworden stad. Hoewel Wiegman door werk en afkomst tot de meer bekende Schiedammers kan worden gerekend is hijzelf niet extra op de stad, noch op de wijk waar hij woont, georiënteerd. Sterker nog: Schiedam heeft slechts een weinig van zijn werk in bezit. Wat kleine, vroege objecten in de verzameling van de arto theek en een enkel stuk in de collectie van het Stedelijk Museum. Dit naast hetgeen particulieren in de loop der jaren van hem hebben aangekocht. Wie geïnteresseerd is in groter (en recenter) werk dient zich naar Rotterdam, Amsterdam of andere plaatsen van nationale en internationale portee te bege ven of de agenda's in de gaten te houden van de landelijke graag permanent om zich heen wil hebben. Een bezoek aan het atelier geeft een goed inzicht in de ontwikkeling van zijn werk. Achteloos staan er nog een paar van die prachtige tassen in klei uit elke periode van mijn werk heb ik enkele van de beste stukken overgehouden') die hij in de jaren zeventig maakte, evenals een aantal 'schaduwbeelden' schijnbaar onwil lekeurig samengestelde objecten die met behulp van lichtpro- jecties een allerminst onwillekeurige beeltenis op de muur werpen. Wiegman heeft met zijn tassen - geïnspireerd op de legerpuk- kels die in de jaren zestig en zeventig populair waren bij mid delbare scholieren en dokterstassen die in de volksmond 'abor- tuskoffertjes' werden genoemd - destijds een onvergetelijke indruk gemaakt. Nog altijd geniet hij faam als keramist. Hoewel hij in 1979 voor het laatst vrije vormen in klei heeft gemaakt, wordt hij nog altijd herinnerd aan het werk van daarvoor, zoals ook nu weer met de uitnodiging om Nederland deze zomer te vertegenwoordigen op de negende Biennale of Contemporary Ceramics in het Franse Chateauroux. Wiegman honoreert zo'n verzoek wel, maar maakt dan niet een nieuw werk, in die zin dat hij opnieuw zo'n legertas of een al even realistisch roestig olievat maakt. Wel maakt hij bij nieuwe beelden en installaties gebruik van scherven en fragmenten van oude klei-objecten die hij door de tijd heen heeft bewaard. rn rn Ct) Anders dan zijn woonhuis, dat met sobere meubels en kunst, helder is ingericht, wordt het atelier gekenmerkt door een zekere chaos. Dit heeft alles te maken met de manier waarop Wiegman werkt. In zijn werk staat de vervreemding centraal; het cliché dat door herhaling, verdieping, omkering of reflectie een eigen leven gaat leiden, een object dat in het licht geplaatst een volstrekt andere werkelijkheid suggereert of juist andersom een dagelijkse werkelijkheid die - anders gemateria liseerd - ineens van bijzondere betekenis wordt. Hij gebruikt vaak ouder werk voor nieuwe objecten dat hij om die reden Wiegman wil in zijn werk precies het tegenovergestelde van wat in de minimal art wordt beoogd. Dat is een kunst waarin de vorm tot de pure essentie van een aantal wiskundige wet matigheden wordt teruggebracht: Wat ik doe, is het maken van een geconstrueerd verhaal, dat zodanig is afgestemd dat je het beeldend kunt aflezen. Laat ik het beeld 'Venus' uit 1985- '86 als voorbeeld nemen. Wat je ziet is in principe een stape ling glasscherven. Je vraagt je af wat het voorstelt. Daarop zeg ik: dat wat er staat, dat stelt het voor en hoe je het interpre teert geeft tegelijk de mhoud weer. Als ik er naar kijk, zie ik iets dat naar de Venus van Milo verwijst, dat beroemde beeld dat in Griekenland uit het water werd opgedoken en dat nu in Parijs staat. We kennen het beeld van de contour, zelfs als je het nooit eerder in het echt hebt gezien. Ik schilder op dat moment met licht, dat door de scherven heen wordt geprojec teerd. Tegelijk wordt het kitscherige dramatiek: als ik rood licht gebruik, dan geeft dat een effect alsof er vlammen zijn.' Wiegman koos op de academie voor een monumentale rich ting. Zijn kennis op het gebied van keramiek heeft hij zelf verworven. 'Klei was op de academie op dat moment zeker geen populair materiaal. Ik koos er aanvankelijk ook voor omdat je in klei snel en simpel kunt werken, hoewel je goed moet beseffen dat het in de verschillende processen ook behoorlijk kan tegenwerken. Dat ik vooral na de academie zo plotseling op grote schaal met klei bezig ben gegaan, lag aan het feit dat ik nogal wat opdrachten kreeg. Daar zaten glas-in- loodramen voor een kerk bij en plastiek met veel koper. Ik wilde het uiteindelijke werk graag voor me zien en maakte dan een modelletje in klei. Dan zie je hoe iets ontstaat. Maar, met klei, beter gezegd met aarde, heb ik altijd al wat gehad. Als kind zat ik veel in de natuur, werkte in de tuin en zat tussen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1997 | | pagina 133