DE LEKKERSTE NOTEN Hoogstraat 180, Schiedam Hof van Spaland 59, Schiedam Hoogstraat 163, Vlaardingen Musis 170 Vlaardingen heeft op die manier z'n schelvispekel en het is niet voor niets dat Jacques vanToor, maker van deze -als laatste overgebleven traditionele vissersbitter- een glimlach niet kan onderdrukken bij het lezen van de victualielijst van een zeven tiende eeuwse walvisvaarder. Deze vermeldt ruime hoeveelhe den siroop, stok- en poedersuiker, pruimen, rozijnen, vijgen, kruidnagelen, foelie, kaneel, nootmuskaat en anijs naast een al even welvoorzien ruim met best bier en het lichtere bier voor de dagelijkse dorst, en ankers wijn, brandewijn en jenever. Bij elkaar zo'n honderdzevenentwintig pond specerijen en suikers en een kleine tweehonderd liter sterke drank voor een reis van vier maanden door achtentwintig man. Genoeg voor een inventieve chirurgijn of wat daarvoor doorging om naast de gewone borrel ook nog eens een extra lekkere hartversterking te maken. Dat dit schelvis- of in dit geval walvispekel moet zijn geweest wordt uit de victualielijst niet verklaard, maar wel waren alle noodzakelijkheden aan boord. Dat geeft ook Van Toor toe. Het maken van bitters en likeuren was in vroeger eeuwen allereerst het werk van apothekers en chirurgijns. De eerbied waardige Lucas Bols was zo'n apotheker evenals de latere Hendrik Beerenburg in Amsterdam. De kruidenmakelaardij ten behoeve van de likeur en drankfabricage is trouwens tot op de dag van vandaag nog in dezelfde handen die ook de drogisterijen, reformwinkels en andere speciaalzaken bedienen en dat al van generatie op generatie doen. Ook kroegbazen maakten er vroeger een gewoonte van om zelf hun bitters en speciale dranken te bereiden. De overheid had en heeft hierte gen geen bezwaar, mits de bereiding gebeurde door het trek ken van geaccepteerde kruiden en specerijen op basis van gerede jenever of brandewijn of ander gedistilleerd. Is schelvispekel met dat al een echt traditionele en -vooral- echt Vlaardingse drank? Op basis van het - nogmaals - gehei me recept mag die vraag worden omgedraaid. Er is niets dat erop wijst dat schelvispekel niet Vlaardings en niet traditioneel zou zijn. Het vastgelegde merk dateert van 1920 en was ken nelijk voor zo'n kleine groep van echte Vlaardingers bedoeld, dat heel aannemelijk is dat de oude heer Van Toor het maken van schelvispekel eerder zag als dienstverlening. In geen enkele prospectus aan handel en café werd schelvispekel ook genoemd. Dit in tegenstelling tot meer bekende andere pro ducten als de geïmporteerde wijnen, advocaat, verloflikeuren, boerenjongens en de niet-alcoholische versnapering die onder de welhaast mediterrane naam 'Torino' op de markt werd gebracht, maar in Vlaardingen natuurlijk gewoon als 'VanToor's Prik' over de toonbank ging. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. In 1950 omvatte de produktie van schelvispekel zo'n twee- c'estbon honderd liter per jaar en men mag zich afvragen wat in voor oorlogse jaren de 'topproductie' zal zijn geweest. Misschien enkele honderden flessen meer. Een verwijzing naar een plaatselijke afkomst is misschien ook de karakteristiek van schelvispekel. De toegepaste ingrediënten horen in de vroegere volksgeneeskunst thuis onder de medici nale kruiden. In smaak doet schelvispekel allereerst denken aan een sterk gezoete, gestookte likeur, vergelijkbaar met andere traditionele likeuren als verloflikeur, curagao, hempje licht op en hoe langer hoe liever. In werkelijkheid is het echter een extract - of om die verouderde term maar even te gebruiken, een ratafia - ofwel een op kruiden, specerijen, schillen of gedroogde vruchten getrokken brandewijn of jenever. Daarvan bestonden in de achttiende en negentiende eeuw hele recep tenboeken (waarvan er onder andere nog eentje bewaard wordt in het Gemeentearchief in Schiedam) die allerhande geneeskrachtige, opwekkende of alleen maar plezierende dran ken beschreven. De meest bekende daarvan is de Friese beren burg, al was het de Amsterdammer Hendrik Beerenburg die het daarvan meest bekende en meest nagevolgde recept beschreef. Met die berenburg heeft schelvispekel in hoofdlij nen de bereidingswijze gemeen. En z'n afzet, want terwijl schelvispekel zich met recht een vissersdrank mag noemen, hoort berenburg thuis op de Zuiderzee en de Friese wateren. Enige verwantschap bestaat ook met de uit de zeventiende eeuw daterende Half om half. Deze bijna verdwenen likeur bestaat half uit een distillaat en half uit een kruidenbitter en ook deze drank was op de zeilvaart heel populair als genees middel bij uitstek. En dan de naam. Het woord 'pekelen' heeft behalve 'inzouten' in de volksmond ook de betekenis van 'conserveren' of op sterk water zetten;'in de pekel zijn'. Ook in schelvispekel is dit bedoeld en volgens overlevering was het een drank die de vissers meenamen als ze in de herfstkou op kabeljauw en schelvis uitvoeren. Maar dit laatste nu is nog het meest twijfelachtige aan het geheel. Gezien de algemene gebruiken aan boord van koopvaart- en vissersschepen hoorde een stevige slok bij het dagelijkse werk. Om te veronderstellen dat in Vlaardingen alleen tijdens koude maanden een versnape ring werd geboden geeft een wat al te brave voorstelling van zaken. Genoemde victualielijst van de walvisvaarder geeft aan dat de hoeveelheid drank op de grote visserij zowel een sub stantieel als spiritueel onderdeel van de leeftocht uitmaakte en waarin zal de kleine visserij daarin hebben verschild? Veel wijst daarmee in de richting dat schelvispekel een echt Vlaardings-eigen drank is, berustend op een recept zoals dat volgens de algemene smaak en de volksgeneeskunst in de achttiende en negentiende eeuw voor de hand lag en praktisch onveranderd is gebleven doordat er tot ver in de twintigste eeuw maar een bescheiden vraag naar was en dan nog uitslui tend in Vlaardingen zelf. Een drank dus die nog behoort tot de, echte vissersfolklore waarvan in de stad zelf maar al te weinig is overgebleven. Bovendien is het een drank die ook nationaal tot de zeldzaamheden behoort, want de plaatselijke likeuren die de smaakontwikkeling sedert de vorige eeuw hebben over leefd zijn in Nederland op de vingers van één hand te tellen. Rest natuurlijk de vraag of aan die medicinale werking die generaties vissers aan hun eigen drankje toeschreven enige betekenis kan worden gehecht; of dit zeemansmiddel werkelijk helpt tegen de kou, droge hoest, natte voeten, hoge zee en slapte na het lopen van drie wachten achtereen. Dit kan alleen maar individueel en proefondervindelijk worden vastgesteld. Men neme daarvoor, liefst aan boord van een slecht verwarmd schip, per persoon vijf niet al te bescheiden glazen schelvispe kel en vijf tabletten laurierdrop of liever nog Fishermans friends. HVDS

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1997 | | pagina 170