181 Musis Op 30 november 1994 werd alles in een klap duidelijk. Vrijwilliger Arij Uleman merkte die dag op:'He wat gek, een heel potje in een holle boom'. Dat hele potje was natuurlijk een aardige vondst, maar daar ging ons bloed niet zozeer sneller van stromen. Nee, het was de opmerking over de holle boom. Alles werd daarmee duidelijk. Al het hout en die eigenaardige donkere laagjes kregen daarmee betekenis. Het was inderdaad een dam en zelfs meer dan dat: de holle boom was niets minder dan een duiker. Een houten koker die twee waterpartijen met elkaar verbindt. Bij moderne wegen over kleine sloten valt overal de hedendaagse uitvoe ring waar te nemen: een pvc-buis of een betonnen koker. De duiker had bovendien nog iets bijzonders: aan de mond bevond zich een uitsparing. Deze bleek van verstrekkende betekenis te zijn. Het bleef overigens niet bij deze ene inte ressante vondst, er werden nog talloze andere bijzondere ont dekkingen gedaan, die allemaal in de overtreffende trap beschreven moesten worden: de 'meeste', de 'oudste' en de 'best geconserveerde'. Driejaar later zou blijken dat in Vlaardingen het uitgebreidste en oudste dammen- en duiker stelsel van West-Europa was ontdekt. De pers vroeg zich dan ook meermalen af of ze niet bedonderd werden, er werden immers zoveel bijzondere zaken gemeld dat het haast onge loofwaardig begon te worden. Want naast de oudste waters taatkundige werken van West-Europa, werd ook nog eens de oudste haring van Nederland, een boemerang en een berke houten luizenkam met daarin de oudste luizen van Europa aangetroffen. Ik kan mij goed voorstellen dat het voor een buitenstaander soms moeilijk te volgen is, maar kan daarbij verzekeren dat dit niet aan onze persberichten ligt zoals een verslaggever vroeg, maar aan de rijke archeologische bodem van Vlaardingen. De verklaringen van alle spectaculaire ontdekkingen liggen in de aard van de bodem, hetgeen weer nauw samenhangt met het landschap in het verleden. Vlaardingen ligt nu eenmaal in een riviermondgebied. Soms was dit door slechte ontwatering moerasachtig, zoals in de Bronstijd (2000-700 v. Chr.), waardoor er geen mensen woonden. Slechts een enkeling waagde zich dan in dit ver- radelijke landschap om jacht te bedrijven. Dit was zeker niet zonder gevaar, zoals blijkt uit het skelet dat spelende kinde ren vonden bij de aanleg van de Krabbeplas. Het skelet bleek afkomstig te zijn van een 43-jarige man die ruim 3500 jaar geleden was verdronken. Meestal echter moet het in Vlaardingen goed wonen zijn geweest. Doordat kreken het landschap doorsneden, werd het gebied goed ontwaterd. Vanaf de Maas stroomde bij hoogtij het water het achterland in. Regelmatig stroomde het land daardoor over. Direct naast de kreekbedding zette het snels- tromende water de zwaarste sedimenten zoals kiezel en zand al. Naarmate het overstromende water verder van de kreek kwam, nam de snelheid van het water af waardoor lichtere deeltje zoals klei bezonken. De vetste klei wordt dan ook ver van de kreek aangetroffen of in de dïchtslibbingsfase van de kreek zelf. Doordat nabij de kreek het meeste materiaal werd afgezet en het bovendien zand betrof dat in tegenstelling tot klei niet inklinkt, ontstonden er juist langs de kreek natuur lijke hoogtes. Deze hoogtes waren niet alleen zeer vrucht- EEL POTJE IN EEN HOLLE BOOM

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1997 | | pagina 181