s Voor soi verrassir een bic zelfs Rot IK® Uj u Co cu O 0- spelen van een goede solo. Onze doelstelling is om ze in zo'n jaar of drie in het popcircuit te brengen. De kennis die ze bij ons opdoen is de basis om je eigen weg te vinden.' De Popschool bemiddelt verder in het regelen van optredens voor de bands. 'Als bands gaan optreden bereiken ze meteen een hoger plan. Het is belangrijk datje de muziek ook aan het publiek laat horen. Dat is de essentie van de popmuziek.' De vraag of de Popschool erin slaagt om de leerlingen daad werkelijk in het popcircuit te krijgen kan niet zonder meer worden beantwoord. Wel ziet Pol in de bands op de verschil lende podia regelmatig mensen die bij hem op de Popschool hebben gezeten. Auke Pols goede bedoelingen ten spijt: de bands van de Popschool maken, als collectief tenminste, op het podium geen sterke indruk. Als voorbeeld kan de Popprijs Schiedam dienen. In de tweede halve finale waren twee bands van de Popschool vertegenwoordigd die, hoe sympathiek ze ook op het podium overkwamen, toch niet meer waren dan veredelde coverbands. Dieptepunt was een uitvoering van Rockin' in the free world van Neil Young, een van zijn wanhopigste nummers waarin Young in drie minuten tijd ingaat op de situatie in China, de daklozen in de VS en het crackprobleem:'There's one more kid that will never get to school. Never get to tall in love, never get to be cool'. De band bracht de song breed grijnzend alsof het één groot fuifnummer was, zonder zich verder te sto ren aan de betekenis van de tekst. Het zelf schrijven van nummers wordt op de Popschool niet echt gestimuleerd. Pol:'Als je wilt, kun je bij ons ook zelt nummers schrijven' en dat 'als' zegt een heleboel. Want wordt de creativiteit van de leerling niet volkomen belemmerd wan neer alles door de school wordt voorgekauwd door het spelen van covers? 'O, dat soort mensen', reageert Ronald Utens van de Vlaardingse band Bonebag die de Popschool Schiedam maar heeft overgeslagen. 'Het lijken wel bandpsychiaters. Ik vraag me af of ze echt iets op de Popschool leren. Efficiënt repete ren... Wat dat betreft zijn we de minst efficiënte band als het op repeteren aankomt. We gaan de oefenruimte in en we zien wel wat er uit komt. Een drankje erbij en gewoon lekker muziek maken. Muziek is zo persoonlijk. Efficiënt repeteren... Je moet bij ons volledig de vrijheid hebben. Dat is ook waar om we geen covers spelen. Het is veel te gemakkelijk om iemand na te doen. Coverbands en gewone bands: dat is echt een wereld van verschil.' Bonebag speelt naar eigen zeggen 'higgledy piggledy', ofwel schots en scheve muziek, gelardeerd met een laagje fijnzinnige chaos. Utens: 'Het gevoel dat Martijn Horsten, Mandred de Winter, Marc van de Berg en ik hebben met muziek is hetzelfde, dat houdt de band staande. Bij ons is het een goede samenwerking geworden, maar met verrassingen. Ik weet op het podium welk nummer we gaan spelen, naar ik heb geen idee hoe Martijn soleert. Het is in de loop van de tijd wel iets zakelijker geworden en onze muziek is dansbaarder geworden en verder zijn de teksten vastgelegd'. In het begin was Bonebag, nog meer dan nu, een echte freak band. Lootjes met daarop akkoorden werden in een grote hoed gegooid, waarna het publiek de lootjes uit de hoed mocht trekken. Ronald Utens: 'Met die akkoorden maakten we ter plekke muziek. Dat deed Nirvana ook. We hadden ook nummers met verschillende ritmes. Het was echt freaken op het podium, extremer dan nu. Dat leer je niet op de Popschool.'Wat nog steeds opvalt aan Bonebag is de veelheid aan stijlen. Zomaar wordt een Soweto-jive ingezet, net na een nummer op een traditioneel rockschema. Bewust, volgens Ronald Utens: 'Waarom zou je je moeten beperken tot één stijl, dan kun je volgens mij net zo goed covers spelen.' Die veelheid aan invloeden was voor de jury van de Kleine Prijs van Dordt reden genoeg om de Vlaardingse band tot winnaar uit te roepen. 'Wij moesten als eerste optreden, voor een halve zaal, ter wijl de winnaar eigenlijk al vaststond: de plaatselijke favoriet die een heel stel fans had meegenomen. We besloten een andere set te spelen dan normaal, met nummers die we al heel lang niet meer live hadden gespeeld. Maar de juryleden vonden onze set het afwisselendst van de avond: ze hadden zich geen moment bij ons optreden verveeld'. Het valt erg op dat vooral Vlaardingse bands hoog scoren in de regionale popwedstrijden. In de voorrondes van Vers uit de Maas, een wedstrijd voor bands uit de regio Rotterdam, waren tien van de dertig bands dit jaar van Vlaardingse origine. En wat te denken van Limah? Jongens van amper veertien, vijftien jaar die alleen eigen materiaal spelen. Ze stonden op Koninginnedag op het Plantagefestival, op het Haring en Bierfeest en wonnen in Nighttown de Kunstbende. Vervolgens werd de band afgevaardigd naar Muziekcentrum Vredenburg waar ze de derde prijs binnenhaalden. Bonebag is nu rijp voor de studio, meent Utens. 'Het gaat nu heel goed. We spelen veel, maar we zijn misschien iets te lui in het promoten van de band. We moeten wat pro fessioneler worden. Toch zit er voor mij geen tijdsdruk achter. Het komt vanzelt naar boven als je een goede band bent en ik denk dat we allemaal bereid zijn om onze baan voor de muziek op te geven. Ik ben daar heel zelfverzekerd in.' Bonebag vindt net als tientallen andere Vlaardingse bands zijn oorsprong in het Pandemonium, een Vlaardingse oefenruimte gecombineerd met een podium waarop de bands kunnen optreden. Frank Tomeï loopt als lid van de Stichting Popoverleg Vlaardingen al geruime tijd in het Pandemonium rond. Popoverleg Vlaardingen bemiddelt bij het regelen van optredens en organiseert thema-avonden in het Pandemonium. Ook Tomeï heeft een lange weg afgelegd als popmuzikant. 'Het kan beginnen met blokfluitles. Maar er zijn ook jongeren die een soort begin maken met het spelen van covers. Er zijn verscheidene wegen. Vroeger kreeg je vooral pianoles. Veel mensen haakten af: klassieke muziek paste niet bij hun muziekbeleving. Het was geen les, het voelde meer aan als een soort straf. Ik heb klassiek gitaarles gekregen. Wat is de juis te houding, kloppen de akkoorden wel? Pak je de grepen wel correct? Dat soort ijkpun- ten. En altijd weer die ellenlange stukken van Harry Sacksioni. Dit doen we dus niet, den ken de kinderen terecht. Laten we doen wat we zelf leuk vinden. God, wat vond ik die gitaarlessen vreselijk. Ik ben geloof ik maar twee of drie keer geweest. Een andere weg om muzikant te worden is het kijken naar optredens. En dan denk je: 'Hé, ik wil ook zo'n gitaarheld worden', pakt een stuk triplex Pu fciiysif U'*. W;\;,|v •zü&mzisj Musis 218

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1997 | | pagina 218