'Trots' is niet het juiste woord waar Wiegmans relatie met Schiedam en zijn visie op toekomstige ontwikkelingen ter sprake is. 'Verbondenheid' zou beter passen en verklaart boven dien waarom hij -in tegenstelling tot zoveel anderen - niet begint met het steken van de loftrompet over de havens, de molens en het feit dat de jenever zich heden ten dage weer met succes als toeristisch smeermiddel laat aanwenden. Ook in zijn lange carrière in de plaatselijke politiek, heeft Wiegman zich zelden bediend van bij voorbaat 'goed scoren de' uitspraken en onderwerpen, zonder daarmee meteen te vervallen tot het type bestuurder voor wie 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg' het hoogste credo is. Integendeel. Alleen heeft hij steeds de nadruk gelegd op politieke basale onderwerpen als lastenverlaging, leefbaarheid, werkgelegen heid, scholing en pogingen 0111 de economische positie voor bedrijfsleven en bevolking structureel op een hoger plan te brengen. Werkgelegenheid, onderwijs en kennisvermeerdering noemt hij de belangrijkste onderwerpen waaraan het toekomstig Grote Steden-beleid aandacht moet geven. 'De werkgelegen heidsgroei is onvoldoende om de groei van de beroepsbevol king op te vangen', zegt hij. 'Dat is een hard gegeven dat inspanningen op dit gebied de allerhoogste prioriteit geeft. Wanneer wij geen kans zien om hierin verandering te brengen tast dit op den duur de gehele samenleving aan. De wijkbe- heerplannen Nieuwland en straks de vernieuwprojecten in Groenoord, het op een hoger plan brengen van het Oosten en het handhaven van het leefklimaat in de Gorzen en het Westen, hangen nauw samen met werkgelegenheid en inko men'. Hetzelfde geldt natuurlijk voor verbeterplannen op wijkniveau, in samenwerking met de bewoners. Hoe lager het gemiddelde inkomen, hoe groter de aanwijsbare opleidings achterstand en hoe hoger het werkloosheidscijfer, hoe groter de inspanningen zullen moeten zijn om de leefbaarheid op peil te houden. Het door Kor Kegel zo vaak aangehaalde en gepropageerde 'opzoomeren', lukt aanwijsbaar beter in een wijk als de Gorzen dan op de achterstandsvlekken in Nieuwland en Groenoord. Dat is ook in Schiedam een inmid dels aanvaard gegeven. Op het gebied van stads- en wijkont wikkeling, sociaal-maatschappelijke zorg en volkshuisvesting kan een hoop worden gedaan, maar even essentieel is het handhaven van het inkomens- en opleidingspeil. Desnoods door het 'injecteren' van 'welstandsgebieden' in stadsdelen met een achterstandsproblematiek. Het beeld dat in het Concept Actieplan van Schiedam wordt geschetst is niet bijster opwekkend. Het centrum kent met vijfendertighonderd inwoners (5% van het totaal) een zeer lage woningbezetting tegenover een relatief hoge gemiddelde opleiding en een inkomensniveau boven het stedelijk gemid delde. Dit geldt verder alleen voor de wijken Kethel, Woudhoek en Spaland (samen 19%), de rest van Schiedam blijft daaronder, waarbij dan nog moet worden gerekend dat Schiedam als geheel onder het landelijk gemiddelde uitkomt. In ronde getallen kunnen tot de groep hogere inkomens en opleidingen een kleine negentienduizend inwoners worden geteld, terwijl zo'n kleine vijftigduizend tot de groep behoren die onder het gemiddelde blijft. Deze cijfers kunnen, zonder al te gedetailleerd te worden, nog wat verder worden uitgewerkt. Oost (16%) en Nieuwland (21%) blijken dan wijken te zijn met een hoog werkloosheidpercentage en een ruim tot zeer ruim percentage allochtone bewoners. West (16%) en Zuid (9%) kunnen worden gekenmerkt als wijken met een stabiel en hecht sociaal karakter, Groenoord (14%) kent een sterk ver ouderde bevolking en Woudhoek/Spaland is het jonge en kin derrijke gebied, dat overigens de meeste inwoners herbergt die (nog) geen feitelijke binding met Schiedam hebben en vaak ook niet in Schiedam werkzaam zijn. Of...., nog scherper gesteld; op ruim eenderde van Schiedam is het begrip achterstandsgebied van toepassing, eenvijfde behoort tot de vergrijsde woongebie den en een kwart kan in karakter stabiel worden genoemd, met echter eveneens een sterke ten dens tot vergrijzing. Slechts aan eenvijfde deel van Schiedam kan een zekere welstand worden toegerekend, waarvan meer dan de helft zich in het uiterste noorden van Schiedam bevindt. De naam 'Svea parken' die Adrie Reijnhout voor de nieuwste stadsuitleg verzon (dit in het verlengde van diens 'Montmartre' voor het binnenstadsge- bied en de Rive Gauche voor het ontwikkelings gebiedje aan de Westmolenstraat waarmee deze wethouder het begrip;'Schiedam op de kaart zetten' heel creatief omkeert in het dan maar dumpen van van de wereldkaart gepikte namen in de polders tussen Schie en Poldervaart) blijkt dus een juiste keuze. De welstand in Schiedam vestigt zich op bijna Scandinavische afstand en heeft een al even koele en afstandelijke relatie tot de stad van vestiging. Wiegman richt zich vooral op het versterken van de bestaande werkgelegenheid. Natuurlijk ver welkomt ook hij van harte nieuwe bedrijven in Schiedam, maar minder dan dat van een aantal collega-wethouders is het beleid gericht op het 'scoren' van bedrijven. Wiegman: 'Natuurlijk steekt het weieens als je op bijeenkomsten de succes-verhalen van collega's hoort die het ene bedrijf na het andere over de gemeentegrenzen «Ét» weten te praten, maar het is ook goed om daar- naast toch een paar andere zaken in het oog te houden. Bijvoorbeeld of zo'n nieuw bedrijf behalve een economische bijdrage ook een toe voeging betekent aan de bestaande werkgelegen heid, of dat het gaat om een onderneming die z'n werknemers blijvend van elders zal halen en feitelijk geen effect zal hebben op de plaatselijke situatie. En ook moet je je afvragen of zo'n bedrijf in staat is om bindin gen aan te gaan met het al aanwezige bedrijfsleven en op die manier deel gaat uitmaken van een bestaand patroon. De keuze voor het vergroten van de werkgelegenheid vanuit de bestaande situatie, activiteiten en structuren is stukken min der spectaculair. Maar heeft op den lange duur wel tot gevolg dat het peil over de gehele linie stijgt. Ook omdat je je op deze wijze niet richt op het verhandelen van vierkante meters industrieterrein maar op het zoeken naar bedrijven waarvoor Schiedam door de aanwezige infrastructuur, het bestaande industrieklimaat, het beschikbare arbeidspotentieel of ontwik kelingsmogelijkheden in de sfeer van samenwerking en onder steuning wat te bieden heeft'. Die keuze wordt ook ingegeven door de karakterschets uit het Concept Actieplan. Wil de vergroting van de werkgelegenheid werkelijk effect hebben op de algemene welvaart dan zal deze een vermindering teweeg moeten brengen van de bestaande werkloosheid. Wiegman benadrukt dat tevaak het aantal inge schreven werkzoekenden wordt verward met het meer structu rele werkloosheidscijfer waardoor het beeld nog somberder lijkt dan het is. Maar dan nog. Wiegman: 'Daarom ben ik des te blijer met de komst van bedrijven als Van Seumeren op de kop van het vroegere Wilton Fijenoordterrein. Een dergelijk metaalbedrijf brengt niet alleen nieuwe hoogwaardige werkgelegenheid naar Musis 274

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1997 | | pagina 274