Yvonne Lens 265 Musis E WOLKEN Het allerhoogst gelegen land ter wereld is Tibet in het Himalaya-gebergte. Ook wel het dak van de wereld genoemd. Het heeft, strategisch gezien, een natuurlijke overwichtssituatie; hoog uittorenend boven grote mogendheden als India, de Sovjetunie en het Chinese rijk. Tegelijkertijd echter zou het een beschermende buffer voor China en haar provincies gaan vormen. Het land leek in de jaren veertig waarschijnlijk zeer rijk aan delfstoffen zoals mineralen, metaalertsen en uranium, bovendien waren er in de lager gelegen delen vele gebieden met kostbaar hout. Tibet was een groot, maar dunbevolkt land. Kerk en staat waren niet gescheiden; de Dalai Lama was al honderden jaren de spiritu eel en politiek leider. Met het eeuwenlange zelfbestuur van Tibet was het gedaan in 1949: het Chinese leger viel binnen. De onderdrukking van de Tibetaanse cultuur werd meteen een feit: de Chinese culturele revolutie (het wegvagen van alle oude tradities te weten cultuur, religie, architectuur) ging onmiddelijk van start. China beschouwt Tibet als onderdeel van 'het grote moederland'. DeTibetanen zelf zijn het daar volledig mee oneens: hun duizenden kloosters werden vernie tigd of ontmanteld, hun kunstschatten zijn wegge- roofd en land werd ontei gend. Miljoenen Chinese immigranten bevolken het land, de voertaal is Chinees terwijl slechts 10% van de Tibetaanse bevolking Chinees spreekt. Het ont moedigingsbeleid van onderwijs in de Tibetaanse taal heeft een groot analfa betisme opgeleverd: meer dan de helft van de Tibetanen kan niet lezen of schrijven. Er zijn duizenden politieke gevangenen (mar telingen vinden plaats), de doodsstraf wordt regelmatig vol trokken, er is geen persvrijheid in Tibet en er zijn vele klach ten over gedwongen abortussen of sterilisatie. Bossen zijn gekapt en grote delen van het land zijn ten prooi gevallen aan erosie; tenslotte fungeert Tibet als opslagplaats voor Chinese nucleaire afvalstoffen. Een massala opstand (nog vele zouden volgen) van het volk in 1959 werd wreed onderdrukt: na een eeuwenlang zelfbestuur werd de veertiende Dalai Lama gedwongen te vluchten. Niet alleen hij, maar ruim 120.000 andere Tibetanen volgden hun leider en hebben asiel gezocht in India, Nepal en Bhutan, want de onderdrukking kon alleen maar 'culturele genocide' genoemd worden. Politiek vluchtelingen, vooral monniken, nonnen en jongeren, stromen nog steeds binnen. Het centrum van de Tibetaanse ballingen is Dharamsala in Noord-India. Daar waar de Tibetaanse cultuur in Tibet zelf alleen maar steeds verder dreigt te verdwijnen, wordt die cultuur door de vluchtelingengemeenschappen in leven gehouden. De Dalai Lama reist over de hele wereld om lezingen en toe spraken te geven. In 1989 kreeg hij de Nobelprijs voor de vrede. Hij wil respect voor volkeren met verschillende culturele achtergronden bevorderen door middel van de dia loog: Alleen door in gesprek met elkaar te gaan, kunnen wij de wereld van nu besturen." Geweld en onderdrukking leidt volgens hem tot het zelfde. De veertiende Dalai Lama heeft een hel dere en eenvoudige bood schap: innerlijke vrede is

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1997 | | pagina 265